Sn dlit
nummer:
Het Amsterdamse Hof verbiedt
onrechtmatige filmuitzendingen
Tweewekelijkse
uitgave van de
Nederlandse Bioscoopbond
nummer 19
25 september 1981
Redactie en administratie:
Postbus 5048
1007 AA Amsterdam
Tel: 020- 79 92 61
Hoofdredac teur:
J.Th. van Taalingen
Eindredacteur:
Bart Eldering
Advertenties:
Drukkerij Poortpers b.v.
Torensteeg 3,
1012 TH Amsterdam
Tel: 020-23 14 85
Het Amsterdamse Hof
verbiedt onrechtmatige
filmuitzendingen
pagina 1
Produktie
pagina 2
Techniek
pagina 3
Eindexamen 1981
N.F.T.V.A.
Pagina 4-5
Bondsnieuws
pagina 6
Statistische gegevens
pagina 7-8
FILM
ISSN 0166-1477
«INEDERLANDSE BIOSCOOPBOND
Bij de voorplaat:
Linda van Dyck in de rol van tante
Coleta in de nieuwe Nederlandse
speelfilm 'Twee vorstinnen en
een vorst'
Op 17 september j.1. heeft het Gerechtshof in Amsterdam in hoger beroep uit
spraak gedaan in het kort geding dat een aantal grote Amerikaanse filmmaat
schappijen heeft aangespannen tegen de B.V. Kabeltelevisie Amsterdam.
De filmmaatschappijen (advocaat Mr. E.A.P. Engels te Amsterdam) hadden
gesteld, dat het Amsterdamse kabelnet door de doorgifte van illegaal uitgezon
den films zonder hun toestemming inbreuk pleegt althans medepleegt op de
auteursrechten van deze maatschappijen. Voorts was gesteld, dat het kabelnet
onrechtmatig handelt door niet te verhinderen, dat de in strijd met de auteurs
rechten door de illegale zenders uitgezonden films via dit net worden verspreid.
De President van de Amsterdamse rechtbank, Mr. B.J. Asscher, weigerde de
door de filmmaatschappijen gevraagde voorzieningen ter beëindiging door het
Amsterdamse kabelnet zowel van de inbreuk op het auteursrecht als van de
onrechtmatige handelingen waarvan hiervoor sprake is. De President beriep
zich hiervoor op het arrest van het Hof in Amsterdam dd. 12 juni 1980 in de
proefprocessen van de Nederlandse Bioscoopbond en enige Amerikaanse film
maatschappijen tegen het Arhstelveense kabelnet. Van de kant van het film
bedrijf was gesteld, dat het Amstelveense kabelnet door de doorgifte van films
die door televisiezenders worden uitgezonden, een afzonderlijke openbaar
making in de zin van de Auteurswet verricht, waarvoor toestemming van de
auteursrechthebbenden vereist is. Het Hof was van oordeel, dat wanneer
programma's worden doorgegeven die ook met een individuele antenne ter
plaatse kunnen worden ontvangen, het kabelnet als een technisch hulpmiddel is
te beschouwen en dat het derhalve het werk niet openbaar maakt in de zin van
de Auteurswet.
Het Hof vernietigde het vonnis van de president van de rechtbank.
In het arrest, gewezen door Mrs. Van Veen, President, Ter Haar en Sluijk,
raadsheren, wordt gesteld, dat, nu is gebleken, dat de piratenzenders slechts
door een uiterst klein deel van de abonnees op het kabelnet kunnen worden
ontvangen, dit net niet slechts de functie heeft van een technisch hulpmiddel,
doch in het onderhavige geval wel degelijk een ander publiek bereikt. Dus,
zegt het Hof, is er wel sprake van openbaarmaking en is de doorgifte een inbreuk
op het auteursrecht. Alleen al op grond hiervan is het Amsterdamse kabelnet
verplicht zich te onthouden van iedere inbreuk op filmauteursrechten van de
betrokken filmmaatschappijen. Indien het kabelnet toch een film doorgeeft,
is het per geval f 10.000.— als dwangsom verschuldigd. Het Hof is met het oog
op zijn standpunt, dat hier sprake is van inbreuk op auteursrechten, niet verder
ingegaan op de vraag, of het kabelnet ook een rechtsplicht heeft tegenover de
filmmaatschappijen om de illegale filmuitzendingen via de kabel te verhinderen
en bij doorgifte derhalve een onrechtmatige daad pleegt. Deze vraag zou naar
het oordeel van het Hof wel aan de orde kunnen komen, wanneer de illegale
zenders overal in Amsterdam door individuele antennes zouden kunnen wor
den ontvangen. Het Hof acht een dergelijke dreiging in de nabije toekomst
niet te verwachten.
De Amsterdamse kabelnetexploitante heeft uiterlijk twee weken, nadat het ar
rest aan haar zal zijn betekend, zich aan het verbod te houden. De mogelijkheid
van cassatie is aanwezig, doch het arrest is bij voorraad uitvoerbaar.
Het arrest van het Hof is een belangrijke stap in de richting van een doelmatige
bestrijding van deze nieuwe vorm van filmpiraterij. Het is Degrijpelijk, dat niet
iedereen onze vreugde deelt. Dat geldt allereerst voor hen die het optreden van
de piraten zien als een middel om in ons land tot een open omroepbestel te ge
raken. De geldt ook voor het publiek, dat via de kabel grote hoeveelheden
films gratis te zien krijgt, waaronder soms gloednieuwe films.
Het is er ons natuurlijk niet om te doen het open omroepbestel te verhinderen.
Wij hebben ook niet de taak het optreden van piratenzenders tegen te gaan.
Waar het op aan komt, is dat wij, zo goed als ieder ander, het recht op bescher
ming tegen diefstal hebben. Doch het is meer dan dat. De onrechtmatige film
uitzendingen door de piraten leveren in hoge mate oneerlijke concurrentie op
voor het film- en bioscoopwezen. Het is een parasiteren op de inspanningen en
investeringen van filmmakers, filmdistributeurs en bioscoopexploitanten, wier
kwetsbaarheid toch al groot is. Het film- en bioscoopbedrijf ondervindt evenals
het overige bedrijfsleven de gevolgen van de economische recessie. Het heeft
echter bovendien te kampen met specifieke problemen, zoals de stormachtige
ontwikkeling op audiovisueel terrein. Het ondergaat deze ontwikkeling niet pas
sief, doch probeert door vernieuwing en expansie zijn belangrijke plaats in de
sector van het vermaak te handhaven. Het doet dit op eigen kracht en zonder de
enorme overheidssteun in de vorm van subsidies, investeringen in gebouwen en
dekking van exploitatietekorten, waarvan concurrerende media profiteren. De
filmpiraterij in het algemeen en de filmpiraterij via de kabel in het bijzonder