Vrouwen in het Vak: Chantal Joostens "Het belangrijkst zijn de mensen waarmee je samenwerkt" Chantal Joostens is 30 jaar en General Manager van Columbia/ Tri- Star Films BV. Ze houdt van film en het filmbedrijf. Haarwieg stond in Brussel en ze is dan ook een Belgische van het zuiverste water. Sinds kort behoort ook Nederland tot haar werkterrein. Al heeft dat nog geen invloed op de kenmerkende zuiderlijke tongval, die ze royaal doorspekt met Amerikaans filmjargon, iets waar haar Amerikaanse werkge ver. Columbia International, on getwijfeld debet aan is. Haar vak kennis brengt ze in praktrijk als General Manager Benelux en het zal vast prettig zijn voor haar te werken al kan ze die uitdrukking waarschijnlijk niet waarderen. Mét haar werken komt meer in de richting want ze heeft een hei lig vertrouwen in teamwork. Een gesprek met Chantal Joostens over "majors" en exploitanten. België en de boeiende kanten van Het Vak. Een avontuur Ooit studeerde ze Germaanse fi lologie en verdiepte zich zo doende in talen en literatuur. "Normaal gesproken wordt je dan vertaler", zegt ze. "of je gaat in het onderwijs maar daar had ik geen zin in. Ik ben toen bij mijn ouders in de zaak gekomen. Zij hadden een importhandel in sportartikelen. Twee jaar heb ik daar gewerkt. Het was een leuke ervaring maar mijn toekomst in een klein bedrijf was niet zo inte ressant. Bovendien was het een familiebedrijf en dat is altijd moeilijk. Ik wilde werken bij een internationaal bedrijf". Om dat te bereiken werd een nieuwe studie ter hand geno men: Management Business Administration. Chantal: "De eerste keer dat ik een krant opensloeg voor de va- katures las ik een advertentie van Warner/Columbia waarin ze een assistente publiciteit vroe gen. Ik ging in die tijd zo'n vijf keer per week naar de bioskoop en al wist ik niets van het vak, ik was zo enthousiast dat ik uitein delijk werd aangenomen. Dat was in 1982. En zo is het hele avontuur begonnen. Ik werkte indertijd met een fantastische publiciteitsmanager. Toen hij met pensioen ging ben ik hem opgevolgd". Niet zo lang daarna, in 1985, werd haar gevraagd de funktie van manager over te nemen. Na Steve Rubin, Ralph Alexanderen anderen was het één van de eer ste keren dat een lokale kracht manager werd. Daarvoor waren het altijd Amerikanen, die de, toenmalige, kombinatie Warner Bros/Columbia International in België runden. Warner/Columbia "Daarna is er veel veranderd", vertelt ze. "De ploeg bestond in het begin uit weinig enthou siaste mensen die al jaren in dienst waren. Eén voor één gin gen zij met pensioen en geleide lijk aan verjongde het team. Toen kwam vorig jaar mei de schei ding tussen Warneren Columbia en dat veranderde de struktuur volkomen. Het was voor ieder een een verrassing want de sa menwerking was altijd goed ge weest. Columbia heeft mij toen dezelfde job aangeboden maar nu ook voor Nederland. Het was de eerste keer dat er een Bene- lux-struktuur ontstond en dat betekende voor mij een nieuwe markt en een nieuwe uitdaging. België en Nederland laten zich namelijk niet automatisch kom- bineren. Beiden zijn afhankelijk van andere landen. Vooral het sa menstellen van een nieuw team voor Nederland was heel boeiend". Wat administratieve problemen daargelaten is de scheiding nu een feit. "Inmiddels is er een samenwer king tussen Tri-Star en Columbia ontstaan", zegt Chantal, "en dat wil zeggen dat we allebei onaf hankelijke studio's blijven, ech ter met een gezamenlijke distri butie". Amerikanen en exploitanten Columbia is één van de, zoge naamde, Major Companies. Eén van de grote Amerikaanse bedrij ven die in Europa steeds meer in vloed krijgen. In hoeverre reali seren de majors zich het belang van het in leven houden van de Nederlandse afzetpunten? De kleinere bioskopen raken steeds meer in de houdgreep. "Het klopt", zegt Chantal, "dat de Ver enigde Staten een steeds groter marktaandeel krijgt. De grote Europese namen verdwijnen, goede Europese regisseurs wor den met royale budgetten naar Amerika gelokt en lokale produk- tie is verminderd in kwaliteit zo dat je, als Amerikaans bedrijf, automatisch een groter markt aandeel krijgt. De afgelopen 20 tot 30 jaar is er in de Verenigde Staten veel geïnvesteerd in be tere bioskopen. Enorme komple- xen verrijzen in the middle of nowhere. Ze zijn prima bereik baar voor iedereen. Er draaien negen a tien films tegelijkertijd. Je kunt er parkeren. Je kunt er eten en drinken. Vaak zijn er win kels bij maar er zijn allerlei kom- binaties mogelijk, bijvoorbeeld met sportfaciliteiten, waardoor je als bioskoop niet alleen 's avonds open bent. In Europa be gint dat investeren pas. Natuur lijk is het onze bedoeling zo veel mogelijk publiek te bereiken. We willen alle afzetpunten graag open houden. Maar investerin gen van de exploitanten zijn ui terst belangrijk. Amerikaanse distributeurs kunnen tenslotte niet bepalen hoe de lokale markt eruitziet." En hoe zit het met de M.P.E.A.A.? De Motion Pictures Export Association of America, een organisatie waarin de grote Amerikaanse distributeurs zijn verenigd. Wat doet de M.P.E.A.A. voor de bioskopen? Chantal antwoordt met een we dervraag: "Wat doen de exploi tanten om een film goed te verto nen?" En verder: "Wat de M.P.E.A.A. betreft zijn er enorme verschillen tussen de leden. We zijn allemaal anders. Het is moeilijk hier in Ne derland de onafhankelijke exploi tanten bij elkaar te brengen en dat geldt ook voor de Amerika nen. In het algemeen wordt er te veel op korte termijn gedacht. Dat is in ons vak zo, maar ook in andere bedrijfstakken. De M.P.E.A.A. heeft overigens ook niet de bedoeling alleen de Ame rikaanse distributeurs te verdedi gen maar het Amerikaanse film bedrijf in het algemeen. Het hele filmwereldje. Ze houdt zich bij voorbeeld bezig met de rechten van producers. Ze is de anti-pira terij campagne begonnen en ze levert nog meer positieve bijdra gen". 12

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1988 | | pagina 12