Adverteren is een waardevolle informatie LONDEN: BETERE SERVICE AAN PUBLIEK Tijdens een congres over communica tie georganiseerd door het Neder lands Cultureel Contact kwam terloops de bioscoopreclame even ter sprake. Deze werd genoemd als een voor beeld (maar niet als een goed voor beeld) van communicatie van de zen der met de ontvanger (de adverteer der en de lezer). De bioscoopadver tentie kwam naar voren als een tech niek, die het om een of andere reden tóch doet (zie citaat). Maar geen reclamedeskundige zal warm lopen voor advertenties, met uit zondering van sommige, waarin méér geïnvesteerd is dan alleen wat aan trekkelijke gezichten of zoveel meer van het lichaam als de krant toelaat, gezet tegen wat opwekkende adjec tieven. Mogen wij de FFA-marktstudie ge loven en waarom zouden de gron dige Duitsers het bij het verkeerde eind hebben? dan is 58 procent van de mannelijke en 69 procent van de vrouwelijke bioscoopbezoekers even blijven hangen bij de bioscoop advertentie. 45 Procent van de bevol king kijkt er naar, als is men niet eens van plan te gaan. Als het om dagbladadvertenties gaat blijkt dat 79 procent van de lezers de bioscoopadvertenties opmerkt. 70 Pro cent van de mannen en 58 procent van de vrouwen die een bioscoop be zoeken hebben hun informatie uit de krant. Hier gaat dus op „De krant kunt u niet missen, geen dag!". De Duitse bezoekers laten zich maar voor 2 procent door kritieken verlei den naar een bioscoop te gaan. Maar 26 procent van de totale bevol king gaat spontaan naar een film na het lezen van advertenties. Van de on dervraagde bioscoopbezoekers was dat percentage zelfs 35. Dat geeft te denken. Te denken nl. over het veranderen van de plaatsingstechniek en de sa menstelling van de annonces. Men kan zich afvragen of de attentie waarde kan worden vergroot. Er kan wellicht nog worden gesleuteld aan de referentie, die de adverteerder mag verwachten van een lezer, welke nauw samenhangt met zijn al dan niet be geren een film te gaan zien. Hetgeen dan weer de daad, het bioscoop bezoek moet veroorzaken. Nu mist het niet, dat onze advertenties opvallen. Maar de vraag is of b.v. de start van een campagne niet te zwaar is en de interval tussen de onderscheidene plaatsingen niet eveneens veel te groot. Herinnert men zich zo'n start wel lang genoeg? In deze tijd, waarin informatie als onderwerp centraal staat, kan men bij zichzelf te rade gaan of onze ad vertentie, die zoveel „goede dingen" heeft, het niet juist laat afweten op het terrein van het geven van in lichtingen om zodoende een optimaal resultaat te boeken. Wat weet een lezer eigenlijk van een film na het bekijken van de adverten tie. Hij weet de titel. Er moet al heel wat aan vooraf zijn gegaan wil een titel- zonder-meer aanslaan. „Woodstock" kan je verkopen met alleen de datum. Maar „De kapriolen van Jansje"? Of een film die alleen maar „Boem is ho" heet? Daar moet wat meer bij staan. Een strooisel regisseurs- en acteurs namen brengt geen uitkomst, als er geen keien tussen zitten die het genre markeren. Dan maar een kreet ertegenaan: „Een schiereiland scheurde van het vaste land door de passie daar bedreven." Het is al even nietszeggend als „Spannend, sensationeel" of „De be langrijke oorlogsfilm" of „De film die u niet mag missen". Democratische lezers willen dat zelf uitmaken. Een lijstje, naar het positieve oordeel toe, geknipte woordjes uit perskritie ken wil ook nog wel eens helpen zo menen velen. Hetgeen in tegenspraak moet worden geacht met het belang stellingscentrum, dat kritieken uit maakt voor een krantelezer. Men zou meer te rade moeten gaan bij anderen die óók van verhalen leven de boekhandel. Kijk nu eens gewoon in folders over boeken. In zes regels krijgt men de gehele waar uitgestald. Men kent genre, inhoud, de status van het boek, de prijs, enfin alles wat de verkoper kwijt wil. En dat is vaak heel veel! Mensen van nu zijn het gewend te le zen. Als men politieke of zakelijke oogmerken durft verkopen met tekst advertenties in de trant van „Is dat nu eerlijk Marga?", dan hoeft men toch niet te vrezen ook de bioscoopadver tentie eens te „beletteren" met een korte inhoud. Want dat is pas werkelijk informatie verstrekken. Wanneer de spontane reactie er al is op de titel sec, dan kan die alleen maar vergroot worden met een goed geschreven korte inhoud. CITAAT „Alleen de jongens van de bioscoop hebben het in hun wanhoop begrepen: Reuzen en reuzinnen onder de edelen met al hun zwakheden, afgunst, eer zucht en weerzinwekkende perversi teiten; Leeuw in de winter." „Je weet tenminste, waar het over gaat," zei J. M. Galjaard, hoofd af deling voorlichting van Den Haag, naar aanleiding van de advertentie voor Lion in winter. „Ik wil niet pleiten voor deze metho diek, maar voor mij is zeker, dat op het gebied van aankondigen en ad verteren het cultuurbedrijf nagenoeg het achterlijkste bedrijf van Nederland is, met een hardnekkig misverstand omtrent wat goed adverteren eigenlijk is." ONDERGRONDS LIJNBAANTHEATER BIJNA VAN DE GROND Onder het Kunstcentrum aan de Rot terdamse Lijnbaan krijgt het nieuwste filmtheater van de Maasstad gestalte. Een roltrottoir voert het winkelend Lijnbaanpubliek naar een soort on deraards pleintje dat toegang geeft tot de sousterrains van een meubel zaak en een warenhuis, een kiosk, een jazzkelder en de modern uitge voerde vitrines, kassa, zaal en foyer van het LIJNBAANTHEATER. De bioscoop, waar de projectie ge heel automatisch wordt geregeld, gaat 250 plaatsen tellen. Drie van de ach terste rijen bestaan uit „love-seats". De programmering zal vooral gericht zijn op het art-house produkt. Ge streefd wordt het Lijnbaantheater in december te openen. In Londen zijn distributeurs en thea terondernemingen met elkaar om de tafel gaan zitten om meer coördinatie te krijgen in het uitbrengpatroon van de stad Londen. Tot dusver was het zó, dat men benen moest maken om de films aan de over kant van de Theems te gaan zien, om dat men zeker was van één feit: „wat links van de rivier draait komt nooit rechts ervan" (en andersom). Toen men na een harde dag van on derhandelen uit elkaar ging was de traditie gebroken en lag de weg open voor een Londense uitbreng met 30 kopieën tegelijk verspreid over de stad. 11

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1970 | | pagina 10