x?r ii f Bedrijfspensioenfonds in 1963 Bij het regenereren van films, een behandeling waarmede zich een aantal bedrijven in ons land bezighouden, gaat men verder dan het schoonmaken alleen. Er zijn mogelijk heden om niet al te zware beschadigingen van de emulsie of de gladde kant van het filmmateriaal geheel of althans grotendeels te verwijderen. Bij kabels of krassen in de emulsie waarin het filmbeeld is vastgelegd, past men bij voorbeeld het systeem toe waarbij men door een bepaalde behandeling de emulsie laat opzwellen, waardoor de be kabeling als het ware wordt dichtgedrukt. Beter is het natuurlijk om, waar mogelijk, maatregelen te nemen of filmbeschadigingen te voorkomen. Dit kan op allerlei manieren geschieden en een daarvan is de methode, waarbij de film, voordat deze in roulatie gaat, wordt voor zien van een beschermende laag. In de praktijk spreekt men hier van coaten, lakken of schichten van het materiaal. Een en ander betekent uiteraard of misschien moeten wij hier zeggen helaas niet dat de film daardoor on kwetsbaar zou zijn geworden. Wel staat vast dat een aldus behandelde film bij juist gebruik minder snel beschadi gingen oploopt dan normaliter het geval is. Wij stellen ons voor om in een toekomstige publikatie nader in te gaan op het regenereren en beschermen van film materiaal, zoals dat in enkele Nederlandse bedrijven in praktijk wordt gebracht. Eind vorig jaar verscheen het verslag over het zesde boek jaar van het Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf. Aan dit verslag zijn de volgende ge gevens ontleend. Aangesloten ondernemingen en verzekerden Het aantal premiebetalende ondernemingen daalde van 184 op 31 dec. 1962 tot 175 op 31 dec. 1963. Het aantal premiebetalende verzekerden daalde eveneens en wel van 1635 op 31 december 1962 tot 1541 op 31 december 1963. In 1963 eindigde van 316 verzekerden de deelneming wegens het eindigen van de dienstbetrekking bij een aan gesloten werkgever of omdat zij minder dan 24 uur per week in het film- en bioscoopbedrijf gingen werken. Zij behouden aanspraak op een premievrij ouderdomspensioen en hun echtgenoten eventueel recht op premievrij weduwenpensioen tenzij de deelneming korter dan één jaar heeft geduurd en de verzekerden in het jaar van beëindiging van de deel neming of in de twee daarop volgende kalenderjaren niet opnieuw deelnemer worden. Het totale aantal verzekerden met premievrije rechten bedroeg op 31 december 1963 1220 tegen 1052 aan het eind van het vorige boekjaar. Premie, interest en reserves Het totale premie-inkomen in het boekjaar bedroeg ruim ƒ945.000,— terwijl circa ƒ242.000,— aan interest werd ontvangen. Aan de premiereserve, dat is de reserve die nodig is voor de in de toekomst uit te betalen pensioenen, werd ruim 930.000,toegevoegd. Het totale bedrag dat voor in de toekomst uit te betalen pensioenen en aanvul lingen daarop is gereserveerd, bedroeg per 31 december 1963 5.332.000. Pensioenen Aan ouderdomspensioen, weduwen- en wezenpensioenen werd in 1963 in totaal bijna ƒ78.000,uitgekeerd, be nevens een bedrag van 7.259,aan éénmalige uitkeringen. Machinale schoonmaakinrichting In 1962 waren deze bedragen respectievelijk ƒ55.200 en 1.553,—. Aan het einde van 1963 genoten 152 personen ouderdoms pensioen tot een gezamenlijk bedrag van 69.335,per jaar. (Eind 1962 waren dit er 117 met een totaal bedrag van 52.272,— per jaar). Voorts genoten aan het eind van 1963 42 weduwen een weduwenpensioen tot een gezamenlijk bedrag van ƒ18.465,per jaar en 22 wezen een wezenpensioen tot een gezamenlijk bedrag van 3.248,per jaar. (Eind 1962 waren dit 23 weduwen met een totaal bedrag van 6.892,per jaar en 13 wezen met een totaal bedrag van 891,per jaar). Beleggingen Per 31 december 1963 waren de middelen van het fonds als volgt belegd: van het bedrag totaal Vaste eigendommen130.900,2,26 Hypotheken 948.600,— 16^39 Effecten 687.900,— 11,89 Leningen op schuldbekentenis ƒ4.012.200,69,33 Interestgevend saldo bij het Gemeenschappelijk Administratiekantoor 7.700,0 13 Totaal 5.787.300,— 100 Het gemiddelde rendement, dat met de beleggingen over 1963 werd gemaakt, bedroeg 4,79 Uitkomst over het boekjaar Het boekjaar 1963 heeft voor het fonds een bevredigend resultaat opgeleverd. Van het batig saldo van ruim 133.000,— is ruim ƒ26.000,— gevoegd bij de algemene reserve. Deze reserve is nodig om tegenvallers te kunnen opvangen. Het restant van het batig saldo ad ruim 107.000,is toegevoegd aan de kas voor aanvullend pensioen. 361

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1965 | | pagina 15