FILMINSTITUUT
Twintigjarige instelling feliciteert vijftigjarige Bond
centraal opgesteld in ons filmculturele leven
Pionierswerk
"P^e Stichting Nederlands Filmin
stituut is op 10 april 1948 in
het leven geroepen. Het is dus een
20-jarig filminstituut, dat de Neder
landse Bioscoopbond met zijn 50-
jarig bestaan gelukwenst. Het doet
dit van ganser harte omdat tussen
beide instellingen gedurende deze
twee decennia altijd een uitstekende
relatie bestaan heeft.
Indertijd heeft de Nederlandse Bio
scoopbond aktief aan de totstandko
ming van het Nederlands Filminsti
tuut meegewerkt. Na de bevrijding be
stond er niet alleen grote belangstel
ling voor de films, die in de bioscopen
vertoond werden, maar begonnen ook
de mogelijkheden van de smalfilm in
steeds breder kring de aandacht te
trekken. Tal van verenigingen en
instellingen gingen filmvoorstellingen
organiseren. Hier en daar neigde men
tot een werkwijze, die het best als
„bioscoopje spelen" kan worden
aangeduid.
Kulturele en edukatieve doeleinden
werden in theorie vooropgesteld
maar in de praktijk niet altijd verwe
zenlijkt. Geheel buiten het systeem
van voorzieningen en regelingen van
de bedrijfsorganisatie om werden ..in
het wilde weg" voorstellingen gege
ven.
In deze situatie heeft de Nederlandse
Bioscoopbond zich op het standpunt
gesteld, dat volledige medewerking
diende te worden gegeven aan de op
bouw van een instituut, dat enerzijds
ruime mogelijkheden zou scheppen
om waardevolle films op smalfilm-
formaat over te brengen en aan het
verenigingsleven ter beschikking te
stellen en dat anderzijds ervoor zou
kunnen zorgen, dat deze films niet in
konkurrentie met het bioscoopbedrijf
maar op strikt niet-kommerciële ba
sis in een kultureel en edukatief ka
der vertoond zouden worden.
Behalve mensen uit verschillende kul
turele en maatschappelijke organisa
ties namen enkele vertegenwoordi
gers van het bioscoopbedrijf zitting in
het bestuur van het Nederlands Film
instituut. Zij brachten daarmee tot
uitdrukking, dat zij zich bewust wa
ren van het feit, dat de film niet als
een louter-kommerciële aangelegen
heid beschouwd mag worden maar een
belangrijke faktor in het artistieke en
kulturele leven vormt, die de gekon-
centreerde aandacht van een natio
nale kulturele instelling verdient. In
het bijzonder mogen wij in dit ver-
SAMENWERKENüE F1LM0IENSTEN «Af*
NE0ERLAN0S FILMINSTITUUT EN
STICHTING FILMCENTRUM
Filmgids, een uitgave van het Nederlands Film
instituut en de Stichting Filmcentrum.
band wel vermelden, dat de heer J.
G. J. Bosman gedurende de 20 jaren
van het bestaan van het Nederlands
Filminstituut de funktie van sekreta-
ris-penningmeester van dit instituut
vervuld heeft.
lITij willen in dit artikel niet veel
namen noemen maar de voorzit
ter en de vice-voorzitter, die in 1948
de leiding van het nieuwe filminsti
tuut op zich namen, moeten toch wor
den vermeld. Het waren Prof. Dr.
G. van der Leeuw, de Groningse
hoogleraar, die gedurende zijn korte
ambtsperiode als minister van onder
wijs, kunsten en wetenschappen baan
brekend werk verrichtte, en de heer D.
van Staveren, die vanuit het onderwijs
en de arbeidersbeweging tot een le
vendige interesse voor de film geko
men was. Deze beide markante figu
ren, die ieder op hun wijze pionier
waren, behoren niet meer tot het land
der levenden. Na Prof. van der Leeuw
heeft Prof. Dr. Ph. J. Idenburg ja
renlang het voorzitterschap van het
instituut bekleed. Thans is Dr. J.
E. Andriessen voorzitter terwijl de
heer M. Liicker als vice-voorzit
ter optreedt.
Bij de oprichting van het Nederlands
Filminstituut heeft ongetwijfeld de ge
dachte voorgezeten, dat deze natio
nale instelling dé kulturele filmdienst
in ons land zou kunnen worden. De
ze gedachte is nooit geheel verwezen
lijkt. Andere groepen gingen ertoe
over hun eigen filmdiensten op te
bouwen. In het geestelijke klimaat van
de jaren 50, waarin sterk de nadruk
werd gelegd op het eigene van de ver
schillende geestelijke en maatschappe
lijke stromingen in ons land, was dat
vrijwel onvermijdelijk. Misschien
heeft het Nederlands Filminstituut
zelf in de begintijd wel enigszins tot
deze ontwikkeling bijgedragen door
zich vooral te koncentreren op films
uit de ontspanningssfeer.
Hoe dit ook zij, wat aanvankelijk be
doeld was als dé nationale instelling
werd gaandeweg een instituut naast
andere, soortgelijke instellingen.
Dat het Nederlands Filminstituut
toch een centrale plaats in het Neder
landse filmkulturele leven is blijven
innemen is vooral te danken aan een
initiatief, dat 10 jaar geleden door
het instituut genomen werd, n.1. de
oprichting van de Nederlandse Film
academie. Aan dit initiatief is in het
315