Zilveren jubileum J.Th.van Taalingen
Op 2 januari 1971 was het 25 jaar
geleden, dat de huidige Bondsdirec
teur, de heer J. Th. van Taalingen, in
dienst trad bij het Bureau van de
Nederlandse Bioscoopbond, dat toen
nog was gevestigd in het pand Heren
gracht 592 te Amsterdam.
Reeds op de jubileumdag werd hij
door „insiders" in de bloemen gezet
en op 13 januari vond een interne
huldiging plaats door de medewer
kers van het Bondsbureau.
De Bondsvoorzitter sprak bij die ge
legenheid de jubilaris en diens echt
genote toe en memoreerde zijn vele
kwaliteiten met de daarmede gepaard
gaande carrière als bondsfunctiona
ris gedurende de afgelopen 25 jaar,
welke carrière, na een benoeming tot
adjunct-directeur in 1967, ten slotte
zijn bekroning vond in de benoeming
tot Bondsdirecteur per 1 juli 1970.
De Bondsvoorzitter stond stil bij de
werkzaamheden van de heer Van
Taalingen bij de toenmalige deviezen-
afdeling, welke afdeling de door de
overheid aan de Bond toegewezen
betalingscontingenten ten behoeve
van de import en vertoning van films
moest beheren. Het is duidelijk, dat
dit voor de organisatie een zeer be
langrijke zaak was en er kan niet
anders worden gezegd, dan dat de
heer Van Taalingen de hem in deze
toevertrouwde taken op uitnemende
wijze heeft behartigd.
Toen de deviezenwerkzaamheden in
1954 ten einde liepen, was er een
mogelijkheid iemand te betrekken bij
de secretariaten van het Dagelijks
Bestuur en later ook van het Hoofd
bestuur. De keuze viel op de heer
Van Taalingen, wiens kwaliteiten
toen al niet onopgemerkt waren
gebleven.
Speciaal in deze, destijds voor hem
geheel nieuwe functie, heeft hij, ge
wapend met de reeds op filmgebied
vergaarde kennis, zijn talenten volle
dig en met groot succes kunnen ont
plooien.
Tussen de vele bedrijven door kreeg
hij in de loop van de jaren nog werk
zaamheden voor het Nederlands
Filminstituut te verrichten, waaronder
de voorbereiding van de eerste aca
demische filmstudiedagen van dit in
stituut, en werd hij belast met het
secretariaat van de Studiecommissie
Organisatiestructuur. Deze commissie
had een moeilijke en veelzijdige taak,
die ten slotte resulteerde in een groot
aantal aanbevelingen aan het Hoofd
bestuur, welke zoals bekend, hebben
geleid tot een grondige herstructure
ring van de Bond. De heer Van Taa
lingen heeft zowel in de voorbereiding
als in de uitvoering daarvan een zeer
belangrijk aandeel gehad.
Sedert enige tijd is hem opnieuw het
secretariaat van een moeilijke com
missie toevertrouwd, namelijk dat
van de Studiecommissie Nederlandse
Film, welke commissie voorstellen
moet doen die kunnen leiden tot ver
betering van de Nederlandse film-
produktie in zijn totaliteit. Deze com
missie is nog met haar werkzaam
heden bezig.
Voor wat het Hoofdbestuurswerk be
treft, moet worden vastgesteld dat
dit bepaald geen eenvoudige zaak is,
omdat het naast stilistische vaardig
heid, veel kennis van zaken benevens
de nodige tact en geslotenheid vergt,
zijnde allemaal eigenschappen die de
heer Van Taalingen in de loop der
jaren bleek te bezitten.
Er is destijds dan ook bepaald sprake
geweest van een zeer goede keuze,
waarvan de achtereenvolgende hoofd
bestuursleden nimmer spijt hebben
gehad en ook de toenmalige Bonds
directeur zeker niet. Deze heeft na
melijk aan de heer Van Taalingen bij
voortduring een bijzonder grote en
gewaardeerde steun gehad bij de be
handeling van de talloze moeilijke
problemen, waarmede de organisatie
permanent wordt geconfronteerd.
Speciaal dient hierbij te worden ge
noemd de langdurige strijd tegen de
vermakelijkheidsbelasting, die uiter
mate veel tijd van het Hoofdbestuurs
secretariaat heeft gevergd.
De Bondsvoorzitter dankte de jubila
ris ten slotte voor al hetgeen hij in
de afgelopen jaren voor de organisa
tie heeft verricht en hij liet deze
woorden vergezeld gaan van een ge
schenk van het Hoofdbestuur, als
mede van een persoonlijk geschenk.
Vervolgens sprak de heer H. W. Ha-
genberg namens de medewerkers
van het Bondsbureau. Ook hij rele
veerde de vele kwaliteiten van de
jubilaris, daarbij de woorden van de
Bondsvoorzitter ondersteunende en
voegde daar nog aan toe, dat de heer
Van Taalingen indertijd ook was be
last met de samenstelling van een
rapport over de moeilijke kwestie der
kartelwetgeving in de E.E.G., welk
rapport was gebaseerd op een gron
dige studie in deze materie.
Binnen het Bureau was hij steeds
een aimabel collega, die zich niet
gemakkelijk uit zijn evenwicht liet
brengen, met wie alle medewerkers
van het Bureau, ook nu hij tot de
functie van Bondsdirecteur is geroe
pen, nog lange tijd in dezelfde pret
tige geest hopen samen te werken.
Namens de medewerkers van het
Bondsbureau overhandigde hij een
tweetal geschenken en werden aan
mevrouw Van Taalingen bloemen aan
geboden.
De heer A. H. Pieterse vertolkte de
gevoelens van de medewerkers onder
grote hilariteit, op bijzonder toepas
selijke en geestige wijze in dichtvorm,
waarna de heer A. M. A. de Haan
nog het woord voerde namens de
afdeling administratie van het Bureau,
waaruit, zoals hij schetste, de jubila
ris ten slotte is voortgekomen.
De heer Van Taalingen sprak hierna
zijn dank uit voor de wijze waarop
men de interne schijnwerpers op hem
had gericht, voor de vele waarderen-