IMbfOJAUIP Een eenvoudig model dat opgang heeft gemaakt gaat ervan uit dat vooral de beschikbare hoeveelhe den tijd en geld bepalen wat mensen zich kunnen permitteren (Lakatos/v. Kralingen). Er zijn mensen met wei nig vrije tijd en weinig geld; zij zijn als doelgroep onaantrekkelijk. An deren hebben veel tijd en veel geld; zij vormen een aantrekkelijke doel groep. In het volgende voorbeeld, een Ame rikaans segmentatiemodel, komt deze indeling terug: Overzicht 4: In Amerika: Psychologisch meer ontwikkeld Materieel Niet materieel Psychologisch minder ontwikkeld Op de eerste plaats is het verticale onderscheid van belang. Er zijn mensen onderaan de maatschap pelijke ladder waarvan het bestaan bepaald wordt door de strijd om te overleven (psychologische onvol wassenheid). Bovenaan staan men sen die innerlijke rust (psychologi sche volwassenheid) hebben be reikt. Op de horizontale as staan mensen die zich vooral richten op de mate riële kanten van het leven (zoals het hebben van een dure auto en een mooi huis) tegenover mensen die vooral geïnteresseerd zijn in imma teriële zaken (zoals het beoefenen van yoga). Dit model is door Franzen en Hol- zauer in het Nederlands omgezet: Overzicht 5: In Nederland: Geïntegreerden Wedijveraars Experimentelen Overlevers Onderaan staan de overlevers. Zij vechten om hun bestaan en leven zeer sober. Het zijn vooral ouderen, werklozen, gastarbeiders en men sen in grote steden met weinig op leiding. Ze hebben veel tijd, maar weinig geld. Bovenaan staan geïntegreerden. Het zijn stabiele persoonlijkheden, tolerant en beschaafd. Ze hebben uitstekende banen en dito inko mens. Ze hebben veel tijd en veel geld. Links, op de horizontale as, staan de wedijveraars: jong, ambitieus, werken keihard om omhoog te ko men. Ze zijn erg gericht op con sumptie en modes. Ze hebben wei nig tijd, maar veel geld. Rechts staan de sociaal bewusten. Zij voelen sociale verantwoordelijk heid en leven in eenvoud. De nadruk ligt op behoud en soberheid. Ze heb ben veel tijd, maar willen geen geld besteden. Deze indelingen hebben de schijn werper gezet op ouderen als doel groep. Het gaat om mensen die - bijvoorbeeld vanwege vervroegde uittreding of omdat de kinderen de deur uit zijn - een hoop vrije tijd heb ben. Als ze dan ook nog eens wat geld te besteden hebben worden ze bijzonder interessant. Voor deze groep zijn al diverse namen verzon nen, zoals 'empty nesters'. Kijken we naar de bezoekcijfers van de bio scoop, dan zien we dat deze groep sterk ondervertegenwoordigd is. Voordat ik overga naar een aantal conclusies wil ik het segmentatie model van bioscoopbezoekers de revue laten passeren, zoals dat ont wikkeld is door Bakkenist, Spits Co. en Burke-InterA/iew. Op basis van een uitvoerig onderzoek in 1986 is een onderverdeling gemaakt in vier typen bezoekers: De eerste doelgroep is een avondje uit. Het is een groep van wat oudere personen die sterk nostalgische ge voelens hebben ten aanzien van de bioscoop. Ze gaan niet zo vaak en hun wensen liggen met name op het vlak van service (bewaakte gardero be, ruime reserveringsmogelijkhe- den). De tweede doelgroep is jonge kos tenbewuster Het zijn de meest fre quente bezoekers die nog vaker zou den gaan als het kaartje goedkoper was. De derde doelgroep is de latente be zoeker, Deze groep ziet de bioscoop als tussendoortje. Men heeft een hoog videogebruik. De vierde en laatste doelgroep is die van de cultuur/filmgangers. Men heeft behoefte aan culturele films, voorkeur voor kleine zalen en weinig behoefte aan comfort. Aanbevelingen Deze doelgroepen zijn nog betrekke lijk globaal geformuleerd. Ik denk dat het mogelijk en ook noodzakelijk is om tot een nadere invulling te ko men. Afsluitend wil ik een aantal op merkingen maken en aanbevelin gen doen zonder die direct te koppe len aan het model van Bakkenist, Spits Co. Het bedienen van doelgroepen, waar u