In Londen verscheen een projectie demonstratie onder naam „Theatro- graph" in 1896 en deze werd een groot commercieel succes, evenals andere demonstraties, welke looptij den van anderhalf jaar tot twee jaar kenden. De belangstelling van music- halls en vaudevilletheaters voor film was dermate, dat deze een regel rechte stoot werd voor het grond vesten van een Britse industrie. De Belgen hebben de wereld de naam Cinéma gegeven toen het dagblad La Chronique een zaal doopte als „Salie de cinéma". Ander highlight uit die jaren was de 23ste april 1896, waarop de commer ciële Amerikaanse bioscoop werd ge boren te New York aan de Herald Square, 34th Street. Het was Koster en Bial's Music Hall. STAKING Een omstandigheid welke in Amerika de film zijn grote kans gaf om popu lair te worden was het verzet ertegen van de vaudevilleartiesten. Zij gingen in 1900 in staking. Directies zetten toen terstond filmvoorstellingen in, ziende hoe de ene na de andere zaak over de kop ging door de staking. En o wonder, de films trokken méér publiek dan de artiesten. Maar toen dé" staking afgelopen was ontbrak het de zelfde directies aan visie. De voor stellingen werden weer ingericht als vroeger met dien verstande, dat film er aan werd toegevoegd als uitsmijter, „chaser". Wie zin had weg te gaan kon dat rustig doen. Een enorme zwaai naar een commer ciële behandeling van film als han delswaar werd gemaakt na de eerste vertoningen van de film „The great trainrobbery". Het succes deed niet alleen geld toevloeien van publiek naar theaters, die de film vertoonden, maar ook van de geldhandel naar de produktieplaatsen. Intussen werd tussen 1903 en 1908 in de USA het incidenteel exploiteren van een film meer en meer verlaten voor een permanente exploitatie in een daartoe ingericht pand. Dit kon gebeuren op basis van drie ontwikkelingen, nl. het ontstaan van permanente bioscopen, van continu filmproduktie in studio's en een sys teem van distributie. Tot dan toe kocht de exploitant de film zelf (per kilo), maar om kosten te sparen begon men onderling de films uit te wisselen. In 1903 stichtte een cameraman de Miles Brothers Exchange, welke zich opwierp als intermediair van studio's en exploitanten. De maatschappij verhuurde de films a raison van een kwart van de kostprijs Doetinchem 1900: Heden de reis van André naar de Noordpool. voor een bepaalde tijd. De grotere keuze voor minder geld gaf de ex ploitant gelegenheid een „program ma" samen te stellen en dit snel te verversen. Aanvankelijk gebeurde dit dagelijks. Miles Brothers bleek een zo lucratieve zaak, dat binnen vier jaar meer dan honderd verhuurmaatschap- pijen in Amerika opereerden. Zij kwamen al spoedig tot uitwisseling van ervaringen, waardoor films een zekere omschreven marktwaarde kre gen. Er begon onderscheid gemaakt te worden tussen „run" en „first run" en de 5de „run" was aanmerkelijk prijziger dan de 20ste. In 1908 waren er in de Verenigde Sta ten al meer dan tienduizend theaters en de vraag naar films was geweldig. Gevolg was dat de verhuurders de vraag niet konden bijlopen en de stu dio's evenmin. De Kinetoscope in bedrijf. Vermoedelijk werd aldus de bioscoop in deze vorm in de Amsterdamse Reguliersbreestraat geïntrodu ceerd. Het gaf het levenslicht aan wat wij tegenwoordig „witte films" zouden noemen. Zij werden ge„duped", het geen direct aanleiding is geweest tot stringent optreden en waterdichte be scherming van de filmrechten op in ternationale schaal. NEDERLAND Nederland deelde in de bloei. De „Cinemathographe" bezocht Amster dam, daarna Den Haag; Christiaan Slieker vertoonde zijn Kinematograaf in Leeuwarden, de gebroeders Mul lens hebben hun naam onafscheidelijk gehecht aan een reisbioscoop, die zeven jaar door Nederland trok, zoals ook de grondlegger van een bioscoop generatie, Jean Desmet deed, wiens The Imperial Bio tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven. Een juweel van een reisbioscoop, die zijn plaats kreeg, tussen kermisattracties. Het uit die tijd daterend kermiskarak- ter heeft zich zo vast gekit in be schouwingen over film en bioscoop, dat nü, 75 jaar later, de exploitanten, wanneer zij de gram van een kijker hebben opgewekt, de kermisafkomst

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1970 | | pagina 17