Nieuws over multi- en megacomplexen Het "Filmtheater-Seminar" 1990 in Baden-Baden Van 27-29 maart werd voor de twintigste keer de grote jaarlijkse conferentie van de Duitse bioscoopbond (Hauptverband Deutscher Filmtheater) gehouden. De deelname aan dit evenement, die deze keer voor het eerst ook uit een delegatie uit de D.D.R. bestond, was zo groot dat de maximale capaciteit van de zalen nodig was. Dat is voor de organisatoren natuurlijk een succes, hetgeen echter niet wegneemt dat de opzet van deze conferentie heroverweging behoeft. In dit artikel worden enige van de behandelde onderwerpen besproken, waarvan de plannen voor nieuwe supercomplexen en de daarover gevoerde discussie zeker het belangrijkst waren. De super-complexen Ondanks het voor de Duitse collega's natuurlijk emotioneel geladen onderdeel van de conferentie over de bioscoopexploitatie in de D.D.R., waren de verwachtingen het hoogst gespannen over het on der de titel "Multiplexe - eine neue Variante der Filmwirtschaft?" aan gekondigde programmapunt. Als sprekers waren daarbij in het pro gramma aangekondigd vertegenwoordigers van United Cinemas In ternational, van Warner Bros, en van de Duitse onderneming Con- stantin Kino Holding. Tot zijn leedwezen moest H.D.F.-voorzitter Strate voor het begin van dit programma-onderdeel mededelen, dat de sprekers namens U.C.I. en Constantin zich ondanks hun vaste toezegging op het laatste moment op grond van "doorzichtige argu menten" hadden teruggetrokken. Daardoor zat Dirk Budka, project leider van de Warner-bioscoopexploitaties in Duitsland, als enige achter de sprekerstafel. Terwijl Warners aldus gebleken bereidheid tot openhartige informatie waardering verdient, is de houding van U.C.I. en Constantin niet vertrouwenwekkend. Warner heeft grote plannen in Duitsland. Het eerste grote complex komt in Hamburg-Wandsbek (4000 plaatsen), en er is ook een plan voor een tweede complex in Hamburg. Voorts zijn er concrete plan nen voor complexen bij Gelsenkirchen, Frankfurt, Düsseldorf, Dort- mund en Hamm, alsmede voor drie a vier in de D.D.R. (Oost-Berlijn, Dresden, Leipzig). Sommige daarvan zullen een onderdeel vormen van een "Warner Leisure Centre" zoals bij Gelsenkirchen wordt ge bouwd (opening in 1991). Warner heeft hierbij een vaste samenwer king met Britse restaurant-ketens, en er komt een mega-bowling en een grote discotheek voor personen boven 24 jaar. Wat het parkeren betreft, dat volgens Warner gratis dient te zijn, wordt er gerekend op één auto per vier bezoekers, hetgeen voor het plan bij Gelsenkirchen neerkomt op zesduizend parkeerplaatsen. In Groot-Brittannië, waar Warner thans drie grote complexen heeft, zijn er nog vijf in voorbe reiding. Voorts deelde Budka mede, dat er ook plannen zijn voor Spanje, Japan en Singapore, en, samen met Sovexport, in Moskou. De entreeprijs van de complexen in de B.R.D. zal DM 11.- a 12.- zijn. Deze mededelingen hebben natuurlijk tot een levendige discussie geleid. Volgens Budka zullen goed uitgeruste bestaande complexen de concurrentie van de nieuwe vestigingen kunnen doorstaan. Op een vraag van congresvoorzitter (en vice-voorzitter van de H.D.F.) Klein, hoe het dan te verklaren is dat er in Engeland al nieuwe com plexen zijn gesloten, bleef de spreker het antwoord schuldig, maar hij wees er wel op, dat dit niet betrekking heeft op vestigingen van Warner. Een belangrijk aspect is uiteraard de filmvoorziening. De program mering van de Warner-complexen zal worden bepaald door de lei ding van de bioscopen, zonder inspraak van de