STATUTEN REGLEMENTEN: GEBASEERD OP EENVOUD én REALITEIT! Welk niet-bestuurslid van de N.B.B, heeft de laatste jaren de dikke blauwe bundel Statuten en Reglementen ter hand genomen om te controleren of bepaalde zaken wel of niet waren toegestaan? Veel reglementen dateren uit de tijd dat bioskoopbezoek nog een van de weinige vormen van passieve vrijetijdsbesteding was. Een tijd dat de Bond vier maal zoveel leden kende en concentraties binnen de branche nog heel beperkt waren. Er is sindsdien veel veranderd, en dus is het niet vreemd dat het Bondsbestuur, na een aantal gedeeltelijke aanpassingen van struk- tuur en werkwijze van de N.B.B., thans de taak op zich heeft geno men voorstellen te presenteren, welke beogen meer ingrijpende aan passingen door te voeren. Aanpassingen noodzakelijk om een aantal redenen: - Door de gewijzigde marktverhoudingen, w.o. de concentratie van vraag en aanbod. Deze hebben ertoe geleid dat naleving van regle mentaire bepalingen bij een deel van de leden de facto niet langer kan worden afgedwongen en tevens dat aan een deel van de be staande regelingen geen behoefte meer bestaat. - Door de economische concentraties is het steeds moeilijker be sturen en commissies te bemannen. Meer werk komt op de schouders van minder mensen, die vaak andere prioriteiten moe ten hanteren dan zitting te nemen in besturen of commissies, waarvan het belang voor de eigen geleding c.q. onderneming (zeer) indirect is c.q. kan leiden tot een belangenconflict. - Het niet uitgesloten is dat met het oog op 1992 de Europese regu lering wijzigingen in de bondsstructuur noodzakelijk maakt. De Bondsraad gaf op 20 juni van dit jaar het Bondsbestuur de op dracht zich hierover te buigen. Na een bijeenkomst van vertegenwoordigers van alle Afdelingen (ex ploitanten, verhuurders en producenten) op 25 mei 1989, werd een commissie uit het Bondsbestuur benoemd, bestaande uit H.J.A.Tijs- sen, R.Wijsmulier en drs.J.Ph.WoIff, met Mr.J.H.M.Arnolds als sec retaris, om een rapport samen te stellen dat als basis voor verdere discussie in Bestuur en Afdelingen zou gaan dienen. Het rapport "Herziening van de Statuten en Bondsreglementen" is in middels verschenen, en waaraan het volgende wordt ontleend. De Commissie bewandelde de beste weg door zich af te vragen wat er hoe dan ook geregeld zou moeten worden, indien er geen bond zou bestaan en de afdelingen daarvoor nu het initiatief zouden ne men. Daaruit komt duidelijk naar voren een lijst van kerntaken (in willekeu rige volgorde): - behartiging van parallelle belangen, bij de Overheid, E.G.-instan ties, N.V.P.I., Video Veilig en Europese belangenorganisaties op film gebied als de F.I.A.D., de F.l.A.P.F. Betreffende zaken zoals een lager BTW-tarief, quotering, subsidies, enz.; - externe belangenbehartiging van gezamelijke, doch niet noodza kelijke (geheel) parallel lopende belangen, bijv. overleg met zend gemachtigden; - het filmvervoer; - de kollektieve inning van de BUMA-gelden; - interne en externe informatieverstrekking via een vakblad (FILM); - het verzamelen en produceren van statistische gegevens; - kollektieve stimuleringsakties, w.o. de bioskoopbon; - het bedrijfspensioenfonds; - onderzoeken voorlichting; - arbitrage; - afspraken met gesubsidieerde vertoners (de Associatie van Neder landse Theaters) resp. gesubsidieerde filmverhuurders; - regelingen t.a.v. algemene kortingen, zoals 65+ c.q. speciale kor tingen voor bijv.leden van de N.B.F, of Filmacademie. De aktiviteiten van de Bond, nieuwe stijl, kan men ook indelen op ba sis van de vraag: A. of een bepaalde aktiviteit noodzakelijk of alleen maar wenselijk is (waarbij het begrip 'noodzakelijk' uiteraard slechts relatief is). B. of een bepaalde aktiviteit uitsluitend mogelijk is in een bond waarin meer dan één geleding samenwerken, of dat zij in een der gelijke bond alleen maar beter, resp.goedkoper kan worden ver richt dan op een andere manier. Aan de hand van deze vraagstelling kunnen de genoemde taken in schema worden gebracht: A B Aktiviteit (abso (drin alleen beter luut) gend) in in nood gewenst bond bond zakelijk 1. inning BUMA-gelden X X 2. filmvervoer X X 3. externe behartiging van gezamelijke belangen bij: -nationale overheid X X -nationale organisaties X X (Video Veilig,N.V.P.I.) - E.G.-instanties X X -window-regeling X X - Europese filmbelangen- organisaties, FIAD,FIAPF X X 4. arbitrage X X 5. regeling Associatie enz. X X 6. koll.stimuleringsakties X X 7. statistiek X X 8. onderzoek en voorlichting X X 9. vakblad X X 10. bedrijfspensioenfonds X X 11. inning kontributies en sponsorbijdragen X De kernvraag is, welke taken de Bond centraal dient te blijven ver richten, welke taken beter en doelmatiger door de afzonderlijke gele dingen (exploitanten, filmverhuurders en producenten) kunnen worden uitgevoerd, en welke aktiviteiten eventueel beter in het ge heel niet meer aan regelingen onderworpen kunnen zijn. Verantwoordelijkheid van de Afdelingen In dit schema mist men het maken van reglementen door de N.B.B, (lees: Bondsbestuur), welke betrekking hebben op het onderlinge handelsverkeer. Bij een grotere autonomie van de geledingen (lees: de huidige Afde lingen) dienen de Afdelingen zelf verantwoordelijk te zijn voor het vaststellen van gedragsregels in bilaterale onderhandelingen of in onderlinge samenspraak. Deze afspraken moeten niet meer worden vastgelegd in reglementen maar in overeenkomsten, welke voor een bepaalde periode van kracht zijn. Het wijzigen van reglementen is een langdurig proces, het veranderen ca. aanpassen van overeen-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1989 | | pagina 5