Van de gelegenheid die een privé-reis naar Rome in april van dit jaar
mij bood, heb ik natuurlijk gebruik gemaakt om ook een bezoek te
brengen aan het centrum van de organisatie die onze Italiaanse colle
ga's vertegenwoordigt. Deze vanzelfsprekendheid komt door het vol
komen unieke karakter van de Associazione Generale Italiana dello
Spettacolo (A.G.I.S.), en dat ik er graag heen ben gegaan, komt ook
door de persoonlijkheid van de president, dr. Franco Bruno, die ik
van verschillende internationale bijeenkomsten kende.
Terwijl het min of meer unieke van de N.B.B, in zijn verticale, d.w.z.
de hele bedrijfstak van de film bevattende structuur ligt, is de
A.G.I.S. juist een horizontale organisatie, die als enige ter wereld alle
vertoners op projectiescherm, toneel en piste verenigt. Dit is inder
daad letterlijk op te vatten: de A.G.I.S. is een (con)federatie van 26
organisaties op het gebied van de filmvertoning en van alle denkbare
podia. Van die bonden, stichtingen, etc. hebben, behalve de Ita
liaanse bioscoopbond, nog tien andere te maken met filmvertoning,
vertegenwoordigen veertien aangesloten organisaties de vertoners
op podia (van de operahuizen inclusief de Scala te Milaan, schouw
burgen en concertzalen, via variététheaters en circussen tot kermis
sen), terwijl het zesentwintigste lid een associatie is van festival-or
ganisaties op velerlei gebied. Wanneer er in Nedeland iets dergelijks
zou bestaan, zouden van de kant van de film niet alleen de verenigde
commerciële bioscoopexploitanten er bij zijn aangesloten, maar ook
de Associatie van Ned. Filmtheaters, de C.I.C.A.E.-afd. Nederland,
het Nederlands Filmmuseum, de Stichting Nederlandse Filmdagen
en ook Film International te Rotterdam. De horizontale structuur
heeft tot consequentie, dat de Italiaanse bioscoopbond geen organi
satorisch verband vormt met de filmverhuurders en producenten in
Italië. Dat is natuurlijk een nadeel, want het bemoeilijkt bijvoorbeeld
de totstandkoming en handhaving van een window-regeling, die
evenwel in dat land met zijn volslagen wildgroei van private televisie
stations toch nauwelijks realiseerbaar zou zijn. Aan de ander kant -
en dat lijkt mij voor ons van belang - heeft de A.G.I.S. ten opzichte
van een branche-organisatie als de N.B.B, twee belangrijke voorde
len. Het ene is, dat zij door het gewicht van prestigieuze kunstvor
men als opera, drama en ballet ook voor de film gemakkelijker ge
hoor vindt bij overheidsinstanties. Dat zou natuurlijk niet nodig moe
ten zijn, maar het is nu eenmaal zo dat film, waarschijnlijk door zijn
commerciële basis, veelal niet de zelfde achting geniet als podium
kunsten met Helleense wortels. Het tweede voordeel is, dat het bij
eenbrengen van zo veel aangeslotenen tevens het vergaren van veel
contributie betekent, waardoor er een gespecialiseerde staf mogelijk
is die geen van de organisaties zich apart zou kunnen veroorloven.
Een voor de Italiaanse bioscoopbond gelukkige omstandigheid is,
dat de contributie voor net iets meer dan de helft wordt opgebracht
door de bioscopen, waardoor deze zeer sterk in de besturen en com
missies zijn vertegenwoordigd. Ook A.G.I.S.-president Bruno heeft
een bioscoopexploitatie-achtergrond; dat hij zich al vele jaren in die
moeilijke positie heeft kunnen handhaven, berust echter zeker ook
op een vrij zeldzame combinatie van persoonlijke eigenschappen.
Evenals in Frankrijk en de Bondsrepubliek, is de organisatie in Italië
onderverdeeld in regionale afdelingen, elk met een eigen bestuur en
bureau. Terwijl door deze regionalisering het kantoor van de Haupt-
verband Deutscher Filmtheater niet meer dan een paar werknemers
telt, wemelt het op het hoofdkantoor van de A.G.I.S. van medewer
kers. Dat hoofdkantoor is gevestigd in een deel van Rome waar al in
de Romeinse oudheid voorname villa's hebben gestaan, in een van
binnen en buiten schitterende kantoorvilla. Die band met de oudheid
blijkt ook uit een antiek beeld, dat bij de bouw van de tegenwoordige
Na het tekenen van het gouden gastenboek met Franco Bruno achter diens (immense)
bureau; op de voorgrond een geschenk van de bond van kermisexploitanten.
villa is opgegraven. Meer nog dan van dat beeld, was ik onder de in
druk van de "showroom", een van alle technische snufjes voorziene
bioscoopzaal met ca. honderd zetels. In het gebouw vinden de ook
bij ons bekende activiteiten plaats, zoals de verwerking van de con
tinu binnenkomende, zeer gedetailleerde gegevens over bezoek, om
zetten, etc. uit alle delen van het land. Daarnaast zijn er echter ook
afdelingen die nu eenmaal alleen in een grote organisatie mogelijk
zijn. Eén daarvan houdt zich bezig met het redigeren en uitgeven van
een aantal vakperiodieken, waarvan het in de vorm van een krant ver
schijnende weekblad Giornale dello Spettacolo de belangrijkste is.
Van hieruit wordt ook de uitgave van speciale publicaties verzorgd,
zoals het prachtig uitgevoerde boek "Cinema Fermo Posta" (1987)
over de aan film gewijde postzegels. Een andere activiteit die alleen
mogelijk is als diverse kunsten in één organisatie bijeen zijn ge
bracht, vindt plaats onder de goed gekozen naam AGISCUOLA. Dit is
een nationaal comité waarvan het secretariaat in handen is van de
A.G.I.S. en dat tot taak heeft, de schooljeugd in contact te brengen
en vertrouwd te maken met cultuur op het gebied van film en podia.
Deze organisatie wordt kennelijk vrijwel uit eigen middelen bekos
tigd, want zij ontvangt slechts een kleine rijkssubsidie (van ruim hon
derdduizend gulden per jaar). Ook hier kan men zeggen, dat de film
profiteert van het samengaan met andere, i.c. bij het onderwijs hoog
aangeschreven kunsten. Een belangrijk onderdeel van de A.G.I.S. is
ook de organisatie, die onder de naam Politalia adviseert over de
technische uitrusting en verbetering van zalen, en die voorlichting
geeft over nieuwe apparatuur en producten.
27