ANDERHALF JAAR EUROPEAN SCRIPT FUND E.G.-GELD VOOR BIOSCOPEN? "Stories come first" heeft de voorzitter van het European Script Fund, de bekende acteur, regisseur en producent, Sir Richard Attenborough, gezegd. Dat is het motto dat Script, dat deel uitmaakt van het Media '92 programma van de EEG onder de actieve directeur Renée Goddard probeert waar te maken. Het moeilijkste stadium in de ontwikkeling van een film of tv-pro- ductie is de eerste fase, waarin het oorspronkelijke idee tot een scenario moet worden uitgewerkt. Script heeft als doel - door het geven van leningen van maximaal 37.500 ECU (DFL 87.500) - juist deze fase te stimuleren. Script opende zijn Londense kantoor in januari 1989 en in de 18 maanden nadien hebben meer dan 1450 schrijvers en teams van schrijvers en producenten de brievenbus van Script weten te vin den. Aan een kleine 10% van de aanvragen, nl. 129, is ook inder daad een voorschot verstrekt van gemiddeld 20.000 ECU (DFL 47.000). In totaal heeft Script inmiddels ruim 2.5 miljoen ECU (DFL 5.8 miljoen) uitgekeerd. De selectiecriteria zijn in de eerste plaats kwaliteit en aantrek kingskracht van het verhaal, maar daarnaast ook de kans dat een Europees publiek er belangstelling voor heeft. De selectie ge schiedt door de directeur van Script en door de script editor Don Ranvaud. Het zijn vooral schrijvers die aanvragen doen. Teams van schrijvers en producenten waren met ca. 30% van de totale aanvragen duidelijk in de minderheid. Natuurlijk zijn ook uit Nederland aanvragen ingediend, zij het re latief wat minder dan uit andere landen; België bijvoorbeeld zond 104 aanvragen in. Van de Nederlandse aanvragen zijn er 27 van schrijvers alleen en 19 van teams van producenten en schrijvers. Voor films werden 29 aanvragen gedaan en voor tv 17. In het aan tal toekenningen scoorde Nederland met 5 leningen procentueel hoog. De laatste twee toekenningen betreffen "Farewell to Ede" van Thijs Ockersen en "Romanov's" van Hank van Mierlo. Deze laatste aanvraag betreft een tv-serie van Van Mierlo als producent en een hele serie bekende schrijvers die het scenario leveren, dat zich afspeelt in de jungle van de Europese kunsthandel. Het relatief lage aantal Nederlandse aanvragen moet waarschijn lijk verklaard worden uit het in Europa vrij uitzonderlijke feit dat de nationale productiefondsen ook aan de scenario-aanvrager sub- stantiaele steun verlenen. In hoeverre Script succesvol zal blijken te zijn, hangt af van het succes van de films die uiteindelijk van de scenario's gemaakt zullen worden. Aangezien blijkt dat het uiteindelijk gereed geko men script in te weinig gevallen ook tot een daadwerkelijke pro ductie leidt, heeft het bestuur van Script besloten om gedurende een proeffase de schrijvers met het vinden van producenten be hulpzaam te zijn. De eerste resultaten van deze proef zijn bemoe digend; het zou wel eens zo kunnen zijn dat speciaal hierin de kracht van Script zal gaan schuilen. Ook de inhoudelijke steun van Script bij het analyseren van het budget, beoordeling van scenario's en de verbetering daarvan blijkt een belangrijke steun voor de aanvragers. Mocht het bestaansrecht van Script met dit alles bewezen zijn, toch is de toekomst van Script als onderdeel van het Media '92- programma van de EEG onzeker. In Brussel én in alle lidstaten vinden hevige discussies plaats over de toekomst van het Media '92-programma dat, om effectief te zijn, aanzienlijk uitgebreid zal moeten worden. Zo zou Script zich in de toekomst ook bezig wil len gaan houden met de ontwikkeling van scenario's van docu mentaires en van kunstfilms en zich bovendien willen uitbreiden naar Oost-Europa en andere lidstaten van de EEG. De eerste stap daartoe is reeds gezet, aangezien zich recentelijk zowel Oosten rijk als Zwitserland op geheel vrijwillige basis bij Script hebben aangesloten. Moge dit een stimulans zijn voor de politici om Script en Medja '92 positief te beoordelen. Martijn Sanders, Bestuurslid European Script Fund Adres European Script Fund 39C Highbury Place London N5 1QP Tel.: 09-44-71-2269903 NASCHRIFT Aangezien ik er op ben gewezen dat mijn artikel in het vorige num mer van dit blad tot door mij uiteraard niet bedoelde misverstan den zou kunnen leiden, wil ik de mogelijkheid daarvan met deze toelichting uitsluiten. Het rapport "Encouraging Europe's Media Industry. A Review of Media 92" (uitgebracht door een door de E.G. benoemde evalua tiecommissie waarvan de Alg. Secretaris van de N.B.B., de heer H.J.A. Tijssen, deel uitmaakte) is in mijn artikel genoemd, omdat dit het meest recente officiële stuk is waaruit blijkt dat er naast diverse programma's op het gebied van de media geen E.G.-pro- gramma voor bioscopen bestaat. Onder meer daardoor heeft het rapport uiteraard een nuttige functie vervuld. Pleidooien voor onderbrenging van de BTW voor bioscopen in het lage tarief van de E.G. zijn er uiteraard bij diverse gelegenhe den gehouden (o.a. door de Alg. Secretaris van de N.B.B, op de conferentie te Venetië in sept. 1988, als één van de aanbevelingen van het in dezelfde maand door de N.B.B, georganiseerde sym posium over film- en televisieproductie in de kleinere taalgebie den, en ook in het eerdergenoemde rapport). Het belang om deze kwestie tijdens het symposium te München naar voren te bren gen was, dat er thans voor het eerst van E.G.-zijde om voorstellen over mogelijke steun voor bioscopen is gevraagd, zodat het nu dus zaak was, er op te wijzen dat een dergelijk verzoek zonder een oplossing van de BTW-problematiek ongeloofwaardig zou zijn. Het bijzondere van het symposium te München bestond niet zo zeer uit het naar voren komen van geheel nieuwe gezichtspunten; dat zou bij de veelheid van internationale congressen, symposia, etc. ook nauwelijks mogelijk zijn geweest. Het bijzondere was wèl, dat de naar voren gebrachte ideeën voor het eerst in een ka der waren geplaatst van de expliciete wens van E.G.-zijde om iets voor de bioscopen te doen. drs. J.Ph. Wolff 27

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1990 | | pagina 27