TWEE JAAR
EFDO-STEUN
Nu de proeftijd van de eerste Europese Filmsteun voorbij is, is is
het moment aangebroken een resumé te geven. Om het maar
ronduit te zeggen: De proefperiode was succesvol, het systeem
heeft gefunktioneerd.Meer dan 150 keer gebruikten Europese
verhuurders EFDO als mogelijkheid hun films succesvol uit te
brengen. Met de financiaele steun van EFDO investeerden de ver
huurders meer dan 15 miljoen Mark om 37 Europese kwaliteits-
films in de bioscoop uit te brengen.
Vijftien miljoen voor de Europese film is niet veel vergeleken met
de reklamebudgetten van grotere internationale produkties.
Desondanks werden deze films in vele Europese landen met zo
veel succes vertoond, dat 25% van de gebruikte financiaele mid
delen in de eerste periode naar het EFDO-fonds terugvloeiden en
opnieuw ter investering konden worden aangewend.
EFDO werkt nog altijd met de bestaande verhuurmarkt en haar -
vooral op het terrein van low-budget films - specifieke struktu-
ren. De vrees van de EFDO-initiatiefnemers, dat met een op priori
teiten gebaseerde en zonder "smaakjury" werkend systeem mis
schien slechts 'slechte' films gesteund zouden worden, bleek
ongegrond te zijn. Een blik op de ondersteunde films laat dat di
rect zien.
Het werk van de Europese fondsen -EFDO/Europees Filmburo
e.a.- met zijn ruim 60 leden verliep konstruktief en coUperatief.
Ondanks alle taalbarrières bleek het mogelijk filmsteun ten be
hoeve van de Europese landen te coördineren. Alle participanten
toonden enthousiasme en verantwoordelijkheid. Een grote steun
was daarbij het 'Advies Orgaan' dat bestaat uit een vertegen
woordiger van elk der 12 lidstaten der E.G.
Deze vertegenwoordigers, 'de kontaktpersonen ter plekke' in de
diverse landen, gaven advies en losten problemen op. Zonder
twijfel: de verhuurders hebben de handen ineen geslagen, wer
ken samen en versterken bovendien de moeilijke positie van de
Europese verhuur van films.
Ook op het gebied van film-politiek was de EFDO aktief. Met de
politieke ondersteuning van MEDIA 92 en de Commissie van de
EG kon een samenwerkingsovereenkomst worden opgesteld
welke het mogelijk maakt ook niet-EG landen aan EFDO deel te la
ten nemen. De eerste overeenkomst werd begin 1989 met Zwit
serland en aan het eind van het jaar met Oostenrijk gesloten.
Meerdere landen - ook Oosteuropese - tonen grote belangstelling
zich aan te sluiten. Ondertussen zijn er zelfs onderhandelingen
gaande met de Canadese filmindustrie, die soortgelijke proble
men als de Europese bij de exploitatie van hun films kent en zich
bij het EFDO-model wil aansluiten.EFDO heeft ook aktief deelge
nomen aan de voorbereiding van de "Assises Européennes de
l"Audiovisuel", nu EUREKA Audiovisuel" in Parijs. Het zal in de
toekomst van groot belang zijn dat nieuwe Europese program
ma's gekoördineerd worden en met wederkerige steun functio
neren. Met het Europese Filmsteunfonds Eurimages in Straats
burg bestaan reeds intensieve kontakten teneinde de verschillen
de vormen van steun op elkaar af te stemmen.
Nieuwe initiatieven staan op stapel: een ondertitelingsfonds - ook
bedoeld voor Europese produkties buiten het kontinent - wordt
door de exploitatie afdeling van Eureka Audiovisuel gesteund.
EFDO zou zo op zinvolle wijze uitgebreid kunnen worden.
De huidige stukturen maken dit langs niet-burocratische weg en
op effektieve wijze mogelijk. Ook aan de verbreding van het
EFDO-systeem wordt gewerkt: eerste kontakten zijn gelegd met
vertegenwoordigers van de Amerikaanse filmcultuur en -indu
strie om mogelijkerwijs de exploitatie van Europese films in de
V.S. te intensiveren. De samenwerking met andere Media 92-pro-
jekten heeft eveneens goed gefunctioneerd: In San Sebastian
organiseerde EURO AIM een nieuwe markt voor produkten van
onafhankelijke producenten, EFDO presenteerde daar bijgestaan
door enkele mondiale verkoopkantoren ondersteunde films.
