Welkom aan de nieuwe directeur „Tijdvak-Bosman nog niet afgesloten" J. Nijland namens Hoofdbestuur: Toen het besluit was gevallen en de voorzitter de nieuwe bondsdirecteur de heer J. Th. van Taalingen binnen het carré der vergaderden riep voor zijn installatie klonk een langdurig applaus. De heer Bosman verwelkomde zijn op volger als directeur als volgt: „Mijnheer Van Taalingen, ik wens u van harte geluk namens het Hoofd bestuur. Ik kan u wel zeggen, dat het directeurschap en dat hebt u een groot aantal jaren van nabij kunnen bekijken bepaald geen wegwerpartikel is. Het is een bijzonder moeilijke taak, een bijzonder moeilijke functie, omdat het een functie is die uitge oefend moet worden in een bijzonder moeilijk bedrijf onder ongelooflijk moeilijke omstandigheden. Wat ik in u waardeer is, dat u deze functie niet gezocht hebt, u hebt niet gesolliciteerd, u hebt er niet om ge vraagd. Wat ik tevens in u waardeer, en dat is eigenlijk wat op het Hoofd bestuur een grote indruk heeft ge maakt, is dat u zonder pretenties te laten gelden, laten wij maar rustig zeggen de grote stille ruggesteun bent geweest van de directie en daardoor van het Hoofdbestuur in het formu leren van stukken, bij het organiseren van de zaken en de laatste tijd ook in het circuleren van besprekingen. U houdt van dit bedrijf. U wenst voor dit bedrijf op te komen en u weet als tiet nodig is ook te vechten. Dit vind ik namelijk een van de dingen, die wij nodig hebben. Want wat wij ook mo gen onderzoeken, wat wij ook mogen doen, al mocht straks de vermakelijk- heidsbelasting afgeschaft zijn, als de wet volwassenen toelaat, dan zal nog altijd het bedrijf een gevecht nodig hebben. Het zal altijd in „een situatie" zitten. Ik zie al zo weer voor mij de strijd om de B.T.W., ik zie al zo weer voor mij de moeilijkheden, die je niet alleen in nationaal verband kunt op lossen. En dan komen ook de nood zakelijke dingen, de kwaliteiten, waar aan een directeur moet voldoen, dat die zijn talen spreekt en dat die ook weet te spreken de taal van degene met wie hij in contact komt, namelijk met de overheid, met instituten, met het maatschappelijk leven en met de buitenlandse organen. U hebt ook in het E.E.G.-werk bewezen daarvan een zeer speciale studie te hebben ge maakt. U bent een specialist in het verenigingsrecht. Ik kan niet anders zeggen (en dat mag dan ook de vergadering van mij per soonlijk aannemen op grond van mijn meer dan 30-jarige ervaring) ik geloof dat het directeurschap bij u in veilige handen ligt en dat daarmee, wat ik zo enorm belangrijk vind, de continuïteit van die functie is verzekerd. U hebt tevens door een gedeeltelijke academische vorming een zodanige instelling, dat u een bepaalde kijk kunt opbrengen ten opzichte van een ver ruiming van uw taak. Ik hoop, dat het u gegeven zal zijn om in een goede gezondheid te werken in een volledige samenwerking met het bureau en dat u het vertrouwen zult verwerven van alle leden ik weet, vele leden ken nen u niet, zoals ik dat, dat mag ik wel zeggen, zoveel jaren heb mogen genieten. Veel succes in uw nieuwe functie." De heer Van Taalingen antwoordde: ,,ln de eerste plaats dank ik u voor uw- hartelijke woorden. Ik ben het Hoofd bestuur erkentelijk dat het mij voor de functie van Bondsdirecteur heeft wil len voordragen. Ik zeg de Bondsraad dank voor het vertrouwen, dat men in mij heeft willen stellen, en ik hoop in derdaad mijn uiterste best te kunnen doen om met steun van u allen hier in goede harmonie, ook met steun van het Bondsbureau, alle belangen van dit toch altijd boeiende en ondanks alle moeilijkheden nog altijd spring levende bedrijf zo goed mogelijk in de toekomst te kunnen behartigen." Volkomen onverwacht voor de schei dende waarnemend-bondsdirecteur, de huidige bondsvoorzitter, nam toen de ceremonie van de installatie van de heer Van Taalingen was beëindigd de heer J. Nijland namens het Hoofdbestuur van de Bond het woord en sprak de heer Bosman toe: „Door de benoeming van een nieuwe Bondsdirecteur is aan uw directeur schap thans definitief een einde ge komen. Ik zeg „definitief", omdat immers vorig jaar reeds na uw benoe ming tot Bondsvoorzitter de voort zetting van het Bondsdirecteurschap moest worden aangemerkt als een tijdelijke aangelegenheid. Het tijdvak-Bondsdirecteur is welis waar afgesloten, doch gelukkig niet het tijdvak-Bosman. Wij prijzen ons gelukkig u nog in ons midden te heb ben en te kunnen profiteren van uw grote gaven. Moge dan de continuïteit van uw werk zaamheid op het terrein van de Bonds organisatie worden gehandhaafd. Uw functionering als Bondsdirecteur is niettemin geëindigd. Wij kunnen en mogen hieraan niet zo maar voorbij gaan. Wij zijn ons ervan bewust, dat dit heengaan als Bondsdirecteur voor u persoonlijk toch ook wel een zaak is, die meer is dan een formaliteit. Wij beseffen, dat u zich in dit directeur schap volledig hebt ingezet ten dienste van het algemeen belang van het Ne-, derlandse film- en bioscoopbedrijf, dit begrip in de ruimste zin genomen. Toen u na de oorlog tot de functie van Bondsdirecteur werd geroepen, hebt u dit aangegrepen om op bewon derenswaardige wijze aan die functie inhoud en gestalte te geven. U hebt in een tijd, toen iedereen vervuld was van het streven om een nieuwe wereld op te bouwen op hetgeen nog restte na de woede van de oorlog, uw aan deel genomen in de wederopbouw, de wederopbouw dan meer speciaal van deze organisatie, van dit bedrijf. Uw inzichten in hetgeen moest ge schieden, waren in de oorlogsjaren, toen u door de bezetter en zijn tra wanten uit uw werk werd gestoten, gerijpt. Veel van wat in die gedwongen periode van werkeloosheid werd voor bereid, is na de oorlog gerealiseerd. Het Bondsbureau werd gereorgani seerd en werd een handzaam appa raat ter vervulling van zovele taken. Het handelsverkeer tussen filmver huurders en bioscoopexploitanten werd nader geregeld en wel zodanig, dat er evenwichtige verhoudingen ont stonden. De Bond werd door de over heid aangewezen als deviezeninsti- tuut, de recettecontrole en de statis tiek kwamen van de grond, de Buma- administratie werd ingesteld, de ves tiging van nieuwe zaken kreeg een nieuwe, aangepaste basis. Ik doe slechts een greep uit vele dingen. Doch daarnaast waren er de oneindig vele zaken die moesten worden ge-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1970 | | pagina 8