Hoe ging het dan werkelijk toe in de praktijk? Als belangrijkste en vaak enige bron van filmmuziek, voor welke films dan ook, fun geerde de muzikale kennis en ervaring van de aan de desbetref fende bioscoop verbonden musici, en de neerslag daarvan in een eigen muziek-bibliotheek. Daaruit werden steeds weer opnieuw 'scores' samengesteld door de dirigent van het bioscoop-orkest of een van zijn medewerkers. Toen deze taak, bij de komst van de geluidsfilm werd overgenomen door de filmproducenten, kwam er een eind aan een periode, waarin over de gehele wereld, door ontelbare pianisten, organisten en orkesten, dagelijks geëxperi menteerd werd op het gebied van de relatie film en geluid. Het einde van de zwijgende film markeert zo het einde van een bloei periode van de filmmuziek die tot op dit moment, zeker wat be treft veelzijdigheid en experiment, zijn weerga niet kent, en waar in de basis werd gelegd voor wat filmmuziek nu geworden is. Dit geconstateerd hebbende is het des te triester dat er zo weinig over is van de muziek uit de tijd van de zwijgende film. In Nederland werd het orkest van het Tuschinski-theater in Am sterdam, dat onder leiding stond van Max Tak en bestond uit circa 30 musici, het meest bekend. Het heeft de bekendheid voorna melijk te danken aan het feit dat het door toedoen van de muzikan ten-vakbond, tot in de vijftiger jaren kon blijven voortbestaan waar bijna alle andere Nederlandse bioscoop-orkesten, bij de opkomst van de geluidsfilm, een snelle dood stierven. Helaas is van de nalatenschap van het Tuschinski-orkest weinig overgebleven. Een deel van de partituren is reeds antiquarisch verkocht en mogelij ke aantekeningen over toepassing van de bibliotheek bij films zijn door Tuschinski bij het grof-vuil geplaatst. Zie hier het noodlot van de filmmuziek. Het NFM bezit echter sinds 1968 een vrijwel volledige bioscoop- muziek-bibliotheek uit de nalatenschap van Ido Eyl, toenmalig ka pelmeester van het Rembrandt-Theater in Utrecht. De verzame ling bestond uit 3900 partituren voor orkest, waarvan er helaas 600 uit de verzameling verkocht werden voordat het NFM er d( hand op kon leggen. Wat deze collectie verder volledig maakt is dat er ook, verdeeld over een tiental schriften, een systematische catalogus aan verbonden is. Hierin zijn alle muziekstukken vol gens trefwoorden ingedeeld wat een aardig inzicht geeft in hoe de bibliotheek voor de begeleiding van films gehanteerd werd. Sinds kort is het NFM gestart met het inventariseren van deze collectie. Het gedeelte waaraan als eerste aandacht wordt besteed bestaat uit circa 600 partituren, behorende tot zgn. Kinotheek- series, ook wel 'incidentals' genoemd. Deze muziekstukken, uit gegeven in series van 10 tot 60 titels, vormen een eerste aanzei tot wat tegenwoordig 'Stock-Music' wordt genoemd. Door nu (bijna) geheel vergeten componisten, zoals J.S. Zamecnik, Giu- seppe Becce, Gaston Borch, Jeanne Bernard e.v.a., werden composities geschreven, die speciaal bedoeld waren voorde begeleiding van filmscènes met tot de verbeelding sprekende ti tels zoals: 'Misterioso Infernale', 'in der Holle des Taifun', 'Spuk', 'Indian War-Dance', 'Le Moment Heroique', 'Evil Plotter', 'Ara- bian-nights', 'Happy End', etc, etc. De muziekstukken vormen met hun titels eindeloze reeks van- beelden in muziek. Beelden uit allerlei verschillende films uit evenveel tijden en landen; Cinema Paradiso ad infinitum. Bestudering, catalogisering en ontsluiting van deze collectie kan mogelijk bijdragen tot het weer doen opklinken van muziek die verstomde toen de film ging spreken. Stefan Ram Het speciale promotieteam van "BACK 10 THE FUTURE III" was donderdag 12 juli in Hoogeveen. Er was uiteraard een overweldigende belangstelling voor de pos ters en buttons die werden uitgedeeld, maar vooral voor de unieke DeLorean-wagen. 18

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1990 | | pagina 18