CONCLUSIE
ALLEENOUDE FILMS?
BUURLANDEN
CONTACTMIDDAG
DINSDAG 5 JULI 1977
cent. Van gelijkwaardigheid is derhalve
in dit opzicht geen sprake. Ook in ab
solute zin gaat de vergelijking mank.
In ons land is de praktijk, dat de televi
sie aan auteursrechten voor een bio
scoopfilm ongeveer evenveel betaalt als
een niet te groot premièretheater voor
één speelweek.
Men kan derhalve slechts één conclu
sie trekken: de televisie neemt in de
filmhandel ten opzichte van de bio
scoop een secundaire plaats in. In het
bewuste dagbladartikel wordt de bio
scoopfilm een goedkoop televisiepro
gramma genoemd. Zo is het en niet an
ders.
Hoe zit het dan met de uitzending in
het buitenland van nieuwe bioscoop
films? Dat is helemaal niet zo vreemd
als het lijkt. Laten wij een land als
Duitsland eens nader bekijken. Vele
Franse films krijgen daar geen kansen
voor vertoning in de bioscoop. Wan
neer de Franse filmproducenten onder
deze omstandigheden aan de Duitse te
levisie leveren, heeft dat niets te ma
ken met de betere en ruimere mogelijk
heden van de televisie in Duitsland,
maar alles met de ongeïnteresseerdheid
van het Duitse bioscoopbezoekend pu
bliek voor de Franse film. Daardoor
ook is het mogelijk, dat Franse films in
Duitsland soms zelfs eerder op de tele
visie komen dan hier op het witte doek.
Ten aanzien van films die in Duitsland
normaal in de bioscopen lopen, zijn de
aankoopmogelijkheden van de Duitse
televisie bepaald niet gunstiger dan in
ons land.
Het is ook onzin te doen voorkomen,
alsof de uitzending door de televisie
van oude films een kwestie van bittere
noodzaak is. De omroepverenigingen
brengen die films bepaald niet, omdat
zij zo aan banden zouden worden ge
legd door de regeling met de Bond of
door het ingrijpen van filmbonzen,
maar omdat die films menigmaal een
enorme kijkdichtheid blijken te heb
ben. Tenslotte hebben de omroepvere
nigingen ook te maken met hun status
en dus met het aantal abonnees. De
zelfde oude films die in de bioscopen
niets doen of een zeer bescheiden rou-
lement hebben, zijn voor de omroep
verenigingen soms topsuccessen, die als
avondvullende programma's voor en na
het journaal worden uitgezonden. Wij
kunnen de verzekering geven en ook
aantonen, dat als dergelijke films op
het weekend worden uitgezonden, de
bioscopen als weekendbedrijf daar veel
schade van ondervinden.
Wij hebben al vroeger in ons blad opge
merkt, dat de televisie dikwijls achter
de grote bioscoopsuccessen aanloopt.
Dat is haar goed recht. Maar laat men
dan wel ophouden met het sprookje
van onmacht van de televisie.
Trouwens, de toestand hier is niet we
zenlijk anders dan in het buitenland,
waar de oude films eveneens het tele
visiescherm overspoelen. Ook daar
kent men de succesformule.
Wij hebben het terloops al gehad over
het weekend en de nadelige effecten
van de bioscoopfilmuitzending gedu
rende het weekend (soms twee op de
zelfde avond) op het bioscoopbezoek.
Dat betekent, dat niet alleen op maan
dag en op vrijdag, zoals mevrouw Ha-
zelhof suggereert, doch op alle dagen
van de week bioscoopfilms door de te
levisie worden uitgezonden. In het
gentleman's agreement met de televisie
is in die mogelijkheid voorzien. Wij
kunnen wel zeggen, dat de organisatie
daarover niet enthousiast is, maar ook
hier geldt: leven en laten leven.
Wanneer men het heeft over de situatie
in de ons omringende landen, dan
moeten wij wel opmerken, dat die si
tuatie, met name wat het aantal uitzen
dingen betreft, bepaald rampzalig is
voor het daar gevestigde film- en bio
scoopbedrijf. Er is een directe relatie
tussen het aantal uitgezonden bio
scoopfilms en de teruggang van het
bioscoopbezoek. Het is daarom niet zo
vreemd, dat de Duitse filmverhuurders
en bepaald niet alleen de bioscoop-
bonzen, zoals in het artikel wordt opge
merkt proberen de leverantie aan
de televisie, vooral ook voor het week
end, wat terug te draaien, want de na
delige effecten zijn enorm en staan in
generlei verhouding tot de inkomsten
uit de verkoop van televisierechten. De
zogenaamde 'uiterst lucratieve' leve
ranties aan de televisie blijken een
uiterst negatieve invloed te hebben op
de resultaten van de filmexploitatie in
de totaliteit. De gevolgen daarvan be
perken zich niet tot de bioscopen,
maar strekken zich ook uit tot de film-
produktie, wier financieringsproblema-
tiek steeds groter wordt.
Het is deze problematiek die niet alleen
in Duitsland, maar over de gehele we
reld heeft geleid tot een vermindering
van het aantal filmprodukties voor de
bioscopen, hetgeen op de lange duur
ook consequenties zal hebben ten aan
zien van de hoeveelheid films die voor
eventuele levering aan de televisie be
schikbaar zijn. Daardoor zouden er
ook voor de televisie,gezien haar grote
afhankelijkheid van filmprogramma's,
programmeringsmoeilijk heden kunnen
ontstaan. Dit laatste is niet zo denk
beeldig als men wel mag veronderstel
len en eerste aanwijzingen in die rich
ting zijn met name in Amerika reeds
voorhanden.
De relatie tussen film en televisie is in
ieder geval heel wat gecompliceerder
dan sommigen met een enorme simpli
ficatie soms suggereren.
v.T.
van de leden en donateurs van de Nederlandse Bioscoopbond
Cinema International
August Allebéplein 4, Amsterdam
Opening zaal 13.30 uur
Filmvertoning aanvang 14.15 uur
BLACK SUNDAY
een Paramount Film uitgebracht door C.I.C.
Regie: John Frankenheimer
in de hoofdrol: Robert Shaw,
met verder o.a.: Bruce Dern en Martha Callagher
16.15 18.00 uur: informeel contact