NEDERLANDSE DAGBLADEN EN DE FILM
Dagbladen, onderdeel
van de persvoorziening,
hebben volgens com
municatiewetenschap
pers de volgende func
ties: een informatiefunc
tie, een opiniëringsfunc-
tie, een expressiefunctie
en een kritiekfunctie. Het
dagblad kiest met name
onderwerpen - gebeur
tenissen, evenementen
en ontwikkelingen - op
politiek, economisch,
sociaal, juridisch, gods
dienstig en vrijetijdsge-
bied die volgens hem
voor zijn lezers van be
lang kunnen zijn voor
hun functioneren in de
samenleving.
In de jaren twintig begon
men met filmrubrieken in dagbladen waarin commentaar werd
geleverd op de films die in première waren gegaan. Vanaf de jaren
dertig is filmkritiek en filmjournalistiek een onderdeel van ieder
landelijk dagblad.
Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het gebruikelijk dat de
krant een filmjournalist, een specialist, in dienst nam. Vanaf de
jaren zeventig zijn bij de landelijke dagbladen filmmedewerkers in
vaste dienst die worden ondersteund door freelance medewer
kers.
Hoe ziet de praktijk van de filmjournalist in Nederland er uit?
Eens per week, meestal op donderdag of vrijdag, worden alle
films die in het bioscoopcircuit en in het filmhuizencircuit in pre
mière gaan en een persvoorstelling hebben gehad, gerecen
seerd.
De recensie is gebaseerd op de viewing van de film, op de kennis
van de recensent over het oeuvre van de filmmaker en op de per
sinformatie. Het verhaal van de film en de manier waarop het
wordt verteld en in beeld gebracht geven meestal de doorslag of
een film positief of negatief wordt beoordeeld. Hoewel de meeste
recensies èn positieve èn negatieve aspecten vermelden, komt de
filmjournalist meestal tot een duidelijk oordeel. De recensie is
bedoeld als persoonlijke stellingname. De veelheid van informa
tie die een filmjournalist ter beschikking staat, hij is immers op de
hoogte van de ontwikkeling van de filmcultuur in het algemeen,
de produktie-omstandigheden van de betreffende film en de kar-
rière van de maker, worden echter bij het oordeel betrokken, ook
al is deze deskundigheid slechts impliciet merkbaar.
INTERVIEWS
Onderzoek wijst uit dat de recensenten van landelijke dagbladen
in Nederland weinig aandacht besteden aan de intenties van de
filmmakers en aan technische aspecten van de film indien deze
niet zeer opvallend en op specifieke manier gebruikt zijn.
De intenties van de filmmakers worden, wanneer het Nederland
se films betreft en ook weleens bij belangrijke buitenlandse films
aangegeven in een interview. Achtergrondinformatie over de
produktie-omstandigheden bij een film, en de situatie van de fil
mindustrie komen hierbij terloops aan de orde. Interviews met
buitenlandse regisseurs zijn vooral afhankelijk van de distribu
teurs die een regisseur naar Nederland uitnodigen of een recen
sent een vliegticket betalen. Dit is onderdeel van de promotie
campagne voor een film.
Overzichtsartikelen over het oeuvre van een filmmaker vindt men
meestal bij specifieke gebeurtenissen zoals het overlijden van
een regisseur. De ruimte die aan zo'n artikel wordt besteed is
meestal niet groter dan die van een recensie met maximaal 700
woorden. Zulke artikelen zijn meestal op de kunstpagina's te vin
den, terwijl de berichtgeving over het winnen van een prijs, bij
voorbeeld de Oscar voor Fons Rademakers film 'De Aanslag',
vooral als nieuwsfeit werd gezien, zonder extra aandacht te be
steden aan de karrière van de filmmaker.
Filmliefhebbers, distributeurs, regisseurs en producenten ver
wijten filmjournalisten de laatste tijd steeds meer, dat zij te weinig
oog hebben voor de specifieke problemen van de filmindustrie.
Men vindt de recensies vaak te negatief, vooral wanneer het een
Nederlandse film betreft, te weinig genuanceerd en te persoonlijk
getint. Toch hebben forums over dit onderwerp nooit tot een con
clusie of aanbeveling geleid. Meestal waren de filmjournalisten
het roerend eens met hun critici. Er worden standpunten uitge
wisseld over wat de taak van een journalist zou zijn en er wordt
dan vaak nostalgisch gekeken naar de manier waarop flmcritici
vroeger functioneerden"zoals Jordaan en Ter Braak in Nederland
of Bazin in Frankrijk.
De berichtgeving over de filmcultuur in Nederland concentreert
zich vooral op de films die in Nederland in de filmtheaters te zien
zijn. De voorwaarden waaronder de produkties tot stand komen
worden slechts in beperkte mate in de recensies meegenomen.
De consequenties die de diversiteit van de ontwikkeling van de fil
mindustrie in verschillende landen hebben op de betreffende
films, zoals de toenadering van de film- en televisie-industrie, de
co-produktie-maatregelen die onderdeel zijn van een gemeen
schappelijke Europese aanpak, de hegemonie van de Amerikaan
se audiovisuele industrie, blijven meestal achterwege. De beoor
deling vindt vooral plaats in termen van de geslaagdheid en de
kwaliteit van het produkt.
PRODUKTIEVOLUME
De financieringsstrukturen, die voor de filmproduktie in een land
aanwezig zijn, beïnvloeden de manier waarop films kunnen wor
den gerealiseerd alsmede het type film dat kan worden gemaakt.
In Nederland heeft de overheid, het ministerie van WVC, met de
financiering van het Productiefonds en het Fonds voor de Neder
landse Film en met het creëren van het Stimuleringsfonds binnen
de Mediawet een belangrijke basis geschapen voor het produce
ren van bioscoopfilms en kunstzinnige films. Het beleid van de
Nederlandse overheid heeft gevolgen voor het produktievolume
van deze typen films alsmede voor de loopbaan en de inkomen
spositie van de Nederlandse filmmakers. In de Verenigde Staten
maakt de commercie - financiële coöperaties en trusts en banken
- uit welke films gerealiseerd worden. De verwachtingen over de
winstkansen van een filmproject, die stoelen op het eerdere werk
van de regisseur, de cast, die kan worden aangetrokken en het
verhaal, zijn essentieel.
De oogmerken van de verschillende financierende instanties zijn
van beslissende invloed op het uiteindelijke produkt. Films als
Robocop en Total Recall die mede dank zij de acteurs, de special
effects en de uitgekiende art-direction, groot succes boekten,
waren op grond van hun budgetten nooit binnen Europa te finan
cieren geweest. De Europese filmindustrie met haar betrekkelijk
klein publiek is onvoldoende om zo'n film rendabel te laten zijn.
Bovendien hanteren filmfondsen in Europa vaak specifieke cultu-
(Ven/olg op pag. 43)
41