Franse cijfers Het Centre National de la Cinémato- graphie Francaise heeft na onder zoekingen in 1954, 1958 en 1964 tus sen half mei en juni een vierde en- quêtering laten plaatsvinden door het Institut Francais d'Opinion Publique. Deze onderzoekingen hebben merk waardigerwijze andere conclusies ge wettigd dan soortgelijke enquêtes in Duitsland en Engeland. Kwam in Duitsland dr. Dichter tot de overtuiging dat de bioscoop in het oog van het publiek qua aanzien sterk is gedaald, de Fransen schijnen daar anders over te denken. En waar de Britten klagen over de doorstroming van nieuwe films hebben de Fransen evenmin iets op te merken. De Fransen staan positiever ten op zichte van opvallende gevelreclames en zijn ingenomen met de even op vallende standpunten van jonge re gisseurs in hun werk, wat die bezoe kers in het licht van vernieuwing aan genaam vinden. Dat geeft stof tot spreken naast de vele nieuwe ti tels opdat het bestaan van film en bioscoop niet wordt vergeten. De 174 enquêteurs richtten zich hoofd zakelijk tot leeftijdsgroepen tussen 15 en 49 jaar en daarvan weer slechts diegenen die in de voorgaande 12 maanden in steden met meer dan 10.000 inwoners naar de bioscoop wa ren geweest. 43.5% Ging minstens eenmaal per maand naar de bioscoop en voor 39 gold de zaterdag als de aan gewezen dag. 21 Koos de zondag uit voor bioscoopbezoek, 9 de vrij dag. 54% Gaf er de voorkeur aan met- z'n-tweeën te gaan (maar echtparen betrokken daarin zelden hun kinde ren), 36% blijkt gedrieën te gaan of zelfs met meer. 10% Gaat maar al leen. 46.1 Van alle ondervraagden is tus sen 15 en 24 jaar oud. 73% Maakt een tamelijk bewuste keu ze en 40 neemt als de bioscoop is uitverkocht geen genoegen met een andere film. De antwoorden onthul den dat de mannen tussen 25 en 34 jaar graag vaker naar de bioscoop zouden gaan, maar in hun voorne mens worden belemmerd door entree prijzen, die niet passen bij hun budget. Die prijzen gaan vanaf Fr.frs. 7.50, of wel ca. 4,50. 28 Zegt echter dat door het vele werk er geen tijd overblijft. 23 Deelt mede dat de voornaamste belemmering is dat men thuis geen oppas voor de kinderen heeft. 77 Deelt onomwonden mede „niet alles kunnen zien, is toch maar bar vervelend" en ,,een erg gemis". 81 Van de vrouwen en 72 van de mannen put uit het bioscoopbezoek rijke stof voor gesprek. 10 Aanplakbiljetten en gevelstukken zijn in Frankrijk nog altijd belangrijke en invloedrijke dingen want 65% laat er zijn keuze door beïnvloeden (hetgeen niet in overeenstemming is met de „bewuste" keuze van 73%). Mondreclame is voor 53% een be langrijker aanbeveling dan een krante kritiek (39%). Belangrijke topics uit de filmaanbie- ding zijn wat betreft het publiek: het onderwerp (71 de spelers (66%), de regie (29%). Gevraagd naar de belangrijkste bron van informatie over film kreeg men ten antwoord: de dagbladen. Duidelijk is geworden dat de film het doel is waarheen men gaat en dat het theater wezenlijk bijzaak is, zij het een belangrijke. (On ne va pas au cinéma: on va voir un film.) 81 Van ondervraagden heeft een TV-toestel en 50% van die toestellen zijn minder dan 5 jaar in gebruik. 88 Vertelt dat „TV de bioscoop niet vervangt" (vooral om de kleur gaat het dan, het grote scherm en het feit dat men eens uit huis kan gaan). 63% Ziet per week minstens één (bioscoop)film op TV. De meerderheid (64 vindt het prettig, dat je een film kunt uitkiezen naar eigen smaak, en deze behoefte aan differentiatie vonden de enquêteurs speciaal bij jongeren onder 24 jaar. De belangstelling voor filmamusement blijkt niet groter of kleiner dan voor moeilijker films. 44 Constateert een vooruitgang in kwaliteit van de film ten opzichte van het jaar tevoren. 17 Is teleurgesteld en vindt ze minder goed. De films die men het liefst ziet zijn achtereenvolgens films met een gulle lach (70%), thrillers en westerns (70%), kostuumfilms (66%), teken films van lengte en ten leste „films a these ou engagés" (61 Afgewezen werden oorlogsfilms (51%), horror (65%), musicals (58%), sex en'geweld (50%). 71 Der ondervraagde Fransen houdt van „bijwerk" en dan het liefst een korte film. 34% Spreekt zich on omwonden uit voor een journaal. 32 Vindt de pauzes in de theaters veel te lang. Er werden 1504 mensen ondervraagd in 100 steden van meer dan 10.000 in woners. 68.3% Woonde in grote agglomera ties, waarvan 30% in Parijs en om geving en 38% in provinciesteden met meer dan 100.000 inwoners. Slechts 13% van de Fransen is niet tevreden met het comfort in de bio scopen. Gevraagd naar waar men eigenlijk zijn bioscoop zou willen hebben zei 59% „in het winkelcentrum". Het aantal mensen dat minder om een drive-in geeft is groter dan van de liefhebbers nl. 57 tegen 37 83% Der ondervraagden beklaagden zich dat je de kinderen niet kan mee nemen en vroeg naast de bioscoop voor volwassenen een kindertheater met kinderfilms en pedagogische be geleiding. Kijkt men naar de percentages dan blijkt er voor alle genres films een publiek te bestaan. Weliswaar is de vraag naar ontspanning groot maar die naar problemen is niet veel ge ringer. Erotiek en geweld frustreren in Frankrijk een veel groter aantal mensen dan werd aangenomen en men vraagt zich af of de gepeperde annonces en zwoele gevelbeelden niet het tegendeel bereiken van wat deze beogen. De publiekskritiek op de kwaliteit van TV-uitzendingen is scherper gewor den. Men verwacht evenmin, dat de cassette iets aan het bezoek toe of af zal doen. Commentatoren op het rapport komen tot een conclusie: als de TV geen con current meer is moet de afneming van het bezoek teruggevoerd worden op de strijd om het bestaan van de en kele burger en dat wettigt een vol strekt andere aanpak van de dingen. ENQUÊTE OVER KLASSIEKE PLATEN Uit een door Phonogram gehouden enquête is gebleken dat 53 van de klassieke-platenkopers in Nederland niet ouder is dan 30 jaar. Deze groep koopt evenveel basis repertoire bekende symfonieën en concerten als de ouderen, maar geeft wat minder geld per plaat uit. Van 21 tot 26 jaar is dat 23 van 26 tot 31 jaar 34 en daarboven, tot 46 jaar, 47%. Uit de enquête valt verder af te leiden dat de totale groep regel matige kopers van klassieke platen niet groot is. In ons hele land zijn dat waarschijnlijk niet meer dan 100.000 mensen. Wel geven zij per jaar gemid deld 250 gulden per persoon aan pla ten uit. Voorts kwam aan het licht dat 43% van de ondervraagden een grammofoon had die minder dan an derhalf jaar oud was. Wel bleek dat nog 9% zijn apparatuur vóór 1960 had aangeschaft. Wij vermelden deze gegevens met de overweging dat ook andere bedrijfs takken zoals wij rekening houden met de leeftijdsopbouw van de clientèle.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1970 | | pagina 9