NIEUWE CAO VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF In de Sociale Commissie voor het Bioscoopbedrijf is na lang onder handelen een accoord bereikt over een nieuwe CAO voor 1989. Voor de werkgeversdelegatie, die bij aanvang van de besprekingen bestond uit de heren F.de Boef (Cannon), W.van Dommelen (Jog- chem's), J.G.Paerl (Holland Exibitors) en I.A.M.Teunissen (Miner- va), stonden een tweetal punten van meet af aan centraal: 1. het afstemmen van de CAO op de dagelijkse praktijk in het bio scoopbedrijf. 2. flexibiliteit van de arbeid. De oude CAO bood onvoldoende mogelijkheden voorde werkgevers het personeel zodanig in te zetten dat op adequate wijze kon worden ingespeeld op de sterk wisselende aard van de werkzaamheden. Met name de functie-indeling in portier, ouvreuse, cassière etc. wierp hierbij de nodige belemmeringen op. De verlangens van de werknemersgedelegeerden, afgevaardigd door de Diensten- en Voedingsbond FNV, lagen o.a. op het gebied van inkomensverbetering resp. behoud van koopkracht, herstructu rering van de arbeid, overwerkvergoeding voor part-time medewer kers en aanpassing van de kontrakten van part-timers indien hun werkuren struktureel boven het aantal kontrakturen uitkomt. Lopende de onderhandelingen wijzigde de samenstelling van de werkgeversdelegatie door het uittreden van de heren Paerlen Teunis- sen. Hun plaats werd ingenomen door de heer W.H.H.Ruyters (Mi- nerva) en mevrouw drs. Ml. Wolff (Bioscooponderneming Wolff). Na veelvuldig intensief overleg konden beide partijen zich op 14 de cember 1988 uiteindelijk vinden in een nota van wijziging, waarvan u onderstaand de belangrijkste punten aantreft. De overeenkomst werd aangegaan voor de periode van 1 januari 1989 tot en met 31 december 1989. Overeengekomen is dat de CAO, voor wat betreft de aanvulling van het ziekengeld tot 100%, zal gelden met terugwerkende kracht tot 1 april 1987. Artikel 8 De werknemer heeft tegenover de werkgever aanspraak op een pen sioenvoorziening, een en ander overeenkomstig de bepalingen van het pensioenreglement van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf. De deelnemende werknemer ontvangt van zijn werkgever een exemplaar van de statuten en reglementen van het Fonds. Werknemers kunnen, volgens daartoe bij afzonderlijke CAO te stellen regels, in aanmerking komen voor vrijwillig vervroegde uittreding. De Vut-gerechtigde leeftijd wordt met ingang van 1 juli 1989 eenma lig vastgesteld op 60 jaar, en vanaf 1 januari 1990 op 61 jaar. Dit alles onder voorwaarde, dat hieraan geen stijging van de premie last voor de werkgever is verbonden. De pensioenpremie van de werknemers zal per 1 januari 1989 wor den verlaagd met1%. Artikel 10 De normale arbeidstijd voor werknemers in volledige dienst be draagt 39 uur per week dan wel 156 uur per vier weken. Voor werkne mers in niet volledige dienst geldt de overeengekomen arbeidstijd. Voor laatstgenoemde categorie geldt, dat de overeengekomen ar beidstijd nimmer minder zal bedragen dan 8 uur per week, tenzij de werknemer in kwestie uitdrukkelijk te kennen geeft van dit minimum te willen afwijken, in welk geval de werkgever een dispensatieverzoek bij de Sociale Commissie kan indienen, teneinde een afwijkende ar beidstijd overeen te kunnen komen. 1a. De vaststelling van de arbeidstijd geschiedt - met inachtneming van het bepaalde in het Werktijdenbesluit voor Bioscopen - over eenkomstig een door de werkgever vast te stellen werkrooster. Dit werkrooster kan door de werkgever, met inachtneming van de overeengekomen arbeidsduur, na overleg met de werknemer worden gewijzigd, indien zulks door de omstandigheden wordt vereist. Een dergelijke wijziging van het rooster dient zoveel mo gelijk één week voor de datum van ingang, doch uiterlijk voor 18.00 uur van de maandag, voorafgaande aan de betreffende speelweek, aan de betrokken werknemer bekend te zijn. Het werkrooster wordt voor het service-, schoonmaak- en on derhoudspersoneel zodanig vastgesteld, dat: - de maximale arbeidstijd per dag 8 uur bedraagt; - een werknemer wekelijks twee vrije dagen heeft; - één van deze vrije dagen tenminste één keer per vier weken op zondag valt en één keer per acht weken op zaterdag of maandag; - de werknemer van 55 jaar en ouder slechts met zijn instem ming nachtarbeid, waaronder nachtvoorstellingen, verricht; - tussen einde en aanvang van de arbeidstijd op twee opeenvol gende werkdagen tenminste een rusttijd van 12 uur is gele gen; - de onafgebroken arbeidstijd 's middags tenminste 1 1/2 uur zal bedragen en 's avonds tenminste 2 uur. Het werkrooster wordt voor de operateur, bedrijfsleider zodanig vastgesteld, dat: - de maximale arbeidstijd per dag 11 uur bedraagt; - de werknemer per dag twee vrije dagen heeft; - één van deze vrije dagen tenminste één keer per vier weken op zondag valt en één keer per acht weken op zaterdag of maandag; - de werknemer van 55 jaar of ouder slechts met zijn instem ming nachtarbeid, waaronder nachtvoorstellingen, verricht; - tussen einde en aanvang van de arbeidstijd op twee opeenvol gende werkdagen tenminste een rusttijd van 12 uur is gele gen; - de onafgebroken arbeidstijd 's middags tenminste VA uur zal bedragen en 's avonds tenminste 2 uur. Het werkrooster wordt op een voor de werknemers toeganke lijke en in het oog lopende plaats in de bioscoop opgehangen. 35

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1989 | | pagina 34