IN HET HOL VAN DE LEEUW EUROFONDSEN door Hans Beerekamp Hoe veel nachtjes slapen is het nog tot 5 september? Eens even zien, ja, het is een donderdag. De vlag gaat dan uit, want het wordt toch eigenlijk een soort Bevrijdingsdag: vrij van vreemde smetten zal het Nederlandse bioscoopbedrijf weer zijn eigen koers gaan va ren. Blijf ik nog met een paar vragen zitten... Hoe komt het toch dat twee grote Amerikaanse distributiemaat schappijen, op instructie van Big Brother MPEAA, zo lang de geza menlijke exploitanten in hun greep hebben weten te houden? Ja, ik weet het, beide giganten hebben praktisch een monopolie, omdat ze voor 70 tot 80 procent van de inkomsten zorgen. Maar dat geldt ook voor Denemarken, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en, in mindere mate, België en Frankrijk. Slaan wij Screen International op en lezen: „Programmes usually change in Brussels and Paris on Wednesdays; in Munich and Sydney on Thursdays; in Amsterdam, Los Angeles, New York and Toronto on Friday; and in Tokyo on Saturday". Madrid en Rome doen gewoon helemaal waar ze zin in hebben en veranderen van film op elke willekeurige dag dat het bezoek genoeg teruggelopen is. Mooi zooitje, daar viel wel wat in te stroomlijnen, dacht de MPEAA, dat kan ik me levendig voor stellen. Maar, ik heb het hier en daar nog eens nagevraagd, de bios coopexploitanten in bovengenoemde landen hebben, voor zover waarneembaar voor de buitenwacht, nooit een ultimatum ontvan gen. Zou Nederland de eer ten beurt gevallen zijn als proeftuin te mogen dienen? Er zijn inderdaad aanwijzingen in het release-beleid die er op wijzen dat wij een "pilot market" zijn. Maar dan nog is het raar om de internationale harmonisering als argument te gebruiken, wanneer er voorbij Lobith en Wuustwezel nog helemaal geen sprake is van enige uniformiteit. Nu komen we in een schimmiger gebied, namelijk dat van de geruchten en vermoedens. De vaak geprezen hechte structurering en regulering binnen de NBB maakte het de Amerikanen natuurlijk wel makkelijker om hun ideetje dwingend op te leggen. Bovendien heb ik begrepen dat het verzet van de meerderheid van de exploitanten, die helemaal niet enthousiast waren over een ver andering van de openingsdag, verre van heldhaftig was. Sterker nog, het gerucht gaat dat de Nederlandse vertegenwoordigers van de beide Amerikaanse maatschappijen er ook niet zo verschrikkelijk voor waren, maar het voorstel indienden in de veronderstelling dat de NBB toch wel zijn poot stijf zou houden, zodat ze hun superieu ren konden melden dat ze hun best gedaan hadden. Tot hun eigen verbazing was de tegenstand verre van effectief. En zo beet het Nederlandse bioscoopbedrijf diep in het stof en deed een onder de huidige omstandigheden niet erg gezonde aderlating door een flink bedrag aan inkomsten te derven. Als het nu eens waar zou zijn, dat de MPEAA een heel andere reactie verwacht had, wat zou dat dan nog meer kunnen betekenen? De Amerikaanse maatschappijen zijn traditioneel ook niet zo tevreden over de hoogte van de contributie die ze aan de NBB moeten betalen en weten dat hun produkt onmisbaar geworden is. Hadden ze mis schien gehoopt op een explosieve botsing, die een alibi had kunnen vormen om uit de Bond te stappen? En verklaart angst voor het bar sten van de bom misschien de lankmoedigheid van de overige NBB- leden? De notulen van de betreffende vergaderingen (en de gedachten van de betrokkenen) komen uiteraard pas over een jaar of veertig vrij voor historisch onderzoek. Maar