FILMSPONSORING, EEN GOEDE MOGELIJKHEID f I ~1 INLEIDING Dit artikel is de laatste van een reeks van twee. Op dit moment heeft de Nederlandse speelfilmproduktie als een van de weinige kunstuitingen nog geen last van de overheidsbezuinigingen. De afhankelijkheid van overheidsgeld is groot. De produktiekosten van Nederlandse speelfilms zijn toegenomen. Mocht deze overheids subsidiëring wegvallen dan wordt het moeilijk de produktie van speelfilms voort te zetten. Zowel uit het oogpunt van afhankelijkheid als met betrekking tot de produktiekosten is het noodzakelijk andere financieringsbronnen te ontwikkelen. Eén van die bronnen is de filmsponsoring. In artikel 1 (FILM, no.5) is geconcludeerd dat de producent de spon sor via de communicatiedrager film met meerdere publieksgroepen in contact kan brengen. De distributiekanalen die hiervoor worden gebruikt, zijn: bioscoop, filmhuis, televisie en video. Gezien het be reik van een Nederlandse film zijn deze distribuanten zich bewust van het belang van een continue Nederlandse speelfilmproduktie. De po sitie van de sponsor ten aanzien van de Nederlandse film wordt voor alsnog beïnvloed door meerdere onzekere factoren. Voor alle duidelijkheid wordt de door mij in artikel 1 gehanteerde de finitie van filmsponsoring herhaald: "Filmsponsoring is een wederkerige overeenkomst waarbij de ene partij (de sponsor) zich verplicht een op geld waardeerbare prestatie te leveren, waartegenover de andere partij (de gesponsorde) zich ver plicht communicatiemogelijkheden en/of andere door de sponsor gewenste zakelijke tegenprestaties te verschaffen, direkt of indirekt voortvloeiende uit zijn vakbeoefening". In dit laatste artikel wordt de positie van de sponsor ten aanzien van het medium film uitgewerkt op basis van de volgende punten: - het communicatiebeleid van een organisatie - de rol van filmsponsoring in dit communicatiebeleid - het risico dat de producent loopt met een sponsor Vervolgens wordt de conclusie gegeven bestaande uit de voor- en na delen van de sponsor en de voor- en nadelen van de producent. Tenslotte worden enkele aanbevelingen gepresenteerd om filmspon soring in Nederland gestalte te geven. HET COMMUNICATIEBELEID VAN EEN ORGANISATIE Alle organisaties zijn doordrongen van het feit dat goede indringende communicatie met de belangengroepen van belang is. Het gevolg hiervan is een grote vraag naar communicatie-instrumenten om een boodschap naar de doelgroepen te verzenden. Traditionele communicatie-instrumenten als advertising op televisie en sales promotion in winkels zijn daardoor zo duur en zo weinig ex clusief geworden dat de mogelijkheden om zich daarmee te onder scheiden beperkt zijn geworden. Organisaties zijn daarom altijd op zoek naar nieuwe, betaalbare, ori ginele en effectieve manieren om met doelgroepen te communice ren. De filmsponsoring met als resultaat het gebruik van een film als communicatiedrager is hier een voorbeeld van. Het communicatieproces van een organisatie kan er als volgt uitzien: noise zender ^boodschap I coderen I decoderen -* ontvanger-^ resultaat 1 l>medium terugkoppeling^- Een communicatiemodel. (Bron: Kotier, 1980 pag. 471) Een organisatie zendt met behulp van communicatiemiddelen een boodschap naar haar belangengroepen. Deze belangengroepen zijn niet alleen de consumenten, maar ook de leveranciers, de overheid, de financiële wereld, het eigen personeel en andere groeperingen die belang hebben bij de organisatie. De zender moet weten welke groep bereikt moet worden en weike respons, bijvoorbeeld merkbekendheid, verlangd wordt om de boodschap effectief te verzenden. Bij het coderen van de boodschap, het omzetten van gedachten in bijvoorbeeld een commercial, moet rekening gehouden worden met de manier waarop een doelgroep de boodschap decodeert en er informatie aan ontleent. Om te controle ren of de boodschap goed is overgekomen, zijn feedback kanalen no dig. Via deze terugkoppeling komt de zender te weten of de bood schap goed gecodeerd is, het goede medium gebruikt is, de ontvan ger de boodschap begrepen heeft en de verlangde actie onderneemt. Het koopgedrag van de consument, het resultaat van het communi catieproces, is onderwerp van vele gedragsmodellen. Een model is het klassieke hiërarchische AIDA-model, waarvan de beginletters staan voor Attention, Interest, Desireen Action. AIDA-MODEL Cognitieve component (kennis) Attention Affectieve Interest component (waardering) Desire Conatieve component (aktie) Action Een koopgedragmodel. (Bron: Leeflan

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1990 | | pagina 7