DE „MAKE-UP" Wat was er nu belangrijker de films of de ,,make-up" van de films? Drieëntwintig hoofd films en reeksen korte films maakten de hoofdschotel uit. Vierentwintig buitenlandse gasten, onder wie 11 regisseurs, 2 producen ten en de overige acteurs en actrices, vonden een onthaal in de middeleeuw se gewelven in de bocht van de Oude Gracht onder de begane grond. Zij waren daar voor iedereen benader baar en bijna tastbaar aanwezig. Met inbegrip van de zuiderburen za gen wij vijftien regisseurs van korte films. Geen van alle binnen- of buiten landers is niet „underground" aan de tand gevoeld in Utrecht. In vele gevallen was zo'n bijeenkomst zowel een belevenis als een kwelling. Een belevenis om de sfeer, een kwel ling om het gebrek aan frisse lucht. Het ging ongedwongen toe, met zelfs nauwelijks beleefdheidsfrasen. De af stand tussen filmer en publiek bestond alleen nog in de ruimtelijke omvang, welke de filmverslaggevers bezetten in het eerste gelid rondom de onder vraagden, die geen glamourverhaal afstaken maar fel in debat gingen en van zich afbeten, of hun artistieke dan wel politieke belijdenis deden voor een front van overwegend „onder de vijfendertig". .FILOSOFIE" Te middernacht; elke dag werd in de broeihete kelders het gesprek geboren over film met b.v. Agnes Varda, Pasolini, Esteban Lopez, Maraguerite Duras, Pontecorvo, Nelly Kaplan en niet te vergeten Henri Verneuil, die de eerste avond de beste allen, die aan de film slechts supercultuur wensen te verbinden voorhield „Als u van elk theater een filosofische school maakt is er straks niemand meer die een film maken wil". Niemand „contesteer- de" heviger dan hij tegen de druk maatschappelijke meningen te móéten hebben. „Ik héb ze wel, maar filmen doe ik om de kijkers te amuseren." „Wat zijn nieuwe formules voor film? Noem mij een nieuwe formule en ik zal u een bijpassende titel noemen van een film die voor 1930 is ge maakt." Zo begon Verneuil. De af sluiting van de cinemanifestatie met een uitroep: „Maak er zelf dan maar zo een" tegen het boe-geroep na een prijsuitreiking sloot het kader, waarin de „Cinemanifestatie '70" zijn films had gevat. „FRANJE" Dan waren er nog franjes. Een verkiezing van een Miss Cinemanifestatie in de dan cing „De Dietsche Taveerne", door de Amsterdamse Actie- Dolle Mina" werd ingegrepen door Pim de la Parra te ontvoeren. Deze chaotische avond werd verfilmd waarbi groep door drie examenkandidaten van 'de Academie Sint Joost te Breda, waarin weinig esthetisch bloot een lange sequence opleverde in een overigens goed getroffen sfeernotitie. Het bloot haalde de schermen van TV Andere franje was een ontvangst ten stadhuize waar een dansorkest de sherry uit het glas blies, de burge meester Jhr. mr. C. J. A. de Ranitz een „taisez-vous" tijdens zijn toespraak liet horen naar de hoek, die met Paso lini en Mickey Rooney een pittige dis cussie was begonnen. De Pepsi-prijs was vergezeld van een mosselensouper. BOERENBAL In Utrecht waren er twee bio scopen Studio en Camera en in Eindhoven drie, nl. Select, Studio M en het Phi lips Ontspannings Centrum, bij de ma nifestatie betrokken. Ook Eindhoven kende allerlei randactiviteiten. De uit reiking van de Philip Morrisprijs, een openingsfeest, een speciale avond voor de smalfilmers, een boerenbal annex de Japanse filmdag, een ont vangst van de gemeente, een massale invasie van Belgische scholieren. En hier zij nog eens herhaald dat al dus werd „geappelleerd en geboord aan een reserve die ongetwijfeld aan filmbezoek nog bestaat". Zo opende men de weg naar het publiek. De publieke belangstelling in Eind hoven was bevredigend, maar de at tractieve sfeer van de Utrechtse kel ders was er niet. In grote hoge zalen en gangen, waar men comfortabel stond of zat sprong niet de vonk over als in de opeengepakte Utrechtse ge zelschappen. Eindhoven had zijn eigen stijl, anders dan in de randstad, maar de belangstelling voor het medium was even groot. Huub Bals' film- een succes ge- SUCCES Wat heeft feest tot maakt? De films? Uiteraard! Maar geen film zou in het volle licht gekomen zijn als deze niet vergezeld waren geweest van een human touch, de vele leden van de casts. Ook niet als ze niet vergezeld waren gegaan van de ludieke sfeer van kel der met bars, wijn, biefstukken, mu ziek en een publiek, dat wij tot dus verre alleen kenden van Utrechtse studentenlustra en middelbare festivi teiten. Er kwam een onmiskenbaar geschool de groep filmkijkers, die zijn buiten lands kon hanteren in voorstellingen van ongetitelde films. Als een Nederlandse manifestatie heeft aangetoond, dat de stelling „film verloor aan het grote oudere pu bliek, maar wint bij de jongere gene ratie, die een betere opleiding krijgt" De gevels van Studio en Camera te Utrecht waar de Cinemanifestatie 1970 zich afspeel de. Met tentzeilen had men de openlucht verbinding met feestkelders en perskamer afgedekt. intrinsieke waarheid bevat is het wel de „Cinemanifestatie'70". SOCIAAL VERKEER Film werd vooral in Utrecht een object van sociale ont moeting van wildvreemden, die er het eerste woord voor hun contacten aan ontleenden en met filmkijken iets meer deden dan te be sluiten tot een „anoniem" bioscoop bezoek. Eén keer komen betekende duidelijk deel hebben aan het geheel. Dit is ons in vele gesprekken met ons totaal onbekenden overtuigend ge bleken. Het grote publiek heeft veel over de filmmanifestatie kunnen lezen, en zien op de beeldbuis. Het heeft zich niet verdrongen aan de kassa. Wat drong was een happy few van in de normen contestatie van deze tijd crawlende intelligente jongeren. VOORKEUREN Daaruit is een consequentie te trekken voor het verge lijken van de uitkomsten van de publiekprijs en de kritiek- prijs. Het publiek koos als eerste vier „Le clan des Siciliens", „Porcile", „De strijd om Algiers" en „Lions Love". Vijf werd „The killing of sister Geor- ge". Vier van de vijf bedrijfsfilms! Bij de kritiek was het lijstje: „Lions Love", „Modelshop", „Porcile", „Dou blé Suicide" (Japan) en „De Roden en de Witten" (Hongarije). De kritiek zet te „De strijd om Algiers" op de acht ste plaats. Het publiek plaatste op die rangorde „Doublé Suicide". „Model- shop" zakte bij het publiek naar de 16de plaats. Het grootste applaus kregen „Le clan", „Lions Love" en „La fiancée du Pirate". Pontecorvo's „Bataille d'AI- ger" kreeg een ontvangst apart, zó geestdriftig, dat deze apart mag wor den vermeld. Het „grote (kleine) publiek" van de Cinemanifestatie heeft zo aangetoond, dat de voorkeuren van wat zogeheten commercieel de Nederlandse biosco pen bereikt én wat een intelligent pu bliek verlangt niet wijd uiteen liggen. Integendeel! Het sociëteitskarakter van de Cine manifestatie, dat vooral daaraan zijn grote charme ontleende, roept de weemoedige vraag op „Waarom heeft iedere bioscoop niet van die Utrechtse kelders?" 12

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1970 | | pagina 12