TOEPASSING ARTIKEL 15 DER STATUTEN
volgt wijzigen: Zie verder onder Groningen-Palace).
Pag. 66: Veendam, City Theater
Schrappen het tussen haakjes geplaatste: Stadskanaal
en.
Pag. 69: Weesp, City Theater
De vermelding: (Mevrouw S. Voskuil-de Hoop tot
en met het tel.nr. 1 24 19 schrappen; hiervoor in de
plaats vermelden: „W. M. Kaposi, Oudenoord 73,
Utrecht, tel. 030-1 42 93."
Pag. 72: IJsselstein, Fulco Theater
Het corr.-adres van de heer C. Geerts als volgt wijzi
gen: Hobokenstraat 299, Breda (Noord), rest onge
wijzigd.
Pag. 75: Geco Filmonderneming
Corr.-adres van de heer C. Geerts overeenkomstig
bovenstaande wijzigen.
Het adres van de heer C. Geerts is voor het Bestuur
van de Sectie Het Zuiden, Bestuur van de Afdeling D
(Sectieraad), Exploitantenraad en Bondsraad evenzo
gewijzigd in Hobokenstraat 299, Breda (Noord).
Pag. 77: Actueel Film N.V.
Toevoegen: (W. C. Wertwijn, leider)
Pag. 78: Kinotechniek
Schrappen: Prinsengracht 530. Amsterdam, tel. 020-
6 74 47 (3 lijnen), na l-l-'68.
Pag. 79: Paramount
Toevoegen achter het tussen haakjes geplaatste: ,.en
R. H. Gerschtanowitz, leiders"; het postbusnr. 255 ver
anderen in: „5537".
Pag. 81: Filmfabriek Holland
Deze vermelding volledig schrappen.
Pag. 83: Toevoegen tussen A. D. G. en Ytzen Brusse: Arrow
Productions (Holland) N.V., Duivendrechtsekade 83-
87. Amsterdam, lel. 020-94 15 80, N. Bolongino en
R. Fenenga, directeuren.
Cascade Film
Deze vermelding volledig schrappen. (Per 31 decem
ber 1968).
Pag. 84: Han van Gelder
Deze vermelding als volgt wijzigen: N.V. Han van
Gelder Filmproduktie, Duivendrechtsekade 83-87, Stu
dio 4, Amsterdam, tel. 020-94 35 75 - 94 75 47, J. A.
van Gelder, directeur, privé: Biesboschstraat 29. tel.
020-79 93 93.
Filmfabriek Holland
Deze vermelding volledig schrappen.
Pag. 85: Interfilm N.V.
Deze vermelding volledig schrappen.
Pag. 87: Toevoegen tussen „Cinema en Fibrocit": Ermi Room-
ijsfabriek, Handel Maatschappij Industria N.V., Per-
soonsdam 18, Rotterdam.
Pag. 89: Vaessen-Schoemaker
Het adres Singel 5 wijzigen in: Roermondstraat 1,
Industrieterrein.
Ter zake van het feit:
dat de N.V. Filmmaatschappij Pacific, Zeeburgerstraat 6, Am
sterdam door niel-tijdige betaling van Bondscontributie en
Bumabijdragen betreffende de door de N.V. geëxploiteerde bio
scopen Cinema Hollandia en Odeon Theater, beide te Amster
dam, het Contributiebesluit en het Bumabesluit heeft overtreden,
heeft het Hoofdbestuur besloten de N.V. ingevolge artikel 15 der
Statuten de straf van waarschuwing op te leggen.
