Nieuwe ontwikkeling Deventer is dezer dagen een geheel vernieuwde bioscoop rijker geworden. Zij voldoet aan alle moderne eisen, zowel wat betreft accommodatie en technische voorziening als personeel en pro grammering. Een aanwinst voor een bedrijf, die dit keer niet onze aandacht vraagt als uitzonde ring, maar als de zoveelste in de serie ingrijpende moderniseringen, welke zich de laatste tijd aan het voltrekken zijn. Deventer heeft zich geschaard in de rij van Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Delft, Maastricht, Delfzijl, Hoogeveen, Heemskerk, Aalsmeer, Arnhem en Leeuwarden. In verschillende andere gemeenten zijn plannen in voorbereiding, wederom in Amsterdam, in Arnhem, in Leeuwarden, in Maastricht, maar ook in Utrecht, in Leiden en in Sneek. Na het experiment in Drente worden thans drive-ins geprojecteerd in de buurt van de grote steden. Er zijn, zij het aarzelend, tendenties in de rich ting van bepaalde winkelcentra en ook het proces van opsplitsing van grotere in meer kleine zaken, al enige jaren op gang, heeft nog geen einde genomen. De open balie van de nieuwe bioscoop in Deventer is als het ware symbolisch voor de veranderde aanpak, waarmede zich ons bedrijf tot het publiek wendt. Het experimenteel karakter, dat de programmering in een toenemend aantal bioscopen krijgt, sluit hier bij op gelukkige wijze aan. Ons bedrijf volgt duidelijk het spoor van ontwikkeling en vernieuwing dat voor al gaande is in landen waar men de op het bedrijf drukkende buitengewone lasten heeft afgeschaft en de bioscoop heeft herontdekt als een noodzakelijk element in het sociaal-cultureel patroon van een dynamisch veranderend leefklimaat. Voor vergrijsde leeftijdsgroepen, die als het ware onderuitgezakt zijn voor het televisietoestel, is een jong publiek in de plaats gekomen, dat, blijkens recente onderzoe kingen, naar de bioscoop trekt frequenter naar gelang de leeftijd vordert van 16 a 17 jaar naar 22 a 23 jaar, daarna enigszins stabiel blijft en vervolgens (vooralsnog) geleidelijk afneemt. Een parallel lopende ontwikkeling doet zich voor in de filmproduktie, zoals blijkt uit de verjonging van kader, de omwenteling in de creatieve sfeer, een duidelijk appel aan een publiek dat in de laatste 25 a 30 jaar geboren en getogen is. Wat hierin door een ietwat verouderde kritiek als contestatie dan wel als engagement wordt gezien is voor de huidige bioscoopbezoeker een gegeven en het zogenaamd zich af zetten tegen taboes is een vanzelfsprekende confrontatie in de ogen van een springlevende visueel ge vormde generatie. De open filmmarkt altijd door ons voorgestaan biedt, gezien de jongste ervaring, voldoende garantie voor diversiteit en actualiteit in het bioscoopprogramma. Het is verheugend, dat men zich daarbij naarstig be zint op bijsturing en verbetering. In wezen zijn wij daarom een sterk slijtend bedrijf, dat als het ware periodiek voor een ontzaglijke aanpassing staat, dit ten koste van onevenredig grote investeringen, dwars tegen steeds zwaarder wordende bedrijfslasten en een zwaar gesubsidieerde concurrentie in. Wanneer wij de Deventer-investering zouden relateren aan de investeringsbehoefte van het overgrote deel van ons bedrijf, dat voor eenzelfde uitgave staat, wil het niet gedoemd zijn te verdwijnen, dan is alleen reeds in de eerstkomende jaren een kapitaal nodig, dat de honderdmiljoen ver overschrijdt. De overbruggingsregeling van het Rijk, in afwachting van de afschaffing der vermakelijkheidsbelasting, heeft het de moedigsten onder ons mogelijk gemaakt hierop een voorschot te nemen en heeft anderen geholpen hun verliezen goed te maken. Dit is een eerste resultaat van het veranderde fiscale klimaat. Maar er blijft nog altijd een vermakelijkheidsbelasting te betalen die de toegestane subventie ver overtreft, ongeacht het voor ons, internationaal gezien, ongebruikelijk hoge percentage aan B.T.W. Deze omstandigheid en het uitblijven van de behandeling van het door de regering reeds twee jaar ge leden ingediende wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen inzake gemeentelijke en provinciale be lastingen vormen een belemmering in de ontwikkeling, die in eerste aanzet zich zo gunstig laat aanzien. Nu het mondeling overleg terzake tussen de bewindslieden en de bijzondere commissie uit de Tweede Kamer onlangs is beëindigd, mag erop vertrouwd worden Minister Beernink zinspeelde erop in de Eerste Kamer dat het Wetsontwerp in kwestie spoedig in openbare behandeling zal komen, een behandeling waarbij ons bedrijfsbelang, en met name de toekomst van ons bedrijf, in hoge mate is gemoeid. Overigens zal het verschil in de heffingspercentages van BTW en VB nauwelijks toereikend zijn om de lasten van de zo noodzakelijke investeringen op te vangen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1970 | | pagina 3