13 eens een keer de recensies, en 17% de mondelinge kontakten met kennis sen. Met andere woorden: agenda's en advertenties zijn veel belangrijker din gen in de ogen van de consument dan de recensies. Dat is zoals hij het zelf ervaart. Wij zagen echter al, dat die consument via die advertenties zeker niet in het algemeen zich als goed ge ïnformeerd beschouwt. Over de niet- cornmerciële publiciteit moeten we he laas kort zijn. Recensies zijn vreemd soortige zaken wetenschappelijk ge zien dan. De hoeveelheid informatie en vooral relevante informatie die erin wordt gegeven wisselt sterk en is meestal minder dan die voorkomt in cle eerste de beste autotest, die in de bladen wordt gepubliceerd. In hoever re het subjectieve autoriteitcoordeel van één persoon, dat er tevens in wordt gegeven, de consument moti veert, is een andere vraag die van groot belang voor het bedrijf is, maar die niet zo een twee drie zonder on derzoek te beantwoorden is. Mond-tot-mond-reklame is een uiter mate belangrijke zaak. U weet de ma gie van de mond-tot-mond-reklame ontstaat op een gegeven ogenblik als iedereen iedereen vertelt of als belang rijke mensen andere, minder belangrij ke mensen vertellen, dat je een film ge- zen moet hebben en dan ontstaat dat leuke gevoel dat je eigenlijk niet meer meetelt in je eigen kring als je een be paalde film niet gezien hebt. Op dat moment weet U begint een film te draaien. Ongelukkigerwijze heeft dat proces enige tijd nodig. Dat proces heeft meer tijd nodig dan bijvoorbeeld twee of drie weken roulement wil dat mooi op gang komen en het kan best zijn, dat een proces halverwege op gang is op een bepaald moment en dan in de kiem gesmoord wordt doordat de film uit de roulatie wordt genomen en een andere film wordt ingezet. Dat kan. Van de periodiciteit in dat verschijnsel van de mond-tot-mond-reklame rond Uw bedrijf weten we eigenlijk niet zo veel, al hebben vele ondernemers on der U daar ongetwijfeld allerlei boeien de en interessante veronderstellingen over. Wil men nu op de juiste wijze re- klame maken voor het produkt bio scoopfilm, dan dient men de beschik king te hebben over allerlei informatie en ik wil U enkele vormen noemen, die U zou moeten weten alvorens U effec tief reklame kunt maken. Ik onderscheid daarbij de basisinfor matie, dat is o.a. wie is de consument en niet alleen in leeftijden, sociale klas sen en aantal kinderen, of het bezit van een auto, enz., maar ook wat motiveert de verschillende groepen van consu menten, waarom komen zij nu eigenlijk naar een film, welke motivatiegroepen kan ik onderscheiden, is het inderdaad mogelijk om te onderscheiden een ,,vrijgroep", een „echte filmkijkgroep", een groep „coüte-que-coüte-bezoe- kers", ,,avondje-uit-groep" en noemt U maar op, en wat zijn de karakteristie ken van die groepen en hoe moet ik ze bereiken, hoe moet ik voor ze pro grammeren; wat motiveert de consu ment dus, en hoe kan ik de consument bereiken via het media-pakket dat ik ter beschikking heb. Dat zijn dus de verschillende media, foldertjes, dag bladen en nieuwsbladen, enz. enz. Hoe moet ik die media doseren met elkaar om die consument te kunnen bereiken, waarbij ik dan ook nog moet denken aan de niet-commerciele media die in het bedrijf erg belangrijk zijn. Dan zijn er een paar types informatie, die ik maar genoemd heb „operatione le informatie"; dat is in de eerste plaats: welke informatie wenst de con sument? Dat is in zekere zin wel rele vant natuurlijk. Nog veel relevanter is: hoe kan ik via de informatie de consu ment motiveren. Welk minimum van in formatie is nodig om de consument te informeren, welk soort informatie, en hoe moet die informatie dan wel ge bracht worden. En wat natuurlijk vrese lijk belangrijk is, is de beslissingsstruc tuur bij de consument, een moeilijk woord, maar daarmee bedoelen we eenvoudig, dat eenvoudige proces dat tussen Annie en Piet plaatsvindt voor dat ze naar de bioscoop gaan. Hoe komt men op dat idee om naar de bio scoop te gaan, hoe selecteert men een film, wat zegt men dan tegen elkaar. Wat draagt Annie daartoe bij, wat draagt Piet daartoe bij, een erg boei end proces, dat ten aanzien van de aankoop van vele produkten ook wel geheel geanalyseerd is. Op bepaalde momenten kom je altijd weer voor