COMMUNICATIE Toen enige jaren geleden de Statuten van de Bond werden gewijzigd in het kader van een structuurherziening, vond men het dienstig een bepaling te introduceren, volgens welke periodiek een ledencongres zou plaatshebben. Het vervangen van de ledenvergadering door een raad van gedelegeerden, de Bondsraad, zou immers het verlies van een traditioneel kontaktpunt tus sen de leden ten gevolge hebben en men wilde dit compenseren door middel van Bondscongressen. Wij kunnen slechts constateren, dat er indertijd een gelukkig besluit is ge nomen. Er is door de huidige gecompliceerde bedrijfssituatie meer nog dan vroeger behoefte aan kontakt, aan uitwisseling van gedachten. Het gebrui kelijke kontakt in de afdelingsvergaderingen voldoet daaraan slechts ten dele, mede als uitvloeisel van het beperkte aantal leden dat daaraan nu eenmaal kan deelnemen. Het is daarom zeker niet toevallig, dat de leden en hun dames van de kontaktmogelijkheid die het Bondscongres is, ruim schoots gebruik maken. En niet alleen zij. Opvallend was ook nu weer de aanwezigheid van vele bedrijfsleiders en van hen die een functie op het ter rein van de reclame in onze ondernemingen vervullen. De communicatie tussen de honderden deelnemers verliep zowel in als buiten de congreszaal op uitnemende wijze en wat voor een goede communicatie vooral zo essen tieel is, men was bereid te luisteren naar elkaar en naar hetgeen de inleiders hadden te zeggen. Nu was het thema van het congres, de communicatie met het publiek natuur lijk uitermate geschikt om tot boeiende en leerrijke beschouwingen te ge raken. Een conclusie die het congres duidelijk heeft opgeleverd, is deze, dat de informatie van het publiek omtrent hetgeen onze bioscopen hebben te bie den, dient te worden verbeterd en opgevoerd, verbeterd met name door rekening te houden met de verscheidenheid van ons publiek, opgevoerd, door binnen de grenzen die het reclamebudget toestaat, naar een intensive ring van de informatie te streven. Een en ander vereist niet alleen research, doch bovendien een zekere mate van inventiviteit, ook in het kontakt met de pers. Niet iedereen is van huis uit inventief, doch men kan altijd wel iets opsteken van hetgeen er in onze bedrijfstak, hier en in het buitenland, en in andere bedrijfstakken gebeurt. Ten aanzien van de research dient te worden gezegd, dat onze bedrijfsorganisatie op dit terrein meer dan ooit aktief is. Binnenkort zijn de uitkomsten van onderzoekingen, kwalitatief en kwantita tief, te verwachten, uitkomsten die natuurlijk ter kennis van de leden zullen worden gebracht. Doch daarnaast zouden de leden ieder voor zich moeten nagaan op welke wijze zij meer omtrent de wensen en motieven van hun eigen vaste of potentiële bezoekerskring te weten kunnen komen. Met een voudige enquêtes of dergelijke middelen is soms veel te bereiken. Een congres als het onderhavige is niet een afsluiting maar een begin. Moge dit congres de start vormen van een nieuwe aanpak van onze reclame- en informatiemethoden. Wij zijn dit tegenover ons publiek en onszelf verplicht.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1973 | | pagina 3