in hun totaliteit, indien men daaruit zou afleiden, dat wij die succesfilm zouden kunnen ontberen. Niets is minder waar. Nog steeds wordt het statistische beeld van onze bedrijfstak bepaald door de resultaten van enkele topfilms. In 1975 hebben de twintig films met de hoogste opbrengsten 35,6 van de Nederland se omzet uitgemaakt. In 1974 was dat aandeel van de twintig succesvolste films 39,3%. Hieruit kan men conclu deren, dat de topfilms in 1975 wat min der aantrekkingskracht hebben uitge oefend dan het jaar daarvoor. Ook dit is een omstandigheid, die op het uit eindelijke beeld van het jaarresultaat een nadelige invloed zal hebben uitge oefend. Uit de zojuist genoemde cijfers blijkt een duidelijk gelijkgerichte voorkeur van een groot deel van het publiek. Hoewel het nationale bezoekcijfer de laatste jaren een opgaande lijn ver toont, mag men niet uit het oog verlie zen, dat het niveau van het bezoek nog altijd zeer aanzienlijk lager ligt dan in de periode waarin de concurrerende in vloed van de televisie en andere ont wikkelingen op het gebied van de vrijetijdsbesteding zich nog niet deden gelden. Het potentiële aantal bioscoop bezoekers is gemiddeld per nieuwe film sinds die periode meer dan gehal veerd. Dat brengt automatisch een veel groter risico mee bij de import en de exploitatie van films. Dit heeft tot een grotere voorzichtigheid geleid in de sector van de import, mede onder in vloed van de sterk gestegen licentie condities. Niettemin is er ook onder de gewijzigde omstandigheden grote va riatie in het filmaanbod en geeft dit een behoorlijke doorsnee van wat er op de internationale filmmarkt voorhanden is. Ik laat hierbij buiten beschouwing een produktie van vele honderden films, enkele uitzonderingen daargelaten, uit landen met een volkomen verschillende aard van de bevolking. Ik denk bijvoor beeld aan India en Japan. Kunstzinnige Films In het kader van een normale exploita tie, dat wil zeggen zonder een deus ex machina in de vorm van een tekorten dekkende overheid, zijn grotere risico's bij de import en de vertoning van films dan de huidige niet verantwoord. Daar om is de instelling door de Bond van het Fonds Kunstzinnige Films van veel nut, omdat dit door een financiële faci liteit van beperkte aard en werking de import bevordert van films die in ons bioscooppakket om artistieke redenen thuis horen, doch zonder deze stimule ring anders buiten onze grenzen zouden blijven. Een reeds enkele jaren geleden aan de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk gedaan verzoek om zijnerzijds ook gelden voor dit doel toe te wijzen is na veel aandrang on zerzijds eerst nu aan de Raad voor de Kunst voorgelegd. Deze uiterst trage behandeling betreuren wij ten zeerste, ook al kan men enig begrip opbrengen voor het probleem dat de besluitvor ming wordt doorkruist, doordat anderen eveneens bij de overheid om steun aankloppen. Daarbij komt nog, dat zij het initiatief van de Bond niet in het be lang vinden van de door hen nage streefde doeleinden, hetgeen zelfs heeft geleid tot protesten bij de over heid. Wij begrijpen van deze opwin ding niet veel. De praktijk met het Fonds toont aan, dat de bondsactiviteit op geen enkele wijze aan andersoortige activiteiten afbreuk doet. Er is hier echter ook iets anders in het geding. Wij zien in het buitenland hier en daar een zeer sterke vermindering van het aantal filmverhuurders optre den. Deze ontwikkeling, waarvoor ver schillende financiële en economische oorzaken zijn aan te wijzen, is niet in het belang van een gevarieerde film- voorziening van de bioscopen, dus ook niet in het belang van het publiek. Wij prijzen ons gelukkig, dat er in ons land een relatief ruim aantal filmverhuurders werkzaam is. Het samengaan in één or ganisatorisch verband van alle bedrijfs- groeperingen werkt hier ongetwijfeld positief. Het is van veel belang, dat de ze situatie zal voortduren. Het Fonds in kwestie kan daaraan het zijne bijdra gen. De leden-filmverhuurders hebben in tussen een achttiental films geïmpor teerd met steun van het Fonds. De ver- toningsmogelijkheden zijn nog van be perkte aard. Hierin