cinestud 70
k
Steun voor initiatief
uit studerende wereld
U vraagt mij om mijn standpunt ken
baar te maken ten opzichte van stu-
dentenfilms, de rol van het protest in
de film en nieuwe ontwikkelingen. Wat
het eerste betreft kan ik zulks niet dui
delijker doen dan door te wijzen op het
feit, dat de Nederlandse Bioscoop
bond zich als bedrijfsorganisatie niet
beperkt heeft tot het zitting nemen in
een erecomité van het internationale
festival van studentenfilms, maar ook
door subsidies, het beschikbaar stel
len van prijzen en door mede te wer
ken aan de publiciteit vanaf de eerste
Cinestud in 1960, daadwerkelijk steun
heeft gegeven aan het initiatief tot een
manifestatie van studentenfilms.
Aanvankelijk hadden wij ons en
dan ga ik terug tot de jaren 1945/
1950 de ontwikkeling van de stu-
dentenfilm in ons land althans wat
rooskleuriger voorgesteld. Toen wij
kort na de oorlog een van de eerste
In de catalogus voor het stu-
dentenfilmfestival „Cinestud 70",
dat in februari te Amsterdam
werd georganiseerd, heeft de
voorzitter van de Nederlandse
Bioscoopbond een bijdrage ge
schreven welke wij hier in ge
heel afdrukken.
studentenbioscopen namelijk het
Kriterion Theater in Amsterdam tot
het lidmaatschap van de bedrijfsorga
nisatie toelieten, had ik persoonlijk
Het affiche van Cinestud '70 dat over de
gehele wereld werd verspreid.
de oprechte hoop, dat dit instituut
niet alleen als een financierings
lichaam zou gaan functioneren voor
studentenhulp, maar zich ook zou ont
wikkelen tot een cinecentrum van
filmenthousiasten in de studentenwe
reld, waaruit op welke wijze ook een
nieuw filmklimaat zou gaan ontstaan.
WORKSHOP
Dat laatste is zeker niet het geval,
welke verdiensten deze studentenbio-
scoop ook overigens moge hebben
uit hoofde van haar bijdrage in de
filmontwikkeling in Amsterdam. Deze
ontwikkeling is wat ons land betreft
veeleer ontstaan uit het Nederlands
Filminstituut, dat door de oprichting
van een Filmacademie als het ware
een workshop voor jonge studerenden
heeft geschapen die jaarlijks een aan
tal verdienstelijke werkstukken afle
veren, welke, gezien de ontvangst
vooral van de jongste resultaten, de
aandacht beginnen te trekken zowel
hier als in andere landen.
Dit proces is nog slechts in een be
ginstadium. Ik verwacht echter stellig
vanuit deze kring een succesvolle par
ticipatie in de internationale ontwik
keling van de studentenfilms. Niet al
leen de persoonlijke betrokkenheid
bij deze ontwikkeling, maar ook de
initiërende steun van de bedrijfsorga
nisatie om het mogelijk te maken, wij
zen er wel op hoezeer wij achter de
filmcreatieve initiatieven staan van de
studerende wereld.
ACTUALITEIT
Hoe meer de intelligentsia zich met
film bezighoudt, actief bezighoudt en
vooral creatief, zoals de laatste jaren
in toenemende mate gebeurt, hoe
meer dit zal bijdragen tot de film
ontwikkeling, inzonderheid wat betreft
de aanwending van het medium film,
de nieuwe filmstijl en de betrokken
heid van de film bij de bloedhete ac
tualiteit. Wat dit laatste betreft kan de
studentenfilm bepaalde verdiensten
niet worden ontzegd; integendeel,
door zich los te maken van de ,,1'art
pour l'art"-stijl en zich met het me
dium te storten in de turbulentie van
de actualiteit heeft zij de functie van
de film in het maatschappelijk geheel
verhevigd en essentiëler gemaakt. Het
staat voor mij vast, dat, zoals in het
20