Nederlandse films in het buitenland
Congres van amateurfilmers
dit jaar in Amsterdam
Prix de Joke voor Haanstra
Hoewel dat oorspronkelijk wel in de bedoeling lag is de
film „Alleman" van Bert Haanstra niet naar Cannes
gestuurd als Nederlandse inzending voor het inter
nationale filmfestival, dat van 29 april tot 13 mei plaats
vond. De Franse versie, die Haanstra in samenwerking
met de Franse cineast Jaques Tati in voorbereiding had,
bleek namelijk zoveel problemen op te leveren, dat hij er
niet in geslaagd is deze op te lossen binnen de zeer korte
tijd, die daarvoor beschikbaar was. Aan de commissie, die
in Parijs de inzendingen voor Cannes moet beoordelen,
kon geen Franse versie worden voorgelegd, die voldoende
acceptabel was. Het ligt nu in de verwachting, dat „Alle
man" zal deelnemen aan het internationale filmfestival te
Berlijn.
De Nederlandse inzending naar Cannes bestond thans
uitsluitend uit de korte film „Clair obscur" van George
Sluizer.
Nederland was met een aantal films officieel vertegen
woordigd op het filmfestival, dat van 13 tot 20 maart
in Belgrado is gehouden. Op dit festival dongen uitsluitend
Joegoslavische films naar de prijzen. De beste buitenlandse
films, die tijdens het festival werden vertoond, zullen
echter worden aangewezen voor een roulement door de
voornaamste bioscopen van het land. Nederland nam deel
met de films: „Bouwspelement" van Charles Huguenot van
der Linden, „Portret van Frans Hals" van Frans Dupont en
„Hoofdkraan van Nederland" van Charles Breyer, terwijl
ook „Het huis" van Louis A. van Gasteren in Belgrado
werd vertoond.
Op het internationale festival voor sportfilms, dat van
2 tot 7 maart te Cortina d'Ampezzo is gehouden, is aan
twee Nederlandse films een prijs toegekend. De bekroonde
films waren „Zeilen" van Hattum Hoving en „De Elf
stedentocht" van Polygoon-Profilti. „De Elfstedentocht"
kreeg bovendien een medaille en een diploma van het
Centro Sportivo Italiano.
De internationale organisatie van amateurfilmers, de
Union Internationale du Cinéma d'Amateur, zal dit jaar
voor de eerste keer het jaarlijks congres in ons land houden
en wel van 16 tot 23 augustus in Amsterdam. President
van het congres is de heer J. Dekker, secretaris van de
Nederlandse organisatie van Amateurfilmclubs.
Tijdens het congres zal tevens een wedstrijd plaats vinden
tussen de beste amateurfilmers uit de gehele wereld. De
inzending voor deze wedstrijd kan niet geschieden door de
individuele filmamateurs, doch moet plaatsvinden door
de overkoepelende landelijke organisaties, die gerechtigd
zijn uit hun land de (maximaal vier) beste films voor het
congres in te zenden.
Naar verwachting zullen omstreeks vierhonderdvijftig
deelnemers uit tweeënvijftig landen het congres in Amster
dam bijwonen.
De Prix de Joke 1964 is toegekend aan de cineast
Bert Haanstra voor zijn buitengewoon humoristische pres
tatie, die hij geleverd heeft met de vervaardiging van de
film „Alleman". De jury van het 1 april-comité, dat de
prijs heeft toegekend, was eenstemmig van oordeel, dat de
maker van „Alleman" ver boven alle andere kandidaten
voor de Prix de Joke 1964 uitstak. In de motivering zegt
de jury onder meer, dat de heer Haanstra om zijn schit
terend resultaat te bereiken, Joke-o-matic te werk heeft
moeten gaan met behulp van de candid camera en dat
daarom de vervaardigde rolprent ook voldoet aan alle in
het reglement van het 1 april-comité genoemde eisen.
Voor „Amsterdam
mijn stadmijn ha
ven", een film, die
Joop Geesink heeft
gemaakt in opdracht
van het Amsterdam
se gemeentebestuur
en het bedrijfsleven,
heeft men heel wat
bekende Amster
damse plekjes in
„Madurodamstijl"
nagemaakt.
233