E.G.-GELD VOOR BIOSCOPEN?
DE WERKCONFERENTIE TE BRUSSEL
(II)
Sinds het symposium te München heeft het algemeen bestuur
van de Union Internationale des Cinémas (U.N.I.C.) vergaderd
over de van verschillende bioscoopbonden ontvangen
voorstellen, en is de mogelijkheid van realisering daarvan op
25 en 26 september te Brussel besproken met de leiding van
'Media 92'. In de titel van dit stuk staat nog steeds een vraag
teken, omdat het definitieve besluit nog door de E.G.-Minis
terraad moet worden genomen. Dat zal begin december ge
beuren. Gezien de inzet van de leiding van 'Media 92', ook de
bioscopen bij dit programma te betrekken, lijkt dat vraagteken
echter wel kleiner te zijn geworden. In het hiernavolgende wordt
verslag gedaan van de voortgang in de besluitvorming.
DE VOORSTELLEN VAN DE EXPLOITANTEN RAAD
De aan het slot van mijn vorige artikel genoemde, op 12 juli
gehouden vergadering van de Exploitanten raad heeft de volgende
voorstellen aan de U.N.I.C. opgeleverd:
1. Promotie van Europese films:
Om Europese films een grotere kans te geven en meer voor het
voetlicht te brengen, is een kundigepubliciteitsvoorbereiding
en begeleiding onontbeerlijk. Enige vormen van deze promotie
kunnen zijn: een jaarlijkse Europese bioscoopdag op de zelfde
datum in alle landen van de E.G., resp. van West-Europa, waarop
alleen Europese (incl. nationale) films worden vertoond; een
vast Europees televisieprogramma over Europese films; en een
Europees filmvakblad, dat met name ook bestemd zou moeten
zijn voor op film gerichte journalisten om hun materiaal te
verschaffen voor berichtgeving aan het publiek.
2. Onderzoek:
Er bestaat behoefte aan consumentenonderzoek in het al
gemeen en aan onderzoek naar de oorzaken van het achter
blijven van de publieke belangstelling voor Europese films in
het bijzonder. De resultaten daarvan zullen o.a. kunnen worden
gebruikt ten behoeve van het te voeren publiciteitsbeleid.
Daarnaast is er statistisch onderzoek nodig naar de effecten die
bepaalde aspecten van mediabeleid, alsmede de vestiging van
grote bioscoopcomplexen hebben op het bioscoopbezoek.
Gezien de grote verschillen tussen de landen, zal een deel van
dat onderzoek per land dienen te geschieden. Aan de resultaten
dient echter algemene bekendheid te worden gegeven, hetgeen
betekent dat er ook geld nodig is voor het vertalen van tenminste
de resumé's. (Die van het N.B.B.-onderzoek naar de effecten
van de verschuiving van het begin van de speelweek zijn
inderdaad vertaald in het Engels, Frans en Duits.) Het zou goed
zijn, als de onderzoekresultaten worden gepubliceerd onder
auspiciën van de U.N.I.C.
3. Outillage:
Indien er rechtstreeks geld voor bioscopen beschikbaar zal
komen, zou dit kunnen worden besteed aan het verbeteren van
de geluidsweergave. Een goede geluidsweergave komt immers
de verstaanbaarheid ten goede, hetgeen zeker van belang is voor
de landen waar films in de originele versie worden vertoond.
De Exploitantenraad is er bij zijn voorstellen impliciet van uitgegaan
dat een deel van het te besteden E.G.-geld aan de C.I.C.A.E. ter
beschikking zal worden gesteld. Het symposium te München was
immers mede onder auspiciën van C.I.C.A.E.-Européen gehouden,
en nationale C.I.C.A.E.-organisaties hebben verdienstelijk werk
gedaan voor de promotie van de wat moeilijkere films, met name
die van Europese origine.
ANDERE VOORSTELLEN
Het was verheugend, dat alle vertegenwoordigde bioscoopbonden
voorstanders bleken te zijn van het subsidiëren van onderzoek,
en ook van het vertalen van de resultaten daarvan. Ook een voorstel
over subsidiëring van opleidingen, met name op het gebied van
management, vond algemene bijval. Minder gemakkelijk ging het
in de bestuursvergadering van de U.N.I.C. met de voorstellen op
andere gebieden. Dit kwam vooral door een voorstel van de Duitse
bioscoopbond (H.D.F.). Dat voorstel behelsde een rechtstreekse
premiëring van alle bioscopen waarin gedurende een bepaald
aantal weken per jaar - bijvoorbeeld dertig - films van Europese
origine zijn vertoond. Ook de Britse bioscoopbond had, hoewel
niet meer, resp. nog niet weer bij de U.N.I.C. aangesloten, een
soortgelijk voorstel ingediend, waarbij nog de eis was gesteld dat
deze premiëring alleen ter beschikking zou mogen komen voor
bioscopen die op geen andere wijze worden gesubsidieerd. Dat
voorstel stuitte al direct op Frans verzet, omdat een dergelijke
discriminatie in strijd zou zijn met de Franse wet. (In Frankrijk
ontvangt een groot aantal bioscopen, m.n. de honderden
Cl.CA.E.-theaters, niet onbelangrijke financiële tegemoet
komingen van de overheid.) Ook het Duitse voorstel kreeg evenwel
heftige kritiek. Door de vertegenwoordigers van de Italiaanse
bioscoopbond en van de overkoepelende organisatie A.G.I.S.)1
werd naar voren gebracht dat de beheerskosten van een dergelijk
systeem onevenredig hoog zouden zijn. Terwijl het equivalent op
het gebied van de verhuur, het European Film Distribution Office
(E.F.D.O., gevestigd te Hamburg), te maken heeft met ongeveer
honderd filmverhuurders, zou het bij een subsidiëring van
individuele bioscopen in principe gaan om de ca. 13.000 bioscopen
in de E.G. Onder die omstandigheden zou de Italiaanse organisatie
zelfs liever geen gebruik maken van het voornemen van de E.G.,
het met het beheer van de voor bioscopen bestemde fondsen te
belasten bureau in Rome te vestigen.
Met het nadeel van de disproportionele beheerskosten was men
gekomen bij een nog belangrijker bezwaar tegen de Duitse en Britse
voorstellen. Bij het opstellen van zijn eerdergenoemde voorstellen
is de Exploitantenraad er van uitgegaan dat een rechtstreekse en
voortgezette subsidiëring waarvan een groot deel van de
bioscopen gebruik zou kunnen maken, niet tot de mogelijkheden
behoort. Zelfs indien immers een relatief groot deel van het in totaal
door 'Media 92' te besteden en over vijf jaren te verdelen bedrag
van vermoedelijk ongeveer 200 miljoen Ecu's voor bioscopen
beschikbaar zou komen, zou het daarbij hoogstens kunnen gaan
om enkele duizenden guldens per jaar per in aanmerking komende
bioscoop, en het is niet aannemelijk dat men daarmee het
programmeringsbeleid aanmerkelijk zou kunnen beïnvloeden. Om
die reden heeft het belangrijkste en ook het meeste geld vergende
11