in dit
BIOSCOOPFILM
EN TELEVISIE
Tweewekelijkse
uitgave van de
Nederlandse Bioscoopbond,
nummer 14
23 juni 1977
Redactie en administratie:
Postbus 5048, Amsterdam.
Tel: 020 - 799261
Ho o f dr e dacteur:
J.Th. van Taalingen
Eindredacteur
Bart Eldering
Advertenties:
drukkerij Poortpers b.v.
Torensteeg 3, Amsterdam
Tel: 020-231485
Bioscoopfilm en televisie
pagina 1
Nieuwe bioscopen
pagina 4
Nieuwe films
pagina 5
CFK-25 jaar
pagina 6
Sociaal
pagina 7
Bondsnieuws
pagina 8
Produktie
pagina 8
Omtrent de verhouding in ons land tussen het film- en bioscoopbe
drijf en de televisie bestaan nog steeds allerlei merkwaardige denk
beelden. In een artikel in Het Nieuwsblad van het Zuiden van 14 mei
1977 werden wij weer eens met zodanige uitspraken geconfronteerd.
In dit artikel wordt het woord verleend aan Trees Hazelhof, chef
filmzaken bij de VARA, "die ook door alle andere omroepen erkend
wordt ais een autoriteit op haar terrein".
FILM
Bij de voorplaat
De feestelijke opening van het
Flora Disney-Theater met
een optocht in de
Amsterdamse Amstelstraat
Het dagbladartikel heeft als koppen
"Trees Hazelhof en de onmacht van de
televisie" en "Vechten met de film-
bonzen". Het wordt door de betrok
ken redacteur ingeluid met de woor
den: "De televisiekijkers in het zuiden
van ons land verkeren in de gelukkige
omstandigheid dat ze acht televisiesta
tions kunnen ontvangen: twee Neder
landse, drie Duitse en sinds enkele we
ken drie Belgische. Ook voor de lief
hebbers van speelfilms betekent dat
een grote bron van genoegen en passie
ve recreatie. Speelfilmliefhebbers moet
dan echter opvallen, dat de Nederland
se zenders altijd tamelijk oude films
uitzenden, terwijl onze zuider- en oos
terburen veel moderner georiënteerd
zijn.
Dan laat de redacteur Trees Hazelhof
aan het woord. Zij begint te zeggen,
dat er een algemene regel is, volgens
welke een film in principe pas op de
televisie mag worden vertoond als hij
minstens drie jaar oud is en in de Ne
derlandse bioscopen uit de roulatie
zijn. "Maar als de verhuurder om wel
ke reden ook een film niet af wil staan,
dan doet de televisie daar niets aan",
zo vervolgt mevrouw Hazelhof. "Bo
vendien is er bij het begin van de tele
visie met de Bioscoopbond afgespro
ken dat de televisie alleen speelfilms
mag vertonen op maandag en vrijdag.
Hoewel die clausule in het contract
met de Bioscoopbond door beide par
tijen niet meer ah dwingend wordt er
varen, een soort gentleman 's agreement,
is die officieel nog altijd van kracht en
als de Bioscoopbond zich nog strakker
wil opstellen dan op dit moment, zou
ze die eis morgen weer kunnen effectu
eren".
"De Bioscoopbond blijft beweren dat
de televisie de mensen uit de biosco
pen haalt, maar ze heeft dat nog nooit
met cijfers kunnen aantonenzegt
Trees Hazelhof. "Het omgekeerde is
wel aangetoond. Nadat wij bij de VARA
de Gerard Philippe-cyclus achter de
rug hadden zijn die films weer in de
bioscopen gaan draaien.
Een echte filmliefhebber hou je niet
uit de bioscoop, want een speelfilm in
de huiskamer blijft toch iets heel an
ders dan een bioscoopbezoek. De
Humphrey Bogart-cyclus heeft hetzelf
de effect gehad
Het artikel vervolgt dan: "Voor de te
levisie is het draaien van speelfilms een
noodzakelijke factor in het budget.
Het is een goedkope manier van zend
tijd vullen. Een eigen produktie van
ongeveer anderhalf uur kost al gauw
gemiddeld een ton, terwijl de uitzend
rechten van een speelfilm, afliankelijk
van de duur, tussen twaalf- en vijftien
duizend gulden bedragen." Letterlijk
wordt dan weer Trees Hazelhof aange
haald, die zegt "De Bioscoopbond
houdt bovendien speelfilms van het
scherm af waarvan je je afvraagt waar
om ze dat doen". Even verder lezen
wij "Het gebeurt regelmatig dat wij
van een filmverhuurkantoor de rechten
hebben verworven voor de uitzending
van een speelfilm en dat een week van
tevoren het contract nietig wordt ver
klaard als de Bioscoopbond of een bij
die bond aangesloten theater er een
stokje voor wil steken". Een interes
sante passage is ook nog: "Nederland
heeft een machtige Bioscoopbond. Dat
is in andere landen niet het geval. Daar
verhuren de filmdistributeurs recht
streeks aan televisiemaatschappijen
zonder dat er een instantie is die daar
een stokje voor kan steken. Voor de
filmverhuurder blijft het gelijk of hij
een film afstaat aan een bioscoopcir-
cuit of aan de televisie, maar omdat de
rechten van een film bepaald worden
door het aantal potentiële kijkers is
het voor filmverhuurders een uiterma
te lucratieve zaak om films te verhuren
aan de televisie".
Wij willen u zeker niet de laatste passa
ge van het artikel onthoudenluidende
"Trees Hazelhof verwacht niet dat in
de Nederlandse situatie spoedig veran
dering komt: "Er zitten in het bestuur
van de Bioscoopbond nog veel oude
filmbonzen die onzakelijk, emotioneel
en orthodox denken en de televisie als
een veel gevaarlijker concurrent zien
1