terecht naar streeft, brengt met zich mee dat niet alleen de film maar ook de communicatie wordt afgestemd op die doelgroep. Dat geldt voor de reclame-uitingen, maar ook voor de vormgeving van de bioscopen. Ik heb de afgelopen weken wat rondgekeken in biosco pen in Amsterdam, en heb gecon stateerd dat de wat statige sfeer van bruin hout en rood pluche in veel bioscopen nog de boventoon voert. In de resultaten van Bakkenist, Spits Co. is sprake van een groep be zoekers die om nostalgische rede nen een bioscoop bezoekt. Ik kan me voorstellen, dat die groep tevre den is met de sfeer die deze biosco pen uitademen. Anderzijds zijn de afgelopen jaren nogal wat trendge voelige cafés met wilde interieurs uit de grond geschoten die blijkbaar in een behoefte voorzien. Wellicht is het noodzakelijk dat bioscopen met deze trend meegaan. Voor jongeren, betoogde ik eerder, is de bioscoop een identiteitsver schaffer. De bioscoop biedt idealen en droombeelden waar jongeren niet buiten kunnen. In die zin is het een echte kindervriend, maar wel één die in de afgelopen jaren wat in slowmotion is geraakt. Ik denk dal de bioscoop deze identiteitsfunctie veel sterker kan uitdragen dan op dit moment gebeurt. De bioscoop moet zijn sterren aanbieden en toe gankelijk maken. De bioscoop moet laten zien dat ze materiaal aanbiedt waarmee je je kunt identificeren en onderscheiden. Om een vergelijking met popmuziek te maken een groot identiteits- scheppend alternatief: popartiesten zijn overal. In de kiosk liggen stapels muziekbladen die het leven van popartiesten van A tot Z beschrijven Ze zijn op televisie, in programma's die door jongeren gepresenteerd wordenZe gaan op tou rnee en trek ken volle zalen of stadions. Filmsterren kunnen niet tippen aan de status van popsterren, op enke len na. De sterren die wel bekend zijn zijn al wat ouder, zodat we ons kunnen afvragen of ze nog aantrek kingskracht op jongeren hebben. Filmbladen bestaan er nauwelijks. Aankondigingen van fiims staan vaak weggedrukt in de krant, een medium dat voor jongeren veel min der belangrijk is dan TV. Filmpro gramma's op TV worden echter weer gepresenteerd door mensen als Simon van Collem of Hans van Willigenburg, die het wellicht leuk doen bij vrouwen van middelbare leeftijd, maar niet bij scholieren ('Oom Simon raadt ons aan van avond naar de film te gaan!'). En als er een nieuwe film in première gaat, komt de koningin! Om enkele voorbeelden van identi teitsondersteuning te geven: met de opkomst van muziekzenders als MTV is mijns inziens de keuze van de filmmuziek van extra belang ge worden. Het uitbrengen van filmmu ziek op single is een uitstekende vorm van promotionele ondersteu ning (zie 'Dirty Dancing') die ook nog bijna niets hoeft te kosten. De komst van de CD-video maakt het boven dien mogelijk filmmuziek en film beelden samen aan een groot pu bliek te verkopen. Zo ontstaat een soort film-single, en gaan de secto ren 'film' en 'popmuziek' min of meer in elkaar overlopen, tot beider voordeel. Een andere suggestie is premières voor jongeren open te stellen en daar een spektakel van te maken. Waar om kan een film niet in Ahoy in pre mière gaan of 's avonds in het Feye- noord-stadion met aanwezigheid van de artiesten en muzikanten? Dergelijke activiteiten zouden regio naal herhaald kunnen worden. Een aantal bedrijven en instellingen heeft goede resultaten geboekt met het versterken van de relatie met de achterban. Ook op dat vlak is er mijns inziens werk aan de winkel. Trouw bezoek moet beloond wor den, en jonge bezoekers moeten meer betrokken worden bij de film. Jongerentijdschriften kennen hun ingezonden brieven; jongeren-TV/ radio kent zijn Paperclip en Club Ver- onica. Kan de bioscoop niet iets bie den aan jongeren die filmster willen worden of achter de camera willen staan? 15

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1988 | | pagina 14