Een goed geluid in zaal en foyer is f
meer dan een CD-speler
u
a
*i
*x
U
iMt -0S-
ACHTERGRONDMUZIEK IN DE BIOSCOOP
Met de komst van de CD-speler zijn de eisen van de bezoeker en
dus ook van de exploitant ten aanzien van de achtergrondmuziek
in de bioscoop verscherpt. Tot voor kort was de funktionele mu
ziek (fumu) veelal een sluitpost op de begroting. We geven voor
beelden van krakkemikkige installaties en hun klachten, maar ook
gouden regels voor oplossing van het probleem. Een technisch
verhaal.
Regelmatig komt het voor dat ons gevraagd wordt om de achter
grondmuziek installatie na te kijken. Veel gehoorde klachten hier
bij zijn brom, vervorming, schakelklikken en slecht atgestelde ge
luidsniveaus.
Veelal werd bij een verbouwing door de electricien een versterker-
tje geplaatst en werden enkele luidsprekers opgehangen in de foy
er. De verschillende zalen werden met enkele weerstanden of tra-
fo's parallel op elkaar aangesloten op een versterker. De micro
foon wordt vaak a-symmetrisch aangesloten. Met wat geluk is het
soms nog om aan te horen, maar een beetje muziekliefhebber zal
het verschil met een goed functionerende installatie direct mer
ken.
Hoe zijn nu dit soort klachten te vermijden en hoe wordt een goed
functionerende installatie opgebouwd?
Dit antwoord kunnen we samenvatten in twee gouden regels. Als
men zich bij de bouw van een centrale achtergrondmuziek instal
latie houdt aan het volgende, kunnen zich nooit eerdergenoemde
problemen voordoen.
1/IMPEDANTIE
Zorg altijd voor een goede aanpassing (dwz de juiste impedantie
tussen de verschillende componenten van de installatie).
Elke geluidsbron levert een bepaalde spanning en stroom en elke
versterkeringang is gevoelig voor een bepaalde spanning of
stroom. Met de wet van ohm is de inwendige weerstand te bere
kenen van de bron of ingang. Omdat we hier niet te maken hebben
met een gelijkspanning maar met een wisselspanning, spreken we
niet van inwendige weerstand maar van impedantie. De impedan
tie is met een aangepaste wet van ohm te berekenen omdat de im
pedantie afhankelijk is van de frequentie, (bij iedere frequentie is
de impedantie anders). De gevoeligheid cq signaalsterkte wordt
gegeven in millivolts (1 millivolt 0,001 volt) en de impedantie in
ohm's of kilo ohms (1 kilo ohm 1000 ohm). Een hoge impedan
tie en hoge signaalspanning is gunstig bij gebruik van lange lei
dingen. De altijd aanwezige koperdraad weerstand is dan van rela
tief weinig invloed.
2/AARDING
Maak nooit aardlussen. Het voorkomen van aardlussen is een
probleem dat vaak wordt onderschat. Een goed geaarde geluids
installatie is op slechts één punt geaard en er wordt gebruik
gemaakt van behoorlijk dikke leidingen (6mm of meer). Alle
andere apparatuur in de cabine is weer afzonderlijk geaard en op
een centraal punt in de cabine aangesloten op een centrale aarde.
Nog beter is het om de geluidsinstallatie op een geheel afzonder
lijke aarding aan te sluiten waar geen andere apparatuur op
aangesloten is.
Tussen de apparatuur in de cabine mogen geen direkte electrische
verbindingen bestaan omdat op deze manier juist de aardlussen
ontstaan, (schakelklikken in filmgeluid is ook meestal een pro
bleem van een foutieve aardingsconstructie in de cabine)
DISTRIBUTIE
Nu we beide problemen nader bekeken hebben is de vraag natuur
lijk hoe werkt dat in de praktijk?
Zorgen voor een goede aanpassing betekent dat een microfoon
met een impedantie van 10.000 ohm en signaalsterkte van 10 mil
livolt, aangesloten dient te worden op een ingang van dezelfde im
pedantie en gevoeligheid. Dit geldt natuurlijk evenzozeer voor de
cd-speler en de lijnverbindingen tussen de achtergrondmuziek-
versterker en de zaalversterkers cq dolby-installaties. Een verster
keruitgang mag niet gesplitst of afgetakt worden met weerstanden
of trafo's. Om het geluid van de cd-speler te verdelen over de
verschillende zalen is het noodzakelijk gebruik te maken van een
distributie versterker. Dit is een versterker die het inkomende sig
naal splitst naar meerdere afzonderlijke zgn lijnversterkers. De
voordelen van een dergelijke versterker zijn een volkomen schei
ding van de uitgangen, het afgeven van een signaal dat van
voldoende sterkte is voor directe aansluiting op een eindverster-
ker of non-sync ingang van een Dolby processor en het volkomen
gescheiden zijn van de diverse kanalen. Dit laatste heeft als voor
deel dat kortsluiting, een misaanpassing of open laten van een uit
gang geen enkele invloed heeft op de rest van de installatie.
Verder zijn de ingang en de uitgangen symmetrisch uitgevoerd,
wat belangrijk en zelfs noodzakelijk is voor het voorkomen van
aardlussen.
Het aantal zalen dat aangesloten kan worden op een distributie
versterker is afhankelijk van het aantal uitgangen dat die verster
ker heeft. Een van de uitgangen geeft zijn muzieksignaal aan een
eindversterker voor de foyer waarop ook een microfoon is aange
sloten. Het is sterk aan te bevelen om ook deze microfoon sym
metrisch aan te sluiten.
Zoals te zien is in schema 1 zijn de distributieversterker, de zaal
versterker en de foyerversterker alle afzonderlijk geaard. Als deze
C£>-ï>?ei-BR
iikuuft 1
Di'sT^Su-rie-
JeR'STeeiceR.
ZAAL i
7hM. 2.
2AW. 3
FoyeR
Vervolg pag. 30
28