EFDO wordt door de media en de industrie als succesvol be
schouwd. Op meer dan 100 manifestaties in alle landen van Euro
pa werd het nieuwe systeem gepresenteerd. Overal werd het
Media 92-projekt verwelkomd en ondersteund.
92% van de verhuurders verklaarde graag weer een beroep op
EFDO-steun te willen doen, 75% zei door de steun in staat te zijn
gesteld een film met een hoger budget uit te brengen, 71% is van
mening, dat hun films door de EFDO-steun meer in de publiciteit
zijn geweest. 80% verklaarde dat de EFDO-steun van invloed is
geweest op de beslissing de film in verhuur te nemen. Een goed
resultaat in korte tijd.
Met enkele aanpassingen in het systeem en de werkzaamheid
ervan zal met hulp van EFDO ook in de toekomst de Europese
kwaliteitsfilm ondersteund kunnen worden. Dat dat hard nodig is
wordt niet alleen aangetoond door de statistische gegevens
m b t de Europese filmindustrie, maar ook door de nieuwe initia
tieven van EUREKA AUDIOVISUEL en EURIMAGES. Het EFDO-
systeem wordt uitgebreid en uitgebouwd.
Het is duidelijk dat de combinatie van huidige marktstrukturen,
privé investeringen en doelgerichte steun via terug te betalen le
ningen uitermate geschikt is de Europese film effektief te onder
steunen. Uit het statistische overzicht van EFDO-steun blijkt dat
weliswaar de grotere produktielanden in hogere mate profiteren
van de EFDO-steun, doch dat verbazingwekkend veel aanvragen
door de zg. kleinere landen werden gedaan. Vandaar dat het be
langrijk is dat de verdeelsleutel van het fonds (60% voor low bud
get films) gehandhaafd blijft. Maar ook films met een budget tot 9
miljoen Mark, zal de EFDO de komende jaren steunen.
Er zal echter nog meer moeite moeten worden gedaan om juist de
kleinere landen een grotere kans te geven, waarbij naar nieuwe
mogelijkheden gezocht moeten worden. Zo kan het bijv. interes
sant zijn, als de EFDO intensiever met de exploitanten-organisa
ties gaat samenwerken. Ook een sterkere financiële ondersteu
ning bij het inzetten van meer kopieaan kan voor de regionale
theaters (bijv. in Engeland) een grote steun betekenen. Tegelijker
tijd kunnen door dergelijke initiatieven de markt- en exploitatie
mogelijkheden van door EFDO gesteunde films aanzienlijk wor
den vergroot.
Voorts dient een grotere steun aan de korte en documentaire film
te worden overwogen. Hoewel beide genres onder de huidige
spelregels steun kunnen krijgen, is het klaarblijkelijk moeilijk zo
niet onmogelijk verhuurders door middel van EFDO te stimuleren
ook voor deze belangrijke categorieën steun aan te vragen.
Andere filmekonomische problemen zijn met EFDO-steun niet op
te lossen: In Ierland bijv. bestaat geen produktiesteun. De film
rechten worden voornamelijk door Engelse verhuurders geëx
ploiteerd. In enkele andere landen zijn de produktiequota zo klein
dat zij puur numeriek in het nadeel zijn. In deze gevallen moeten
Europese initiatieven worden genomen die de nationale filmkul-
tuur en filmindustrie van deze landen steunen.
Ook de samenwerking met Oosteuropese landen moet worden
uitgebouwd. De politieke veranderingen binnen Europa openen
nieuwe, ongekende mogelijkheden tot samenwerkking.
Alvorens het doel - de uitwisseling van Europese films in alle Eu
ropese landen te bewerkstelligen - kan worden bereikt moeten
nog aanzienlijk politieke, organisatorische en financiaele inspan
ningen worden verricht.
De ervaring van de achter ons liggende periode bewijst dat dat
mogelijk is. Het begin is er...
Dieter KOSSÜCk voorzitter EFDO
25