Warner-verhuur. Mede omdat Warner er volgens Budka van uitgaat dat de exploitaties in de binnensteden het belangrijkst zullen blijven, zullen er extra ko pieën komen, en zal er ook niet sprake zijn van uitsluiting van derge lijke exploitaties binnen de regio van een nieuw Warner-complex. Na mijn vraag, hoe deze geruststellende mededeling te rijmen is met in Engeland gesignaliseerde uitsluitingen (zie "Uit de luwte" in "Film", dec. 1989), werd de verhuur-chef van Warner-Duitsland, K. Sil- berschneider, verzocht, eveneens achter de sprekerstafel plaats te nemen. Deze verzekerde, dat hij er nooit toe zal overgaan, goed uit geruste bioscopen ten behoeve van Warner-exploitaties bij leverin gen achter te stellen of uit te sluiten. Deze uitspraak lijkt echter meer te zeggen over het karakter van de sympathieke Silberschneider dan over het toekomstige beleid. Overigens zij hier gewaarschuwd voor een mogelijk misverstand. Mijn opmerking over de situatie in Enge land had niet, zoals in Film-echo Filmwoche van 6 april is vermeld, zo zeer betrekking op de concurrentie tussen eigen bioscopen van maatschappijen als Warner en exploitaties van Engelse ondernemin gen, als wel op de verdeling van de belangrijkste films over vestigin gen van grote Amerikaanse bioscoopketens en bioscopen van an dere ondernemingen (i.c. van Rank). Het gaat hierbij om een belang rijk verschil. Terwijl een bevoordeling van de eigen bioscopen door een major company gemakkelijk te bestempelen is als een inbreuk op de kartelbepalingen, is dat niet zo eenvoudig als het gaat om leve ring aan een andere onderneming, die evenwel in de VS. een zeer be langrijke afnemer is. Het zou dan ook interessant zijn geweest, als deze vraag mede beantwoord zou zijn door de vertegenwoordiger van U.C.I., die evenwel helaas is weggebleven. Een ander hier van belang zijnd aspect is de programmering van de nieuwe complexen. Eerder is in dit blad al gewezen op bestaande meningsverschillen over de vraag of de wat moeilijker films beter in gespecialiseerde bioscopen vertoond kunnen blijven worden ("Het complexe probleem van de supercomplexen" in "Film", sept. 1989). Door Budka werd medegedeeld, dat het de bedoeling is, in de nieuwe Warner-complexen alle soorten van films te vertonen, en dat daarbij samenwerking met plaatselijke exploitanten van zg. Programmkinos wordt gezocht. (Een Programmkino is een (mono)bioscoop, waarin elke dag een andere film wordt vertoond. Dit zijn i.h.a. moeilijke films, reprises en ook wel move-overs. Deze bioscopen vormen in de Bondsrepubliek een vrij grote, door de vereniging van filmverhuur ders officieel erkende groep.) De gevraagde uitleg van dit voorne men was, dat Warner van plan is, één of enkele kleinere zalen in een complex te laten exploiteren door een gespecialiseerde exploitant. Dit is m.i. een eigenaardig plan: in een dergelijke complex zal een arthouse-, resp. Programmkino-programmering toch de speciale sfeer missen, en het zal sluiting van het desbetreffende Programm kino tot gevolg hebben, een ontwikkeling die volgens Silberschnei der juist vermeden dient te worden. Bij de vestiging van een nieuwe generatie van bioscoopcomplexen gaat het om de momenteel belangrijkste ontwikkeling op bioscoop gebied. De in Baden-Baden verkregen informatie hierover - en het ontbreken er van - is dan ook nuttig voor de beoordeling van de situa tie in andere landen. Golden Cinema Sinds enige jaren bestaat er in de Bondsrepubliek de officiële erken-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1990 | | pagina 5