van de bioscoopexploitatie niet mogen
worden onderschat.
Ook heeft het Hoofdbestuur zijn be
duchtheid uitgesproken dat de Burge
meester zich bij het nemen van zijn
beslissingen zou kunnen beroepen op
landelijke, particuliere filminstituten.
Het gevaar is immers niet denkbeel
dig, dat in bepaalde gemeenten deze
adviezen tot norm zullen worden ver
heven. Wel hebben wij ons gereali
seerd dat wij ten aanzien van de toe
passing van de artikelen 240 en vol
gende van het Wetboek van Strafrecht
geen geringere verantwoordelijkheid
kunnen verlangen dan die welke alle
burgers hebben te dragen.
Wij hebben ons over de mogeijlke
consequenties ampel beraden, niet al
leen wegens de risico's die de ver
toning van bepaalde films in verband
met een eventueel justitieel ingrijpen
kan opleveren, maar ook met het oog
op de beïnvloeding van het zakelijk
verkeer tussen importeurs en afne
mers. Wij hebben terzake een onder
houd gehad met de ministers van Bin
nenlandse Zaken en Justitie, in aan
wezigheid van hun naaste adviseurs.
Tijdens de discussie over een even
tuele wijziging van de Bioscoopwet in
de Kamer heeft de minister van Bin
nenlandse Zaken mededeling gedaan
van de instelling van een nieuwe com
missie, geheten Commissie inzake
consequenties afschaffing filmkeuring
voor volwassenen, de zogenaamde
Commissie Zedelijkheidswetgeving,
waarin spreker het Hoofdbestuur ver
tegenwoordigt. Deze commissie zal de
wijziging van de Bioscoopwet in on
derlinge samenhang met artikel 221
van de Gemeentewet en de desbetref
fende artikelen van het Wetboek van
Strafrecht moeten bezien.
De commissie heeft inmiddels een in
terim advies uitgebracht. Geadviseerd
wordt de bestaande leeftijdsgrenzen
voor jeugdigen voorlopig te handha
ven op 14 en 18 jaar." De voorzitter
memoreerde hier in het kort het ad
vies, dat wij intepaal afdrukken op
pagina 23.
„Zoals u bekend zal zijn heeft de
minister toegezegd dat wijzigingsvoor
stellen zo mogelijk nog in het lopende
zittingsjaar zullen worden ingediend.
Tenzij onvoorziene omstandigheden
zich zouden voordoen ziet het er naar
uit, dat het alle discriminerende bepa
lingen ten opzichte van ons bedrijf
overboord zal gooien, uitsluitend een
keuring voor jeugdigen zal handhaven,
door een speciaal hiervoor in het le
ven te roepen commissie, en dat
artikel 221 van de Gemeentewet te
gelijkertijd zal worden herzien.
Het vergunningsstelsel zal alsdan ko
men te vervallen en ten aanzien van
de toepasselijkheid van artikel 240 e.v.
van het Wetboek van Strafrecht zullen
nadere beleidslijnen worden ontwik
keld.
Een derde zaak die evenzeer met de
historie van onze organisatie ver
weven is, is die van de muziekauteurs-
rechten. Over het principe waren wij
destijds na 13 jaar procederen uit
gepraat, niet over de condities waarop
ons het gemonopoliseerde instituut
Buma toestemming wenst te verlenen.
Wij zijn thans gedurende twee jaar
opnieuw in de clinch geweest met
Buma, dat na opzegging van een ja
renlang goed functione'ende overeen
komst een tariefsverhoging suggereer
de van maar liefst 100%. De vergade
ring zal wel van ons willen aannemen
dat wij niet aanstonds gereed stonden
onder het juk door te gaan. De rege
ringscommissaris, die inmiddels op de
hoogte was gebracht van de conflict
situatie heeft ons in een volgens het
K.B. verplichte hearing in de gelegen
heid gesteld onze bezwaren kenbaar
te maken, zulks in aanwezigheid van
Buma. Hoewel enige bemiddelings
pogingen van de kant van de rege
ringscommissaris niet tot onmiddellijk
resultaat hebben geleid, heeft Buma
toch korte tijd later water in de wijn
gedaan.
In het algemeen zou ik nog dit willen
zeggen. Het Hoofdbestuur heeft zich
natuurlijk meermalen bezig gehouden
met de bestudering van de problema
tiek waaraan het bedrijf onderhevig is.
De voorzitter 1. G. 1. Bosman drukt de heer
1. Th. van Taalingen (links) de hand. Een
kwart eeuw bondshistorie is hiermee afge
sloten. Er is een nieuwe Bondsdirecteur.
Ik moet echter wel zeggen dat de
zaken die op korte termijn om oplos
sing vragen zich dermate urgent aan
dienen en zo veelvuldig zijn, dat voor
de benadering van deze problematiek
onvoldoende tijd is overgebleven.
Zo is bijvoorbeeld geheel onverwacht
een- expeditiekwestie gaan ontstaan
men mag wel zeggen een speer op
de achilleshiel van het bedrijf het
geen een snel ingrijpen van het Hoofd
bestuur noodzakelijk heeft gemaakt.
De resultaten hiervan worden u straks
aangeboden in de vorm van een voor
stel het Hoofdbestuur te machtigen de
kosten van een grote transportonder
neming af te sluiten vervoersovereen-
komst voor het filmmateriaal over de
leden-bioscoopevploitanten en -ver
huurders om te slaan.
Het Hoofdbestuur hecht er niettemin
grote waarde aan om de leden via de
mogelijkheden die statutair zijn ge
opend voor het houden van Bonds
congressen, op gezette tijden bijeen
te nodigen voor het houden van dis
cussies over actuele zaken, ons be
drijf betreffende, maar vooral om te