ver rassingen. Ik wil even met U praten over wie de consument is en dat weet U natuurlijk bliksems goed, maar ik wil het U toch even laten zien. Die consument is na melijk in de Nederlandse bevolking een heel eigenaardige groep. Waar er in het Nederlandse publiek 28 onge huwden rondliepen in de desbetref fende klassen dan bestaat Uw pu bliek voor 63 uit ongehuwden. Dit publiek bestaat voorts wat meer uit mannen dan uit vrouwen en Uw publiek bestaat hoofdzakelijk uit jongeren en dat nog wel speciaal de groep onder 24 jaar. Ik heb uit een Intomart-onder- zoek uit 1969 opgevist, dat dat 60% was. Ik hoorde tot mijn verbazing net, dat de heer Bosman het had over 70 dat vind ik een ontzagwekkend aantal. Blijkbaar is het zo, dat wanneer die consument in het huwelijk treedt, de bioscoop niet meer aantrekkelijk is, al thans veel minder aantrekkelijk. Het is een zeer boeiende vraag hoe dat nou komt, want U weet, dat heel veel jon geren van tegenwoordig de komst van de eerste baby uitstellen, vaak twee of drie jaar, om nog even van de vrijheid te genieten, zoals dat dan heet. Ze heb ben vaak een dubbel inkomen, omdat het meisje blijft werken. Er is dus meer gelegenheid tot consumptie en toch: nauwelijks treden ze in het huwelijk, of de frequentie van het bioscoopbezoek daalt enorm. Er vinden in die tijd trou wens alle mogelijke andere wijzigingen plaats, maar je vraagt je af of er geen mogelijkheden zijn voor Uw bedrijf ik denk bijvoorbeeld aan de Felicitatie- dienst of speciale faciliteiten voor jonggehuwden om dit publiek vast te houden en ze kennelijk over dat gat heen te helpen, dat daar op een gege ven ogenblik valt. Dat is maar een vraag. U bent over het algemeen sta tistisch vrij goed geïnformeerd over de consument, en dat is heel nuttige, maar ook heel gevaarlijke informatie. We zen namelijk, dat het bedrijf de neiging zal hebben programmering en commu nicatie hoe langer hoe meer af te stem men op de groepen die momenteel be reikt worden. Worden daardoor niet juist, zo vraagt men zich af, de zwakke groepen van de bevolking meer en meer afgestoten en hoe komt het, vraagt men zich verder af, dat de bioscoop naar verhouding kennelijk weinig betekent voor de gehuwden boven de 25 jaar. Is dat theater dan werkelijk weinig meer dan een plaats waar men tegen relatief weinig kosten enkele uren bui ten het toezicht van de ouders kan doorbrengen, erotisch gestimuleerd door n'importe welke film en plezierige duisternis of zijn er wellicht toch nog voorwaarden te bedenken waaronder heel andere groepen bereikt zouden kunnen worden. Onderzoek zou wellicht op dit punt alweer het een en ander kunnen bijdragen. Een ander belangrijk punt: de informa tie die de consument wenst en de in formatie die motiveert. Ik heb U enkele onderzoeksresultaten meegedeeld, maar ik ben mij ervan bewust, dat er grote lacunes in die kennis schuilen. Wat wij hebben laten zien, zijn eigenlijk maar enkele algemene oordelen van de consument ten aanzien van de informa tie die hem bereikt en wij weten blik sems goed dat die oordelen ver bezij den de werkelijkheid kunnen zijn als je niet ingaat met hem op heel concrete informatietypen: concrete advertenties, concrete buitenreklame, enz. Dan kom je tot heel andere resultaten. In de loop van de tijd heeft Uw bedrijf allerlei signalen ontwikkeld, die be schouwd kunnen worden als samen vattingen van informatie. Afbeeldingen in advertenties kunnen de consument de indruk geven: western, oorlogsfilm, liefdesfilm of oorlogsfilm met liefde er in, zodat de vrouwelijke consument ook nog aan bod komt. Dit alles wordt on derstreept door titels en slagzinnen van het type als: „Hun liefde ontaard de in zondig genot" of „Wie maakt er van een intelligente, ambitieuze man een smerig, bezweet en wanhopig beest". Kortom, stukjes proza, waar van gelukkig het bioscoopbedrijf in Ne derland het monopolie schijnt te heb ben. Als dit met een aantal sterren en regisseurs werkelijk voldoende is om de gemiddelde consument te motiveren kan men er vrede mee hebben, maar niemand schijnt in staat te zijn om te vertellen of dat werkelijk zo is, laat staan dat er iemand is die een voorstel heeft om de beschikbare dure milli-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1973 | | pagina 13