KERSTPUZZEL
1989
Screen Digest aangehaalde uitspraak van Garth Drabinsky (Cineplex
Odeon), dat de ontwikkeling van de omzet thans van het succes van
acht a tien films per jaar afhangt: blijft succes uit, dan isereen daling
van 3-4%, en bij succes neemt de recette met 4-5% toe (t.a.p. blz.
178). In dit kader zij ook gewaarschuwd voor de in het Duitse vakblad
genoemde tendentie tot vermindering van het aantal in de V.S. te pro
duceren A-films2.
OPTIMAAL AANTAL ZALEN
Het vraagstuk van het optimale aantal zalen is natuurlijk onlosmake
lijk verbonden met het verschijnsel van de nieuwe supercomplexen.
Opmerkelijk is, dat er in het artikel in Screen Digest daarover kriti
sche uitspraken te vinden zijn. Volgens de schrijver er van is de regel,
dat er 250.000 tot 300.000 bezoekers nodig zijn voor elke investe
ring van 1.000.000,-, nog door niemand betwist. Uit door Screen
Digest verkregen informatie is de indruk ontstaan, dat de meeste
multiplexen in Groot-Brittannië niet aan die norm voldoen. Als dat zo
is, zou er volgens deze schrijver eerder sprake zijn van een sombere
toekomst voor de Britse bioscopie dan van een nieuw gouden tijd
perk. Sommige pessimistische voorspellingen houden volgens hem
in, dat een belangrijk deel van de nieuwe multiplexen tot sluiting ge
dwongen zal worden, maar niet eerder dan nadat vele onafhankelijke
bioscopen verdwenen zijn, zodat het uiteindelijke netto-resultaat zal
neerkomen op minder schermen dan vóór de nieuwe ontwikkeling.
Zelfs aannemende, dat deze uitspraak wat al te pessimistisch is,
komt het in het voorafgaande door mij bestreden standpunt van die
zelfde schrijver door deze uitspraken wel in een vreemd daglicht te
staan.
Opmerkelijk is, dat de hier naar voren gebrachte verhouding tussen
kosten en baten elders in het artikel geen aandacht heeft gekregen.
Dat is eigenaardig, aangezien het bij een ondernemingsgewijze be
drijfsvoering nu eenmaal om die verhouding moet gaan, en i.c. niet
om een zo hoog mogelijke frequentie van het bioscoopbezoek. Dit
aspect kan overigens ook van belang zijn ten aanzien van de in de ta
bellen vermelde kengetallen voor Noorwegen, waar de meeste bio
scopen door de staat worden geëxploiteerd. Vestiging van biosco
pen in dunbevolkte gebieden doet immers wel de landelijke frequen
tie stijgen, maar zal in vele gevallen de financiële uitkomsten doen
dalen. Als het alleen om een verhoging van de frequentie van het
bioscoopbezoek zou gaan, is er trouwens een veel gemakkelijkere
manier om die te bereiken dan door uitbreiding van het aantal zalen,
namelijk door prijsverlaging. Bij ondernemingen gaat het echter om
het verschil tussen baten en lasten, en dat betekent bij bioscopen
niet het maximeren van het bezoek.
FILMVOORZIENING
Een andere, in het artikel genoemde kwestie van grote importantie is
het effect van economische machtsposities op de filmvoorziening.
Geconstateerd wordt, dat ondernemingen met sterke posities op de
Amerikaanse bioscoopmarkt de daarop gebaseerde invloed op film
verhuurders gebruiken voor de filmvoorziening van hun nieuwe mul
tiplexen in Europa ("economie leverage"). In het artikel is opge
merkt, dat Europese exploitanten niet over dergelijke machtsmidde
len beschikken bij het penetreren van buitenlandse markten. Geci
teerd is de ook in Nederland bekende general manager van de Rank-
bioscopen Jim Whittell, die zich er over beklaagt, dat hij voor de door
Rank met grote bedragen gemoderniseerde bioscopen in steden als
Glasgow, Birmingham en Nottingham geen films van de major com-
panies krijgt, doordat deze aan nieuwe vestigingen van Amerikaanse
ondernemingen leveren. Voor de onafhankelijke bioscoopexploitan
ten, die zich in een eerdere fase over een soortgelijk marktgedrag van
Rank hebben beklaagd, is het een schrale troost dat Rank nu een
koekje van eigen deeg krijgt.
Ik denk, dat men bij dit verschijnsel te maken heeft met een van de
belangrijkste gevaren die het filmbedrijf bedreigen. Indien aan alle ei
sen voldoende Europese bioscopen inderdaad niet meer voor leve
ring van belangrijke films in aanmerking komen, doordat levering
aan plaatselijke vestigingen van Amerikaanse ondernemingen al in
Dit jaar worden alle filmliefhebbers weer in de gelegenheid
gesteld mee te doen aan de kerstpuzzel!
Vul de 27 titels in van de hiernaast afgedrukte pagina en u
dingt mee naar de prijs van 500 gulden, die FILM uitlooft aan
de winnaar(s).
Als er meerdere juiste oplossingen zouden zijn, wordt er
geloot. (Maximaal 10 winnaars ontvangen 50 gulden.)
De uitslag wordt bekend gemaakt in het februarinummer van
FILM.
Oplossing vóór kerstmis sturen naar:
FILMPLAN
Van Eeghenstraat 38
1071 GH Amsterdam.
de V.S. is vastgelegd, is er niet meer sprake van gebruik, maar van
misbruik van economische macht. In eerdere publicaties in dit blad,
en nu recentelijk in vergaderingen van de Bondsraad en de Exploitan-
tenraad is gewezen op de vermoedelijke wenselijkheid, de bestaande
bepalingen van het Algemeen Bedrijfsreglement te wijzigen in rege
lingen ter voorkoming van misbruik van economische macht. In dat
kader is gesproken van "unsound business practices", van regels ter
voorkoming van wat men "concurrentievervalsing in ruime zin" zou
kunnen noemen. Dit is dan ook een belangrijk aspect van de thans in
voorbereiding zijnde herziening van de statuten en reglementen van
de Bond. Een filmwetgeving, die onder meer ondersteuning geeft
aan dergelijke regelingen van de bedrijfstaksorganisatie, zou zeker
wenselijk zijn.
Het hier behandelde artikel in Screen Digest behelst gelukkig ook een
positieve constatering. Kennelijk met instemming is namelijk verwe
zen naar uitspraken van "U.S. analysts" Goldman Sachs, inhou
dende dat de daling van het aandeel van de bioscoopopbrengsten in
de totale opbrengsten van V.S.-films niet wordt veroorzaakt door een
daling van de bioscoopopbrengsten, maar door een stijging van de
omzetten uit video en televisie, die bovendien nog afhankelijk zijn
van de start in bioscopen. Sachs concludeert dan ook dat "a 'cinema
window' is a vital part of motion picture economics".
Drs. J.Ph. Wolft
Noten:
1. Voordracht door José del Villar (voorzitter van de Spaanse bioscoopbond, oud-
president van U.N.I.C.) (colloquium-verslag, Madrid 1989), blz. 10
2. "Zuviel Kinos in den USA?" (Film-echo/Filmwoche, 13-10-89)
8