ONDERZOEK FILMSPONSORING VORDERT GESTAAG DE ARTISTIEKE SUCCESSEN VAN DE FILMTHEATERS Het vertonen van kunstzinnige films voert voor de Filmtheaters al lang verder dan de inmiddels achterhaalde scheiding tussen com mercieel en niet-commercieel. Een volwaardig Filmtheater bedient minstens zeven taakgebieden. Het vertoont kunstzinnige films van gesubsidieerde (1) en commerciële distributeurs (2), neemt deel aan landelijke en regionale festivals (3), is aktief met het vertonen van kinderfilms (4), organiseert thematiese projekten met regionale en stedelijke culturele instellingen (5), initieert educatieve program ma's (6) en heeft een neus voor nieuwe ontwikkelingen in de film kunst (7). In het Filmtheater ga je voor het eerst naar de film omdat je er een stukkie na kan spelen, zie je met de klas je eerste filmklassiekers op het witte doek, volg je de laatste ontwikkelingen in de Afrikaanse ci nema, zie je wat experimentele korte film uit je eigen land inhoudt, is film een kunstvorm naast grafiek, design, mode en architectuur, ko men regelmatig films terug uit de 50er en 60er jaren, haal je je klas siekers weer op en drink je een goede kop koffie in een rustige foyer terwijl je in de krant kijkt welke film er in de bioscoop draait. VIJF JAAR ASSOCIATIE Terugblikkend op vijf jaar Associatie van Nederlandse Filmtheaters moet worden gesteld dat de organisatie haar taak nog eerst kort ter hand heeft kunnen nemen. Met het Beleidsplan "Naar een toekomst voor de kunstzinnige film, 1988 -1992" heeft de ANF willens en we tens haar nek uitgestoken en een kader aan willen geven voor de ar tistieke en bedrijfseconomiese aanpak binnen de Filmtheaters. Ondanks de heftige reacties op het plan zet de professionalisering van de Filmtheaters goed door. Op 28 juli j.l. werd de geheel gereno veerde Foyer van het Filmtheater 't Hoogt feestelijk in gebruik ge steld, plannen om de zalen te verbeteren zijn in voorbereiding. In Groningen ligt een plan klaar voor het realiseren van een tweede zaal, Breda gaat op korte termijn mee in een grootschalige renovatie van de Stadsschouwburg Concordia, Eindhoven (Krabbedans) wordt met twee zalen onderdeel van een nieuw Theater, in Delft, Apeldoorn en Zwolle wordt op dit moment de laatste hand gelegd aan nieuwe plannen en eind 1989 zal Filmtheater Rialto ook haar tweede zaal ge heel gerenoveerd hebben. In de vijf jaar van haar bestaan heeft de Associatie een belangrijke ontwikkeling in de Filmtheaters kunnen initiëren. De filmhuizen heb ben in 1984 met de oprichting van de Associatie, bewust gekozen voor de betere stoel, de betere projektor en de snelle en vlotte bedie ning; kortom een professionele vertoning van de cinematografies waardevolle film. Dat hen dat nu door een aantal betrokkenen niet in dank wordt afgenomen kan kwalijke gevolgen hebben voor de gehele infrastructuur van Festival, Produktie, Distributie en Vertoningsfacili teiten voor de kunstzinnige film. Het rendement van de geïnves teerde subsidie-gelden is onomstotelijk vastgesteld. Niet in de laat ste plaats door de Filmtheaters. Drs. Gerard L.J. Bunnik Beleidsmedewerker/Consulent The Cinematograph Exhibitors' Association, de Engelse vereni ging van exploitanten, en de Society of Film Distributors, thans twee totaal zelfstandige organisaties voeren besprekingen om te komen tot één centrale organisatie a la de N.B.B. Steeds meer groeit het besef van de noodzaak dat één belangen organisatie de spreekbuis moet zijn t.o. instanties als de Cen trale Overheid en de Filmkeuring. Intermediair Tiebosch: groei naar 10 tot 20 procent Al eerder berichtten wij in FILM over het onderzoek dat moet leiden tot inventarisatie van ervaringen, problematiek, mogelijkheden en meningen m.b.t. filmsponsoring en uiteindelijk tot de oprichting van een organisatie die de belangen van alle bij filmsponsoring betrok ken partijen gaat behartigen. Het onderzoek vordert gestaag en som mige meningen en uitspraken van betrokkenen zijn meer dan de moeite waard om tussentijds te memoreren. Wij spraken met film- sponsoring-intermediairVictor. Tiebosch weet zijn beroep niet in één woord te vatten en houdt het op intermediair tussen producent en sponsor. Hij is ervan overtuigd dat er in de toekomst meer ruimte zal zijn voor filmsponsoring. Al leen: het traditionele beeld van het omrekenen van zichtbaarheid van producten in film naar STER-seconden moet worden doorbroken. "De mogelijkheden om doelgroepen te bereiken, zelfs als een film gaat floppen, zijn natuurlijk groot. Alleen moet je de bedrijven daar van weten te overtuigen." Tiebosch geeft voorbeelden aan de hand van de First Floor-produktie Amsterdamned'. STAPEL EN GROLSCH Van Grolsch is het verhaal bekend: hoofdrolspeler Huub Stapel wilde voor één keer (en mede voor het succes van de film) aan een recla mecampagne van het biermerk meewerken. Maar voor de Fiat-dea- lers werd er een soort promotiefilmpje gemaakt met enkele specta culaire scènes uit de film, natuurlijk met de nadruk op de auto. Die commercial draaide in alle Fiat-showrooms in Nederland. Ook Ya maha werd op die manier bediend. "Je weet op een gegeven moment dat niet alleen de film een succes was in de bioscoop en dat veel mensen de merken hebben gezien. Maar ook buiten de bioscoop werd er een link gelegd tussen de sponsors en de film. Daarnaast heb je nog de videomarkt, de kabelnetten en natuurlijk een omroep die later de film gaat uitzenden." Daardoor is het bijna onmogelijk om in een periode van twee a drie jaar na te gaan hoeveel mensen de film gezien hebben en kennis heb ben genomen van scènes uit de film. "Dat valt ook niet om te rekenen naar STER-seconden. Maar voor mij is het duidelijk dat het voor een sponsor veel meer mogelijkheden biedt dan alleen in STER-tijd tus sen andere commercials in. Je kunt je onderscheiden." WENSEN EN GRENZEN Hij legt wel grenzen. Uitgaande van het scenario probeert hij in alles rekening te houden met de teneur van de film en de karakters van de rollen. Daarnaast legt hij zelf ook een aantal ethische grenzen aan en natuurlijk heeft ook de sponsor wensen en grenzen waarover moet worden gepraat. Die afstemming van alle partijen neemt tijd. "En soms moet je sponsors teleurstellen. In de nieuwe Theo-en-Thea- film zitten bar-scenes waarbij we er duidelijk vanaf hebben gezien om drankmerken in beeld te brengen. Dat past niet in de film, ook al gezien een groot deel van het jonge publiek waar je de film op richt." De drank- en sigarettenfabrikanten staan te dringen, aldus Tiebosch. De groei van het sponsordeel van de speelfilmproduktie ziet hij dan ook toenemen tot zeker 10 20 procent van de totale produktiekosten. j zullen regelmatig verslag blijven doen van de stand van zaken bij het onderzoek. LeenVersluis Redstone Productions B.V. 48

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1989 | | pagina 46