„Kritische instelling is het
zout van de organisatie"
H. W. Hagenberg: persoonlijke titel
aldus de Bondsvoorzitter
daan. Van deze zaken wil ik vooral
noemen de oplaaiende strijd tegen de
vermakelijkheidsbelasting, die tot ex
cessieve hoogten was opgestuwd. De
gehele naoorlogse tijd is er één on
afgebroken actie gevoerd tegen dit
fiscale anachronisme, een actie die
bijzonder veel van uw tijd en werk
zaamheid heeft gevergd. Men vergeet
de dingen gauw en wie spreekt er nog
over een paar procenten belasting
verlaging, nu een reductie op de ver
makelijkheidsbelasting voor het over
grote deel en zelfs een belastingaf
schaffing al weer worden beschouwd
als dingen die vanzelf spreken, als
iets waarop men min of meer recht
heeft alsof er in dergelijke zaken
ooit sprake kan zijn van rechten. Maar
die paar procenten verlaging van ge
meente tot gemeente waren indertijd
successen die werden verkregen na
veelal bijzondere inspanningen.
Zo is het gegaan met tal van kwesties
die een bijzondere last hebben gelegd
op u en uw bureau, dat dank zij uw
organisatietalent als een goed ge
oliede machine een enorme hoeveel
heid werk heeft verzet.
Door de wijze van uitoefening van het
directeurschap hebt u met name bij
gedragen tot een verbetering van het
aanzien van ons bedrijf. U hebt sterk
bevorderd, dat filmculturele activitei
ten werden ontwikkeld, waardoor onze
organisatie niet alleen maar werd ge
zien als een bond van ondernemers.
Ik geloof dat u én door uw optreden
én door uw stuwende werkzaamheid
op filmcultureel terrein hebt weten te
bereiken, dat de Nederlandse Bio
scoopbond door de overheid wordt
aangemerkt als de spreekbuis bij uit
stek in de filmsector en dat die over
heid op grond van de functie van onze
zaken in maatschappelijk en cultureel
opzicht ons uiteindelijk fiscaal heeft
willen tegemoetkomen. Ook de om
standigheid, dat de Bond op het ter
rein van de bioscoopwetgeving als
een der voornaamste adviseurs van de
regering geldt, moeten wij daaraan
danken.
Mijnheer Bosman, u gaat nu als
Bondsdirecteur heen na deze zware
functie gedurende precies een kwart
eeuw op onnavolgbare wijze te heb
ben bekleed. Dat is een lange tijd, in
uiterst moeilijke omstandigheden.
Daarvoor zijn wij u bijzondere dank
verschuldigd." Deze dank werd ook
uitgedrukt in een stoffelijke vorm.
De heer J. P. M. A. Smulders nam na
de heer Nijland het woord en sprak
namens de naaste medewerkers van
de heer Bosman, waartoe ook hij be
hoort. Hij zei onder meer:
„Wat u in uw functie van Bonds
directeur voor de verschillende Bonds
voorzitters hebt betekend, dat kunnen
wij slechts vermoeden. Zij zullen dit
zeer zeker nog lang in herinnering
hebben en met volle dankbaarheid. Ik
heb al verschillende malen gehoord,
dat zij steeds hebben teruggedacht
aan de persoon van Jan Bosman, die
de moeilijke functie die zij hadden
plezierig, en soms ook aanmerkelijk
makkelijker heeft gemaakt. Ik wil be
sluiten met de vurige wens en ik meen
te mogen spreken uit naam van deze
vergadering en uit naam van alle le
den van de Bond, dat wij gedurende
de jaren, die u nog ter beschikking
stelt van de organisatie, fijne en pret
tige jaren tegemoet gaan. Ook wens
ik dat daar twijfel ik niet aan de
samenwerking tussen de Voorzitter en
de nieuwe Bondsdirecteur min of meer
aan de ideale vorm zal grenzen."
Mr. H. B. F. J. A. Peters richtte zich
vervolgens tot de heer Bosman:
„De heer Nijland heeft een uitvoerig
betoog gehouden over wat u allemaal
hebt betekend voor de exploitanten en
voor de filmdistributeurs.
Maar namens de Bedrijfsafdeling Film-
produktie wil ik toch niet nalaten onze
bijzondere dank uit te spreken voor
het feit, dat u het initiatief hebt ge
nomen, bij uw zorgen voor alles wat in
Nederland met film te maken heeft, dat
ook de filmproducenten als volwaar
dige leden tot de Bioscoopbond kon
den toetreden.
Uw invloed heeft er zeker toe bijge
dragen, dat in de herstructurering van
de Bond voorzien werd in een behoor
lijke plaats van onze afdeling. Uw blik
in de toekomst en uw vertrouwen in
de samenwerking en uw verziende
blik heeft gemaakt dat de filmprodu
centen als leden en als afdeling ge
ïncorporeerd zijn in deze organisatie.
U heeft in uw rede al gewezen op de
snelle en zeer ingrijpende evolutie van
deze tijd en dus ook voor ons bedrijf.
U hebt ook gezegd, dat onze afdeling
allerlei nieuwe dingen zoals de cas
settes in de schoot geworpen krijgt.
Of dat nou precies zo zal zijn, dat
weet ik niet. Ik kan u wel verzekeren,
dat, wanneer dat het geval zou zijn,
onze afdeling proberen zal uit die
schoot iets naar de andere bedrijfs
afdelingen terug te brengen."
De voorzitter overrompeld door de
langdurige en onverholen blijken van
waardering gaf de verrassing van
dit ogenblik ruiterlijk toe in een dank
woord met een climax voor adj.-direc
teur H. W. Hagenberg. De heer Bos
man zei: „Ik ben op vele dingen voor
bereid; ik was hier niet op voorbereid.
Ik kan u alleen maar zeggen, dat dit
moment voor mij meer betekent dan
ik nu eenmaal gewend ben te laten
blijken.
Het ware misschien beter geweest als
ik in alle oprechtheid had kunnen zeg
gen: naar het voorzitterschap heb ik
nooit gestreefd. Ik had mijn taak graag
beëindigd als Bondsdirecteur en het
zou mij een glorie geweest zijn wan
neer ik, zoals de zaak aanvankelijk was
voorzien, het volgend jaar had kunnen
gaan met een paar bereikte dingen:
namelijk een Bond zoals die nu weer
op nieuwe fundamenten is ge
schraagd, een bedrijf zonder extra
lasten en een bedrijf, dat altijd nieuwe
mogelijkheden heeft om zich aan te
passen aan de nieuwe omstandig
heden. Dan was daarmede mijn taak
beëindigd geweest. Ik hoop dat nu
nog in de twee jaar als voorzitter, zij
het dan langs een andere weg in de
samenwerking met de naaste mede
werkers, en in het bijzonder met het
Hoofdbestuur, klaar te spelen.
Maar ik kan u wel zeggen, dat het mij
spijt, erg spijt, dat ik afscheid moet
nemen van een functie, waaraan ik
met hart en ziel, verknocht ben. Ik ben
daar door de jaren heen ingegroeid.
Ik ben door de jaren heen van dit be
drijf gaan houden, van de mensen die
hierin werken. Ook dat is een heel be
langrijk ding. Die mensen met al hun
eigenaardigheden, persoonlijk hou ik
daarvan. Ik heb altijd een kritische in
stelling bijzonder gewaardeerd, omdat
een kritische instelling tenslotte het