Deze beslissing is genomen op grond van de overwegingen:
dat de N.V. over het tijdvak van 29 december 1966 tot 30
november 1967 nalatig is gebleven met de voldoening van
Bondscontributie en Bumabijdragen ter zake van de door haar
geëxploiteerde bioscopen Cinema Hollandia en Odeon Theater,
beide te Amsterdam;
dat de N.V. ettelijke malen heeft toegezegd tot voldoening der
achterstallige bijdragen over te gaan, na daartoe door het Bonds
bureau te zijn gemaand, doch dat de N.V. deze toezeggingen niet
gestand heeft gedaan;
dat het Hoofdbestuur de N.V. naar aanleiding van deze over
tredingen heeft opgeroepen voor verhoor ingevolge artikel 15 der
Statuten op 19 december 1967;
dat het achterstallige bedrag van in totaal 2.366,21 door de
N.V. op 18 december 1967 is voldaan;
dat tijdens het verhoor door de directeur, de heer R. A. van
Dok, in hoofdzaak is verklaard, dat de bewuste Bondsbijdragen
op instigatie van zijn zonen, die bij de exploitatie van de beide
bioscopen zijn betrokken, doelbewust niet zijn betaald;
dat de heer Van Dok als motief voor de houding van zijn zonen
heeft aangevoerd, dat zij de niet-betaling der Bondsbijdragen
als een, door hemzelf overigens onjuist geoordeeld, demonstra
tief optreden hebben willen hanteren, teneinde aldus hun mis
noegen te uiten over de grote moeilijkheden die zich bij de
filmvoorziening van de desbetreffende theaters voordoen;
dat het Hoofdbestuur dit verweer niet heeft kunnen aanvaar
den;
dat in de eerste plaats is overwogen, dat de heer Van Dok als
enig directeur van de vennootschap geheel verantwoordelijk is
voor het exploitatiebeleid en hij zich dus ten onrechte achter
zijn zonen heeft verscholen;
dat bovendien in aanmerking is genomen, dat elke samenhang
tussen de bedoelde zakelijke moeilijkheden en de nakoming der
betrokken besluiten ontbreekt;
dat het weliswaar ieder lid vrij staat om problemen in het zake
lijke verkeer met andere bed rijfsgenoten ter kennis te brengen
van het Hoofdbestuur of andere organen van de Bond, teneinde
te trachten hiervoor binnen het kader der organisatorische
mogelijkheden een oplossing te doen bewerkstelligen, doch dat
aan zodanige problemen nimmer een bevoegdheid kan worden
ontleend reglementaire verplichtingen niet na te leven;
dat derhalve moet worden geconstateerd, dat de N.V. gedurende
een lange periode het Contributiebesluit en het Bumabesluit
heeft overtreden, welke overtredingen als zodanig niet worden
ongedaan gemaakt door de aanzienlijk te laat verrichte betaling
der achterstallige Bondsbijdragen;
dat het Hoofdbestuur ondanks de ernst van deze overtredingen
niettemin dit maal nog heeft willen volstaan met de N.V. de
straf van waarschuwing als bedoeld in artikel 15 der Statuten op
te leggen, met dien verstande, dat, wanneer de N.V. zich voort
aan niet stipt aan de bepalingen van het Contributiebesluit en
het Bumabesluit mocht houden, onvermijdelijk een zwaardere
disciplinaire straf zal volgen.
Ter zake van het feit:
dat de N.V. Alcazar, Markt 18, Helmond, door niet-tijdige
betaling van Bondscontributie en Bumabijdragen betreffende de
door de N. V. geëxploiteerde Alcazar Bioscoop te Helmond het
Contributiebesluit en het Bumabesluit heeft overtreden, heeft
het Hoofdbestuur besloten de N.V. ingevolge artikel 15 der
Statuten de straf van waarschuwing op te leggen.
Deze beslissing is genomen op grond van de overwegingen:
dat de N.V. over het tijdvak van 26 oktober 1967 tot 20 februari
1968 nalatig is gebleven met de voldoening van Bondscontributie
en Bumabijdragen ter zake van de door de N.V. geëxploiteerde
Alcazar Bioscoop;
dat de totale achterstand van de N.V. aan Bondsbijdragen over
genoemd tijdvak 150,18 bedraagt;
dat het Hoofdbestuur de N.V. naar aanleiding van deze over
tredingen heeft opgeroepen voor verhoor ingevolge artikel 15
der Statuten op 19 maart 1968, doch dat de N.V. aan deze op
roep geen gevolg heeft gegeven en evenmin op andere wijze
hierop heeft gereageerd;
dat moet worden geconstateerd, dat de N.V. gedurende een
lange periode het Contributiebesluit en het Bumabesluit heeft
overtreden',
dat het Hoofdbestuur ondanks de ernst van deze overtredingen
niettemin dit maal nog heeft willen volstaan met de N.V. de
straf van waarschuwing op te leggen als bedoeld bij artikel 15
der Statuten, met dien verstande, dat, wanneer de N.V. het
42