MEEVALLERS Ml De non van Monza De grootste meevaller die ik ooit heb meegemaakt was "De non van Monza"! Niet zozeer vanwege het sukses van de film, maar vooral door de condities, waarop de film uiteindelijk kon worden uitge bracht. Het was niet eenvoudig de film te contracteren, daar de belangstel ling ook in Nederland groot was. Maar uiteindelijk lukte het Centra- film een kontrakt af te sluiten voor "De non van Monza", lang voordat de film klaar was en vanzelfsprekend op percentagebasis met een forse garantie. Centrafilm had enige jaren eerder veel sukses gehad met "De Non", dus 'nonnenfilms' smaakten naar meer. Robbert Wijsmullerverhuurdedefilm in première aan hetTuschinski- concern voor de steden Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Dit kontrakt kwam op bijzondere wijze tot stand. Het Tuschinski- concern zocht naar een film, die kon worden ingezet tijdens de eerste week van de Wereldkampioenschappen Voetbal in Mexico. Het was 1970. Men vond het blijkbaar zonde om één van de grotere United Artists films in te zetten, omdat er in die periode weinig bezoekers verwacht werden. Men vond "De non van Monza" wel een geschikte film. Tijdens de onderhandelingen, die Robbert Wijsmulier met de toen malige direktie van het Tuschinski-concern voerde, werd aangedron gen op een aangepaste sliding-scale, omdat men niet bereid was een vast percentage van 40, 45 of 50 te betalen. De lentemaanden met de eerste mooie dagen waren altijd erg kwetsbaar. Mei was de gevaarlijkste maand, maar ook juni kon bij mooi weer catastrofaal zijn. Dat de première in juni moest plaatsvin den, bracht dus een enorm risico mee. Maar met een beetje gelukzou de film het tot de grote vakantie uithouden en dat was toch altijd, ook bij mooi weer, een periode met redelijk goed bioscoopbezoek. De direktie van Tuschinski kiende een speciale sliding-scale uit voor het Tuschinski Theater in Amsterdam, het Passage Theater in Den Haag en hetThaliaTheaterte Rotterdam. We konden die sliding-scale alleen maar accepteren en hopen, dat niet het laagste percentage uit de bus zou komen. Op papier zag deze er niet zo aantrekkelijk uit. Ze liep van 32,5% tot 50%, maar gezien de Wereldkampioenschappen Voetbal konden we er mee leven. De film startte in de drie genoemde theaters en leverde het eerste weekend zulke cijfers op, dat hij niet meer stuk kon! Robbert Wijsmulier kreeg toen een ingeving die tonnen heeft opge leverd. Hij vloog dinsdags naar Rome, bezocht de producent en wist deze zoverte krijgen het bestaande licentie-kontrakt, percentage met een garantie, om te zetten in een 'flat royalty-overeenkomst, dus een vaste prijs'-kontrakt. Er werd een fikse som als bijbetaling geboden en, zoals vaak het geval was, de producent ging voor het kontante geld door de knieën. Als argument werd o.a. aangevoerd, dat de film aardig was gestart, maar dat we liever van de rompslomp, die maandelijkse afrekeningen met zich meebrengen, af wilden. Het was in verhuurkringen wel bekend, dat met een producent het beste zaken te doen was, als hij met een nieuwe film bezig was en dus kontanten nodig had. In die situatie verkeerde de producent van "De non van Monza" blijkbaar ook, want anders zou hij vermoedelijk gezegd hebben dat hij wel zou meegokken. Robbert Wijsmuller kwam met het nieuwe kontrakt uit Rome terug als Chamberlain in 1938 uit München. Alleen de overeenkomst die Chamberlain meebracht bleek van nul en gener waarde; de overeen komst voor "De non van Monza" leverde tonnen extra filmhuur voor Centrafilm op. Zowel in Amsterdam, Rotterdam als Den Haag moest wekenlang het maximum filmhuurpercentage van 50% worden betaald. In het Passage Theater in Den Haag zelfs 8 weken lang! Een verwijt hiervoor kon Centrafilm noch Robbert Wijsmuller wor den gemaakt. Men had de sliding-scale zelf vastgesteld, omdat men niet verwacht had dat de film zulke enorme recettes zou maken. Een TOP-meevallerdus! De Stille Don Dat verfilmingen van beroemde romans niet altijd garant staan voor sukses was in de loop der jaren duidelijk geworden. Toch, wanneer jezo'nfilm zag, goed verhaal, goed gemaakt, goed gespeeld, kortom een prima film, dan kwam je toch weer fn de verleiding en verdrong je eerdere wijze lessen. Je praatte jezelf eigenlijk aan dat zo'n goeie film toch een kans moest hebben! Een voorbeeld van een dergelijke film is "De Stille Don", gemaakt in 1958 onder regie van een van de bekendste Russische regisseurs, Serge Gerassimov, naar de wereldberoemde roman van Michael Sholokov. Van 'perestrojka' was in die jaren nog geen sprake, dus werd er nog volgens de partij-principes gefilmd. De roman schildert het verhaal van een gezin in een dorpje tijdens de Eerste Wereldoor log en de eerste jaren daarna. Gerassimov maakte van het verhaal een boeiende film. Maar voor Nederland kleefden er twee bezwaren aan namelijk de hinderlijke propaganda en de grote lengte. Centrafilm had in die jaren, mede door de grote Republic Pictures en American International Pictures produkties, altijd een omvangrijk verhuurprogramma. Er werd naar gestreefd een zo veelzijdig moge lijk programma aan te bieden. Dus ookfilms voor de zg. Art Houses, documentaire films en matinee- en jeugdfilms. Toen "De Stille Don" aangeboden werd, meenden we met een film te maken te hebben, die gezien haar kwaliteiten zowel voor de gewone theaters als voor de Art Houses geschikt was. De condities voor Russische films leverden doorgaans geen noemenswaardige pro blemen op, dus werd de film gecontracteerd met de conditie dat er een Engelse versie geleverd zou worden. Deze Engelse versie zou aan de westerse smaak worden aangepast, dus de nadrukkelijke propa ganda eruit en de lengte ingekort. In die jaren gold het als een regel dat het Nederlandse bioscooppubliek liever geen Russische dialoog wilde horen. De taal lag te moeilijk. Hetzelfde gold voor Italiaans. Ook vrijwel alle Italiaanse spaghetti-westerns, 'sterke mannen-films' en oorlogsfilms, die in die jaren aan de lopende band gemaakt werden, werden in de Engelse taal uitgebracht. In overleg werden de voor Nederland noodzakelijke coupures vast gelegd en de Engelse versie van "De Stille Don" bleek uiteindelijk uitstekend op de westerse opvattingen aan te sluiten. Het resultaat was een boeiende film, waarvan verwacht mocht worden dat ze bij pers en publiek in de smaak zou vallen. Dat bleek dus een lelijke vergissing. De film bleek praktisch onverhuurbaar. De exploitanten, die konden worden overgehaald hadden een slechte week! Wederom een goede les om er niet zonder meer vanuit te gaan, dat een goede romanverfilming automatisch goede resultaten garan deerde. Er werd nog een vervolg gemaakt op "De Stille Don", maar deze film is begrijpelijkerwijze nooit naar Nederland gekomen. F.P. van den Berg 23

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1991 | | pagina 24