Toenemende mogelijkheden voor filmfinanclering ADVERTEERDERS: Omroepen, NOB en Stimuleringsfonds nu ook in de markt Apollo - Kaatsheuvel Cinescope Filmreclame BV Citab BV Columbia/Tïi-Star Films BV E.F.D.O. Huizenga Jogchem's Theaters BV Motion Picture Group BV United International Pictures (Netherlands) BV Universapresse II BV Warner Bros. (Holland) BV De ontwikkelingen binnen het gehele mediabeleid maken het voor de speelfilmmakers steeds moeilijker om de benodigde gelden voor hun films bij elkaar te krijgen. De komst van RTL Véronique en de reclamemogelijkheden voor andere satelliet-zenders in de komende nieuwe mediawet lijken niet mee te werken aan de mogelijke standaardisering van het fenomeen film- sponsoring. Dit ondanks de bemoedigende woorden van sponso- ring-intermediair Victor Tiebosch (zie FILM, no.5,1989) en de con stateringen van onderzoeker Hoevers, die groeiende mogelijkheden blijven zien.(zie FILM, no. 5, 1989 en FILM, no.1, 1990). Dat Tie bosch daarbij overtuigingskracht nodig heeft naar zowel de filmwe reld als naar het bedrijfsleven toe lijkt duidelijk. En dat traditionele en nieuwe vormen van sponsoring nodig zijn, blijkt wel uit de cijfers van de afgelopen jaren: de Nederlandse pro- duktie- en filmfondsen zijn blijven steken op een bedrag van rond de 13 miljoen gulden per jaar. In de politiek wordt dan gezegd dat er niet op het produktiefonds is bezuinigd. Een film maken is gemiddeld 8% duurder geworden, zowel door de groeiende technische mogelijkhe den als door de stijging van personeelskosten. Het fonds is echter niét met die 8% gegroeid. WEDERKERIGE OVEREENKOMST In de definitie van Hoevers is sponsoring 'een wederkerige overeen komst, waarbij sponsors zich verplichten een op geld waardeerbare prestatie te leveren, waartegenover de filmproducenten zich verplichten communicatiemogelijkheden en/of andere door sponsors gewenste zakelijke tegenprestaties te ver schaffen, direct of indirect voortvloeiende uit hun vakbeoefening'. Op het ogenblik speelt er een algemeen geldprobleem. Daarbij is een van de belangrijkste Nederlandse filmparticipatiemaatschappijen, Elven Films, zich gaan bezighouden met de Europese film, vooruitlopend op het openstellen van de cultu rele grenzen van Europa. De rol die aan Elven door Hoevers in zijn scriptie werd toegekend - doorgeefluik voor de Nederlandse onder nemers als bekend bedrijf naar hun contacten in de Nederlandse filmwereld - lijkt ook niet meer de meest logische. Films voor de Nederlandse markt bestemd en draaiend in de Nederlandse bioscopen zullen duidelijk op het Nederlandse publiek gerichte sponsors nodig hebben. Keren we dan alsnog terug naar de situatie uit de jaren '60 waarin biermagnaat Freddie Heineken geld beschikbaar stelt om een speel film, met zijn favorite actrice daarin, te laten maken (wat zijn invloed is geweest op de inhoud van de film is nog onduidelijk)? Maar de verfilming van De avonden heeft dit fenomeen opnieuw aan het licht gebracht. Computermiljonair Willem Smit heeft een fors deel van de 3 miljoen gulden produktiekosten van deze film uit eigen zak betaald; ook onafhankelijk distributeur Concorde heeft nog een deel bijgedragen. OMROEPEN EN NOB Sponsoring - in de zin van marketinginstrument - blijft ook bij deze films beperkt tot ongeveer 5% van de totale kosten. Daarbij komt op nieuw Grolsch als een van de sponsors om de hoek kijken; daarover later meer. Eerst moeten regisseurs nog overtuigd worden van de mogelijkheden. Vooral de bestaande omroepen en het Nederlands Omroep Bedrijf lijken nieuwe financiële en technische mogelijk heden te bieden bij de totstandkoming van puur Nederlandse films. Zo kunnen omroepen in de vorm van vooruit betaalde uitzendrechten en eigen risicodragende bijdragen een financiële injectie aan een film geven. Deze bijdragen zijn groeiende. In 1980 was er volgens Hoe vers geen enkele film, medegefinancierd door het Produktiefonds, die ook bij een omroep in de belangstelling stond. In 1987 was al één op de vijf films mede door een bijdrage van een omroep tot stand ge komen. Tegenwoordig is via het COBO-fonds bij bijna iedere film een omroep betrokken. Omroepen die als co-producent minimaal f100.000,- in een film steken, krijgen via het fonds nog eens extra geld, ongeveer twee ton. In 1988 werkte het fonds met een bedrag van rond de zeven miljoen gulden. Een nieuw potje is het Stimuleringsfonds, waaruit naast drama en podiumkunsten financiële mogelijkheden te putten zijn voor de film en de omroep als gezamenlijke producenten. De grootte van het fonds, ergens tussen de vijftien en twintig miljoen gulden, zou een constante factor kunnen zijn voor het komende decennium. Het NOB heeft zich bij de verfilming van De Avonden ook voor het eerst op het terrein van de speelfilm-financiering begeven en ook daar liggen in de toekomst dus extra mogelijkheden. RISICOVOL Maar Hoevers constateert dat filmfinanciering bijzonder risicovol is èn blijft. Een vuistregel die wordt gehanteerd, stelt dat één op de tien films een commercieel succes is; twee films bereiken een break-even point en de rest is verliesgevend. Creativiteit, ook bij het genereren van fondsen om film mogelijk te maken, blijft dus geboden. Ook al omdat sponsoring een nog vrijwel onontgonnen gebied is. LeenVersluis, Redstone Productions BV 20

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1990 | | pagina 20