in d!!t
FILMPIRATERIJ
cft
Tweewekelijkse
uitgave van de
Nederlandse Bioscoopbond
nummer 5
13 maart 1981
Redactie en administratie:
Postbus 5048
1007 AA Amsterdam
Tel: 020- 79 92 61
Hoofdredac teur:
J.Th. van Taalingen
Eindredacteur:
Bart Eldering
Advertenties:
Drukkerij Poortpers b.v.
Torensteeg 3,
1012 TH Amsterdam
Tel: 020-23 14 85
Filmpiraterij
pagina 1
Techniek
pagina 2
Produktie
pagina 3
Nieuwe bioscopen
pagina 4-5
Bondsnieuws
pagina 6-7
Premières
pagina 8
De laatste tijd wordt het film- en bioscoopbedrijf in toenemende
mate geplaatst voor de problematiek van het onrechtmatig gebruik
van bioscoopfilms. Het betreft hier een inbreuk op het auteursrecht,
zoals dit voor ons land is geregeld in de Auteurswet. Een dergelijke
inbreuk wordt bestempeld als piraterij.
De piraterij is voor de filmsector stellig geen onbekend verschijnsel.
Ook vroeger werden films op illegale wijze geëxploiteerd, doch zulks
gebeurde op relatief geringe schaal. De kans dat men bij het geven
van clandestiene filmvoorstellingen met toepassing van traditionele
projectiemethoden tegen de lamp loopt, is tamelijk groot. De econo
mische voordelen van een dergelijke clandestiene exploitatie zijn
bovendien van beperkte aard.
De situatie is evenwel drastisch veranderd met de ontwikkeling van
nieuwe technieken. Dit verschijnsel is geenszins beperkt tot het film-
terrein. De ellende van de witte grammofoonplaten, waarmede de
bonafide platenindustrie wordt geconfronteerd, is welbekend. De
filmindustrie, hier en elders in de wereld, heeft te maken gekregen
met de illegale handel in videofilms. Door de betrekkelijke simpele
reproduktiemethoden kan dit euvel gemakkelijk grote vormen aan
nemen en wordt de bestrijding ervan een gecompliceerde en tijdro
vende zaak.
De kabeltelevisie blijkt een nieuwe bron van inspiratie voor onze
piraten te zijn. Het illegale gebruik hier van de kabel heeft nationaal
en internationaal de aandacht getrokken. En ook nu weer is het
voorshands de bioscoopfilm die als hét programma van de illegale
zenders wordt misbruikt. Het is te begrijpen, dat onze bedrijfsgeno-
ten deze onrechtmatige uitzending van films, waaronder gloed
nieuwe, als een hoogst ernstige aantasting van hun exploitatierechten
beschouwen. Dit klemt te meer, daar de kabeltelevisie een groot pu
bliek bestrijkt, waardoor de effecten nog veel sterker en directer zijn
dan bij de verkoop over de toonbank van videobanden voor particu
lier gebruik. Bij voortzetting en uitbreiding van deze jongste vorm
van piraterij want waar is de grens van wat men zich durft te per
mitteren? wordt de basis van het filmauteursrecht, inclusief het
muziekauteursrecht, ondermijnd en daarmede onze bedrijven en de
werkgelegenheid die zij bieden, in gevaar gebracht.
Er dreigt dan gevaar niet alleen in economisch opzicht, doch ook cul
tureel. Wij denken in het bijzonder aan de toch al moeilijke positie
van de nationale film.
De Amerikaanse filmmaatschappijen, verenigd in de Motion Picture
Export Association, hebben in kort geding een uitspraak gevraagd,
hierop neerkomende, dat de kabeltelevisie (in casu het Amsterdamse
kabelnet) onrechtmatig handelt door niet te verhinderen, dat piraten
door middel van dit net inbreuk plegen op haar auteursrechten. De
vice-president van de Amsterdamse rechtbank heeft de eis op ons in
ziens niet relevante gronden in kort geding afgewezen door welke
uitspraak de problematiek van de bestrijding van deze illegale praktij
ken in eerste instantie geheel is verlegd naar de bevoegde opsporings
ambtenaren.
Het is opvallend, dat de kabelpiraterij door menigeen als een avon
tuurlijke en spannende onderneming van een aantal vrijbuiters wordt
beschouwd. Sommigen zien in deze illegale zendactiviteiten een
middel om het omroepbeleid in ons land open té gooien.
Welke motieven van principiële, commerciële, avontuurlijke of andere
aard de kabelpiraten ook mogen hebben, door het bewust onrecht
matig uitzenden van bioscoopfilms blijken zij in plaats van aardige
FILM
ISSN 0166-1477
NEDERLANDSE BIOSCOOPBOND
Hij de voorplaat:
Het nieuwe gezicht van Cinema
International in Amsterdam