„Mini" toverwoord voor maximum rendement Wie met de belangstelling van een handelsman voor het culturele verloop de ontwikkeling van de bioscoopex ploitatie in Amerika bekijkt, ziet dat nog slechts een deel van de theaters herinnert aan de tijd der grote, luxueu ze filmpaleizen, die werden gebouwd in de jaren tussen 1915 en 1940. Die enorme zaken zullen vrijwel alle op kortere of langere termijn verdwij nen en niet worden vervangen. Hun exploitanten zijn ,,op trek gegaan" achter hun publiek aan. Dit heeft be langrijke consequenties. De jaren van de super-zaken met 4, 5- of zelfs 6000 plaatsen, zoals de Radio City Music Hall er nog een van de weinige is welke zich kan handhaven, zijn afgelopen. Een enkele als laatst genoemde zal de trend vermoedelijk overleven, omdat het nu een herinne ring is aan een glorietijdperk en be hoort op de „monumentenlijst". VAN 70 TOT 16 De actuele tendens gaat in de richting van mini-bioscopen, die zelden de capaciteit van 400 plaatsen overschrij den (en door het beleid dat het bedrijf na de oorlog heeft gevoerd past Ne derland daar wonderwel in). Hij gaat naar automatische uitrusting en naar combinatie van meer bioscopen in één complex. Ijveraars willen theaters laten beschikken over de gehele scala van breedten van 70 tot 16 óf alleen over 16 mm projectoren. De beheerder zit in wat de Fransen noemen in zijn bureau-cabine", en hij heeft ten hoogste nog één assistent, die bij de inloop de toegangsbiljetten verkoopt en in de pauze de zoetwaren. Gaat het érg goed dan is een derde assistent gewettigd. In dit kader wordt de tech nische scholing van de bedrijfs voerder plotseling van meer, zelfs doorslaggevende importantie. RAATVORMING We zien toenemende raatvorming" van bioscopen in een complex rond om de koninginnecel, waarin de pro jectoren verschillende zalen tegelijk bedienen. Het publiek krijgt aldus zijn „multi- programma". De mini-exploitatie richt zich voorna melijk op jeugdige kijkers, die wel een goede, maar geen te hoge prijs willen betalen voor een film en die vormt de economische basis voor de moderne beheerder. Over de gehele uitgestrektheid van de Verenigde Staten vindt men vandaag groepen van mini-bioscopen. Het is het gevolg van een overeenkomst ge sloten tussen de giganten United Ar- tists Theatre Circuit en Hollyday Inns of America (een reisbureauconcern, dat tevens de bestemmingen van zijn reizen exploiteert). Zij hebben een ketting van mini-bioscopen gevormd, die werden gevestigd in vakantiecen tra. Het gebrek aan nieuwe films op de Amerikaanse markt wordt bij een der gelijke multi-film-programmaexploita- tie natuurlijk snel nijpend. Alleen on dernemingen, welke uit formidabele middelen kunnen putten kunnen zich voor dergelijke intensieve marktbe werking films verschaffen. BELANGSTELLING Van andere ondernemingen zoals de Walter Read Organisation Inc. is be kend, dat zij in de startblokken staan om zich op de exploitatie van mini- cine-blocs te werpen. Noemen wij het geval van de Ameri can Multi Cinema, die in 1963 zijn eerste van twee- en meerling biosco pen opende en sedertdien andere en steeds grotere heeft gecreëerd in Omaha, Dallas en Houston. Deze complexen van multi-cinemas zijn in staat zes films tegelijk aan te bieden, een „familiekeuze". Zij dek ken alle leeftijden. Terwijl deze cine-blocs een warme ontvangst hebben gekregen bij het pu bliek blijken zij niet noodzakelijker wijze de exploitatie van de normale bioscopen te concurreren. Zij worden immers over het algemeen daar ge bouwd, waar part time-exploitatie zin heeft in vakantiecentra en veraf gelegen gebieden, welke tot heden nimmer door bioscopen werden ont sloten. Ook in Engeland voltrekt zich een der- gelijke'evolutie. Daar zien wij Rank op weg Om een aantal groepen van mini cinema's te koppelen aan zalen, die reeds bestaan. FRANKRIJK In Frankrijk wordt de formule ook omhelst met name voor nieuwe wijken van het region Parijs, zoals Clergy Pontoise en Mureaux. Maar tot dusver gaat het voor namelijk om splitsing van te groot geworden zalen zoals Pathé-Palace in Marseille, Marignan-Pathé, Wepler- Pathé en Convention-Gaumont te Pa rijs. Het belangrijkste project is de verbouwing van Paramount-Opera met 1700 plaatsen uit 1927, dat zal worden vervangen door een „drieling" met resp. 1000, 800 en 400 plaatsen. In het zelfde gebouw zal een op Amerikaan se leest geschoeide drugstore andere verlangens van het publiek dan alleen film begeleiden. Afgelopen maanden is het werk voor de bioscoop in de sous-sol begonnen. Een ander project is dat in het 15de arrondissement te Parijs waar de Ma gie Convention (900 stoelen) plaats maakt voor twee zaken met 300 en 200 plaatsen en een derde van onbekende grootte, terwijl in het zicht van deze enorme verbouwing de Convention- Gaumont en de Club 15 zich ieder een derde projectiezaal verschaffen. Op het belangrijke kruispunt van de Rue Vaugirard en de Rue de la Convention verrijzen plotseling twee groepen van drie zaken met zes verschillende pro gramma's ten dienste van het publiek. Dit zijn feiten uit een nieuwe ontwik keling, begonnen in Amerika, die nu overwaait naar Europa. Het lezen van de Franse vakbladen laat zien, dat er dozijnen van dergelijke projecten wor den opgezet of uitgevoerd. MULTI-PREMIERE Er is daarbij een karakteristieke over eenkomst te ontdekken tussen de bio scopen van Parijs-centrum en van de periferie. Zij worden bijna alle als „salie d'exclusivité" (première-theater) geëxploiteerd. De tijd van 1937, toen de bioscoop Marivaux in zijn reclame voor ,,La grande illusion" kon zetten: „deze film zal niet binnen een jaar in een andere Parijse bioscoop worden vertoond" is lang geleden. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de gelijktijdige exploitatie van één film in twee bioscopen tegelijk. Aanvankelijk waren er twee van deze zogenaamde tandems „Colisée-Marivaux" en ,,Ma- rignan-Francais". Allengs kwamen er meer en ging men over tot uitbreng in drie en meer Parijse theaters tege lijk. Men dekte vaak driekwart van de stad met één première. Het record staat op naam van de film Borsalino, die in tien zaken vertrok voor het Franse roulement: drie op de Champs Elysées, twee op de boule vards, een in Montmartre, een in Quartier Latin, twee in Montparnasse, een in Montrouge, terwijl de film een dozijn vol maakte in Publicis-Orly en Cyrano in Versailles. Deze politiek heeft de exclusiviteit van de centrale premièretheaters krachtig doorkruist. Het kost weinig moeite de voordelen van de massale uitbreng te ontdekken. Om te beginnen was het een kwestie van recette en publiciteit. Men geeft zoveel mogelijk mensen tegelijk gele genheid na intensieve reclame de film te bezoeken. Daardoor wordt het ver blijf van de film in de hoofdstad sterk bekort en kan hij sneller afreizen naar de provincie. Onderzoeken hebben uitgewezen, dat het Franse publiek

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1970 | | pagina 23