Laterna Magica - De Toverlantaarn in het Nederlands Filmmuseum In het midden van de 17e eeuw begint de geschiedenis van de tover lantaarn. Geleerden hielden zich bezig met allerlei nieuwe machines, waaronder een apparaat dat vele fantasievolle namen kreeg, en dat wij nu kennen als de toverlantaarn. Wat is precies een toverlantaarn? Veel mensen kijken je niet-begrij- pend aan als je het woord laat vallen, maar oudere mensen hebben soms nog herinneringen aan de toverlantaarn uit hun kindertijd. Als speelgoed, of van avonden waarop hun vader de familie met een toverlantaarnvoorstelling vermaakte. Eigenlijk is de toverlantaarn langzaam ontwikkeld tot de dia-projector van nu. In plaats van toverlantaarn kan het apparaat ook projectielantaarn genoemd worden. Kort omschreven is het een omhulsel van hout of metaal, met daarin een lichtbron waarvan het licht door een holle spiegel wordt samengebundeld en door een condensor (een dubbel- bolle lens) een transparante afbeelding op het doek projecteert. Er zijn een aantal perioden in de toverlantaarngeschiedenis te onder scheiden. In het begin was de toverlantaarn vooral een instrument voor geleerden. De toverlantaarns werden gebouwd als onderzoeks instrument en als demonstratieinstrument op universiteiten. Als ze ter verstrooiing werden gebruikt, dan alleen onder geleerden en in vorstelijke of andere hoge kringen. Het bestaan van de toverlantaarn werd langzaam aan ook bekend bij de gewone man, en allerlei men sen zagen in de exploitatie ervan een broodwinning. De lantaarnis- ten, die we eigenlijk alleen kennen van oude gravures, sjouwden met complete uitrusting stad en land af om voorstellingen te geven, bij mensen thuis op de muur of op een laken. In de tweede periode veranderden de voorstellingen van karakter: de lantaarnist kwam niet meer naar de mensen toe, maar de mensen kwamen naar de voorstellingen. De voorstellingen waren groter van opzet, omdat de techniek zich verder ontwikkelde. Er kwamen ster kere lampen, in het begin werden er kaarsen of kleine olielampen ge bruikt. De lantaarn kon nu verder van het doek worden opgesteld, of achter het doek. De shows kenmerkten zich door spectaculaire effec ten, verbazingwekkende gebeurtenissen met spoken en geesten, rookeffecten en enge geluiden: alles werd in het werk gesteld om op zienbarende shows te geven. In deze tijd krijgt de toverlantaarn een slechte naam. Het instrument zou door charlantans gebruikt worden om mensen te misleiden en schrik aan te jagen, de lantaarnist zou een volksverlakker zijn, en de shows een slechte invloed op de men sen hebben. De derde periode was de absolute bloeitijd van de toverlantaarn. Nog sterkere kalklichtbronnen werden gebruikt. In deze tijd krijgt de toverlantaarn ook een betere reputatie als een serieus instrument, aan te wenden niet alleen als vermaak maar ook ter lering van de mens. Er werden in kerken voorstellingen gegeven, met als bijeffect dat er veel meer mensen naar de diensten kwamen. Naast de specta- kulaire shows werden er stichtelijke en opvoedende, maar ook popu lair wetenschappelijke voorstellingen gegeven, vaak gemengd met leuke en grappige onderdelen. De fotografie doet zijn intrede: echte acteurs in decors worden op de plaat gezet en de platen worden met de hand ingekleurd. Deze 'tableaux-vivants' waren erg populair: waar gebeurde verhalen over de tragische effecten van drankmisbruik, vaak zeer dramatisch en met een goede moraal, zijn in enorme aan tallen gemaakt. In de vierde periode blijven de educatieve voorstellingen bestaan, maar de toverlantaarn verdwijnt langzamerhand. Korte tijd werken de twee media nog samen, tussentitels van films worden via de toverlantaarn geprojecteerd, in afwisseling met het filmbeeld, of kleine intermezzo's werden tussen de filmpjes die toen vaak kort wa ren geprojecteerd met de lantaarn. De toverlantaarn werd uiteindelijk verdrongen door de cinemato grafie: de mensen wilden echte beweging zien, geen stilstaande beel den meer. "Le Sanculotte", plaatje uit de collectie Zotti-Mirici, Italië In de loop der tijd zijn er veel verschillende soorten toverlantaarnpla- ten, altijd op glas, gemaakt. Ten eerste zijn er ontzettend veel forma ten en afmetingen in de plaatjes, die bij de verschillende toverlan taarns hoorden. Dit was ookzo in het beginvan de film, pas veel later kwam er een standaardformaat. In de tweede plaats zijn de platen met verschillende technieken ge maakt. Vele variaties in beweegbare platen zijn er ontwikkeld, er wer den allerlei trucs bedacht om beweging op het doek te toveren. Pla ten die uit meerdere onderdelen bestaan zodat er via snelle handbe wegingen de illusie van beweging ontstaat. Of de effectplaten: platen die via projectie door twee lenzen in één beeld in elkaar kunnen over vloeien, zodat seizoenen voor uw ogen veranderen, het nacht kan worden op het doek en het zelfs kan gaan sneeuwen. Een geliefd ef fect was de zogenaamde chromatroop (kleurwisselaar): twee met kleurmotieven beschilderde platen die tegen elkaar ingedraaid wor den via een mechaniek en zo een mooi kleureneffect laten zien. De oudste platen zijn stuk voor stuk handgeschilderd en ontworpen, meestal door de lantaarnist zelf. Er waren zwart-wit platen, maar vanaf het begin werden er platen in kleur geschilderd. Met transpa rante (lichtdoorlatende) verf kreeg je de prachtigste kleuren op het doek. Met lak werden zij tegen beschadiging beschermd. Omdat er nog niet zo'n goede projectie mogelijk was, werden de kontrasten versterkt door open plekken op te vullen met zwarte verf, waar geen licht door kon vallen. Deze plaatjes worden fantasmagoriën ge noemd. Ook instrumentenmakers en opticiens, die toverlantaarns maakten, schilderden de daarbijbehoordende platen zelf. Later kwam er een echte industie: bedrijven die zich alleen maar toe legden op de productie van platen. Er werden processen ontwikkeld om de platen in grote aantallen tegelijk te maken. De kontouren wer den met een koperplaat-afdruk op het glas gedrukt en verder met de hand geschilderd. Ook werden er complete gekleurde plaatjes op glas gedrukt, maar die methode voldeed niet zo goed. Als fotografie zijn intrede doet is ook de lantaarn zelf sterk verbeterd. Op de platen worden diapositieven gedrukt en komen de afbeeldin gen haarscherp op het doek. Series met echte acteurs, in een decor en in de natuur, beelden verschillende fasen van een verhaal uit. De teksten werden erbij geleverd. Zo werden vooral stichtelijke en bij belse verhalen in scène gezet. Ook was het mogelijk om voor educa- 73

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1989 | | pagina 72