voor de niet-direct betrokkenen, de consumenten, zou het misschien helemaal niet zo'n ramp geweest zijn, een echtscheiding tussen de Amerikanen en het nationale bioscoopbedrijf. Stel je toch eens voor dat die lang verwachte multiplexes gebouwd zouden wor den door Warner en UIP, uiteraard in gezwinde spoed. En dat de overgebleven exploitanten samen met de Associatie van Nederlandse Filmtheaters dan subsidie zouden krijgen om Europese en Nederlandse films te blijven vertonen. Wat een nachtmerrie moet zijn voor de exploitanten, klinkt ons consumenten als muziek in de oren: voortaan naar de Bijlmer om in Yankee 1 tot en met 17 de nieuwste Hollywoodfilms te zien, en Tuschinski, de mooiste bios coop van de wereld, een gesubsidieerd filmhuis, tevens thuisbasis van alle drie de Nederlandse filmfestivals. Ach, ik droom maar wat. MEDIA Begin dit jaar sprak de EG-commissie te Brussel zich positief uit over het MEDIA-programma 1991-1995 en wees 200 miljoen ECU's toe ter stimulering van de Europese film- en televisieproduktie met het oogmerk beter het hoofd te kunnen bieden aan de concurrentie van het Amerikaanse continent. E.F.D.O. Daarvan gaat 40 milj. ECU naar EFDO (Hamburg) o.m. ter stimule ring van promotie van Europese films buiten Europa. Ook kan EFDO de distributie van die Europese films ondersteunen, waarvan de pro- duktiekosten boven 5 milj. Tot nu toe hebben meer dan 60 Europese films financiële distributie-steun ontvangen. Ook Nederlandse verhuurders maken gebruik van deze ondersteuning, zoals Concorde Film (Ay Carmela! en Queen of Hearts), Meteor Film (De onfatsoenlijke vrouw), Cannon Distributie (Toto Le Heros) en IAF/NFM (How To Survive A Braken Heart). U.N.I.C. Voor de promotie van Europese films in de bioscopen en voor on derzoek is ca. 35 milj. voor vier jaar uitgetrokken. Voor half juni moeten er door de UNIC concrete plannen bij 'Media 95' worden in gediend. Op 7 juli a.s. zal dan de beslissende vergadering worden gehouden. De Britse bioscoopbond is weer toegetreden tot de UNIC, hetgeen door 'Media 95' als zeer belangrijk wordt beschouwd. Voor de plannen van 'Media Salles' liggen 800.000 ECU's klaar voor de rest van Europa. Het wachten is echter op de oprichting van een organisatie met een buro. Als vestigingsland is dit buro door de EG Italië aangewezen. Er wordt echter nog zwaar gediscussieerd hoe groot dit buro moet worden en welk deel van het toegewezen bud get hierdoor zal worden opgeslokt. Dit gehakketak zou de start van 'Media salles' in 1991 wel eens onmogelijk kunnen maken. De UNIC moet nu een definitief bestuur voor 'Media Salles' benoe men. EURIMAGES Tijdens het laatste Festival van Cannes werden drie Europese co producties, welke zijn gerealiseerd met financiële steun van Eurimages, onderscheiden. HORS LA VIE (Frankrijk/ltalië/Belgie) van Maroun Bagdadi werd be kroond met de Juryprijs. TOTO LE HÉROS (Frankrijk/ België/Duitsland) van Jaco van Dormael ontving de Gouden Camera, de Publieksprijs en de Prijs van de Jeugd. EUROPA (Denemarken/Zweden/Frankrijk/Duitsland) van Lars von Trier kreeg de Juryprijs toegewezen. Begin juni heeft Eurimages weer steun toegezegd aan 9 Europese co-producties, w.o. TUL DE REBEL van Stijn Coninx (België/ Nederland/Frankrijk), alsmede aan twee documentaires, w.o. DAR- WIN van Peter Greenaway (Frankrijk/Spanje/Nederland). Met ruim 60 miljoen heeft Eurimages sinds 1989 88 Europese speelfilms en documentaires ondersteund.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1991 | | pagina 8