li i -T^ a kj w n Bc }-€> ai w>' ;s: rend op de konstruktievloer aange bracht. Het plafond dient op de binnenwanden te worden opgelegd. Vloer, wanden en plafond van de binnendoos moeten een voldoende grote massa bezitten (minimaal 240 kg/m2). Het uiteindelijke resultaat is afhan kelijk van de mate waarin men er in slaagt om starre kontakten (zoals speciebaarden, leidingdoorvoeren, aansluitingen bij deuren en ramen e.d.) te vermijden. Toegepaste konstruktie Op het moment dat wij als Akoes tisch Adviesbureau werden inge schakeld bleek dat de bouw al zover gevorderd was dat de geschetste op timale situatie om konstruktieve re den niet meer toegepast kon wor den. Om in de gegeven omstandigheden toch de doos-in-doos konstruktie zo goed mogelijk te benaderen, is in overleg met de architekt voor de volgende werkwijze gekozen; a) in de bioscopen binnenwanden aanbrengen die zo flexibel als konstruktief mogelijk worden ge houden ten opzichte van de ach terliggende konstruktie. b) Plafond van de bioscopen uitvoe ren in dubbele gipskartonplaat. Bevestigingskonstruktie van dit plafond opleggen op de binnen wanden. c) Tussen de houten vloer van de bioscopen en de konstruktievloer haarviltstroken aanbrengen. ad a) Deze flexibele montage is gereali seerd door voor de binnenwanden 22 cm dikke kalkzandsteenblokken te kiezen en deze op een bouwplaat te metselen. Tussen bouwplaat en konstruktievloer zijn geprofileerde rubberstroken aangebracht. Spouw tussen binnenwand en gevel: 5 cm. (zie figuur 3). ad b) Het plafond is geheel gesloten uitge voerd. De noodzakelijke perforaties voor het monteren van inbouwar- maturen zijn hersteld door deze met een luchtdichte omkasting af te dekken. Verder is er veel aandacht besteed aan de kierdichting tussen het pla fond en de binnenwanden enerzijds en tussen de houten vloer en de bin nenwanden anderzijds. Door het toepassen van flexibele manchetten in de luchtkanalen en flexibele elektriciteitskabel ter plaat se van de doorvoering is getracht zo konsekwent mogelijk ieder star kontakt tussen binnendoos en bui tendoos te vermijden. Om geluidtransmissie buitenom te 11 fig. 1 TB?- T*F nagaE binnendoos Z£= [tÓi JfiL 1konstruktievloer 2, 3, 4: niet poreuse steenachtige konstrukties 5: spouw tussen binnendoos en buitendoos voorzien van mineraalwol fig. 2 50 220 fig. 3 binnenwand bioscoop bestaande uit 22 cm dikke kalkzandsteenblokken watervaste bouwplaat geprofileerde rubber platen kitvoeg mineraalwol waterdicht folie (ter vermijding van speciebaarden)

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1983 | | pagina 13