zal verbetering kun nen komen, indien de gemeenten ook bereid zullen zijn de vertoningsmoge- lijkheden door middel van garantiesub sidies te bevorderen. Een desbetref fend verzoek onzerzijds is thans bij enige gemeenten in behandeling. Nieuwbouw en inbouw Een van de meest frappante ontwikke lingen in de sector van het bioscoop bedrijf is ongetwijfeld het proces van vernieuwing en expansie op grote schaal dat gaande is. Aan dit proces i& veel waarde te hechten, omdat hierdoor de basis wordt gelegd voor een ver sterking van onze toekomstige concur rentiepositie. Het systeem van bio scoopcomplexen, dat daarbij toepas sing vindt, bewerkstelligt enerzijds niet alleen een gunstiger verhouding tussen lasten en baten, het geeft voorts grote re keuzemogelijkheden, dat wil zeggen het stelt onze theaters in staat het pu bliek in al zijn verscheidenheid een passende programmering te bieden. Het zou een ernstig misverstand zijn om te veronderstellen, dat men met één genre kan volstaan, omdat de be zoekers voor een aanzienlijk deel uit jongeren bestaan. Ook voor hen geldt, dat het smaakverschil groot is. Een zijdigheid van de programmering is fu nest voor de economie en de reputatie van de bioscopen. Ook al kan een be paald soort programmering op een be paald ogenblik wel eens uiterst lucra tief zijn, op langere termijn snijdt een zijdigheid de weg naar onze zaken af voor grote groepen potentiële bezoe kers. De expansie van onze bedrijfstak moge van uitermate grote betekenis zijn, ze sluit ook gevaren in, namelijk, wanneer zij explosieve aspecten gaat krijgen. De investeringen vereist voor nieuwe vestigingen, ook al vinden die plaats als inbouwtheaters, zijn dermate hoog, dat bij een ongeremde ontwikkeling op lan gere termijn het gevaar van kapitaal vernietiging en sluitingen zou kunnen dreigen. Wij weten uit de gang van za ken in het recente verleden maar al te goed, dat het effect van sluitingen zich niet beperkt tot de theaters in kwestie, doch van verdergaande aard is in ver band met psychologische doorwerking naar het publiek toe. Het ligt niet op mijn weg hier vast te stellen, of de door mij bedoelde ontwik keling zich heeft voorgedaan (daarover hebben de Commissies Nieuwe Zaken te oordelen), maar dat hij zich zou kun nen voordoen is duidelijk. Wanneer er gens door een exploitant nieuwe thea ters worden gevestigd, dan zuilen zijn concurrenten-collega s ter plaatse om het evenwicht te bewaren zich al gauw gedrongen voelen ook het pad van de expansie te volgen. Dan doet zich een situatie voor, die ook voor de vesti gingscolleges bijzonder moeilijk is te beoordelen. Waar ligt immers de grens waar een gezonde uitbreiding eindigt en het gevaar van een exces begint. Het Hoofdbestuur heeft mede het oog op de onzekerheden die terzake zijn gerezen onder de bedrijfsgenoten én onder de leden van de Commissies Nieuwe Zaken, nuttig geoordeeld dit vraagstuk aan een nadere studie te on derwerpen. Gezien de vele haken en ogen die aan dit probleem vast zitten, zal een oplossing overigens niet een voudig zijn. Hoofdfilmproduktie De Nederlandse hoofdfilmproduktie heeft in 1975 weer een groot part van de omzet en het bezoek in beslag ge nomen. In aanmerking nemende het aantal films dat hier jaarlijks wordt uit gebracht, is dat part zelfs uitzonderlijk hoog te noemen. Het is des te merk waardiger, dat menigeen aan de Neder landse films in 1975 geen onverdeeld goede herinneringen heeft. Een aantal films is immers, zoals men dat pleegt te zeggen, volkomen de mist in gegaan. Ik geloof niet dat men daarvoor zonde bokken moet zoeken. Met een afwisse ling van goede, middelmatige en slech te resultaten heeft men nu eenmaal re kening te houden en zulks te meer, naar mate het aantal geproduceerde films toeneemt. Een vaste formule voor suc ces is nog steeds niet uitgevonden. Daarbij komt nog, dat het gewenst is bij de produktie van Nederlandse hoofdfilms te geraken tot een behoor lijke variatie, hetgeen bij voorbaat ten aanzien van sommige films de kans op een commercieel succes verkleint.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1976 | | pagina 7