De eerste wankele schreden
van Media Salles
Op 12 november is de General Assembly van Media Salles voor
het eerst bijeengekomen, waarbij de directie van Kinepolis gast
vrijheid verleende. Deze vergadering verliep zo eigenaardig, en al
voorgekookte besluiten moesten onder een dermate grote tijds
druk worden genomen, dat er tot nu toe nog onvoldoende reden
is om de toekomst van Media Salles met vertrouwen tegemoet te
zien. Mijn vorige artikel over dit onderwerp, in het oktobernum
mer van dit blad, eindigt met de uitspraak dat er natuurlijk altijd te
weinig geld zal zijn om alle goede ideeën te verwerkelijken, maar
dat het door de E.G. aan Media Salles in het vooruitzicht gestelde
geld zelfs nog te veel zou zijn als men het niet eens kan worden
over zinvolle acties ter stimulering van de vertoning van Europese
films. De kans op een dergelijke, in wezen absurde uitkomst lijkt
momenteel nog niet verwaarloosbaar.
Korte voorgeschiedenis
In eerdere artikelen heb ik verslag gedaan van de moeizame on
derhandelingen tussen de leiding van 'Media 95' en het bestuur
van de U.N.I.C. en vooral ook binnen dat bestuur, waarbij de vele
vraagtekens in de titels van die artikelen al veelzeggend zijn.1)
Deze onderhandelingen hebben wel geleid tot aanvaarding van de
drie hoofdpunten van het uitte voeren programma, nl. (1) stimu
lering van de vertoning van Europese films, (2) onderzoek en (3)
training en voorlichting, maar niet tot overeenstemming over de
inhoud van het belangrijkste en meeste geld vergende onderdeel,
de stimulering van het vertonen van Europese films in bioscopen.
De verschillende onderdelen van 'Media 95' zijn verdeeld over de
E.G.-landen (waarbij Nederland er bijzonder bekaaid is afgeko
men). Toen er vorig jaar een program voor de bioscopen aan
'Media 95' werd toegevoegd, was Italië het enige land in de E.G.
dat nog geen project was toebedeeld. Toewijzing van 'Media
Salles' aan Italië en daarmee in feite aan de Italiaanse bioscoop
bond is dan ook te beschouwen als een politieke beslissing van de
E.G., en hoeft dus niet te betekenen dat de leiding van 'Media 95'
daarmee een vast vertrouwen in deze organisatie tot uitdrukking
heeft gebracht. Toewijzing van een onderdeel van Media 95' aan
een bepaald land betekent dat de op te richten, rechtspersoonlijk
heid bezittende organisatie in dat land en volgens de wetten daar
van wordt gevestigd, dat de voorzitter van het bestuur (executive
committee) uit dat land komt, en dat de staf voor het op te zetten
bureau uit diens landgenoten wordt gerecruteerd. Men kan dus
wel zeggen dat de feitelijke invloed vanuit het land van vestiging
op de besteding van de financiële middelen erg groot is, zodat de
KRACHT:
GOUDEN PLAK VOOR BESTE CAMERAWERK
De Nederlandse speelfilm "Kracht", geregisseerd door Frouke
Fokkema en geproduceerd door Matthijs van Heijningen, is op
het Chigaco International Film Festival in het competitiepro
gramma vertoond.
In de categorie "Best Cinematography" kende de jury de "Gold
Plaque" toe aan Theo Bierkens, de cameraman van "Kracht".
democratische controle door de andere leden van het uitvoerend
comité en door de General Assembly veel aandacht verdient.
Niettegenstaande het feit dat tot toewijzing van 'Media Salles' aan
Italië al een jaar geleden besloten is, heeft de officiële oprichting
pas op 16 oktober jl. in Rome plaatsgevonden. Bij de voorberei
ding daarvan ging het om het ontwerpen van statuten en de goed
keuring daarvan door het Italiaanse ministerie van Cultuur en door
de U.N.I.C, een werk waarvoor normaliter niet veel meer dan twee
maanden nodig zouden zijn geweest. Ondanks aandringen op gro
tere voortvarendheid waren onze Italiaanse collega's daarmee ten
tijde van de U.N.I.C.-vergaderingen in Cannes nog niet gereed,
hetgeen een belangrijke handicap betekende. Vanaf 1 september
van dit jaar was er namelijk een bedrag van 800.000 ECUS aan
E.G.-subsidie voor de rest van 1991 beschikbaar, dat evenwel al
leen betaalbaar kon worden gesteld als een daarop betrekking
hebbend bestedingsvoorstel door 'Media 95' zou zijn goedge
keurd. Deze impasse leek te worden doorbroken toen mevr.
Lhoest, het hoofd van 'Media 95', op de ledenvergadering van de
U.N.I.C. verscheen met de mededeling dat er plannen voor de be
steding van het voor 1991 bestemde geld konden worden inge
diend, ook al was 'Media Salles' nog niet officieel opgericht. Door
mij is toen voorgesteld, de nationale organisaties plannen voor
hun eigen land te laten indienen en deze via de U.N.I.C. door
'Media 95' te laten goedkeuren, waarna de voor de resterende
maanden van dit jaar ter beschikking staande subsidie betaalbaar
zou kunnen worden gesteld. Deze, door mij met mevr. Lhoest
voorbereide oplossing werd echter door de Italiaanse vertegen
woordigers geenszins met vreugde ontvangen. Zij waren voor
één, centraal vanuit Italië gestuurde en voor alle landen geldende
actie, waarvoor evenwel geen concrete voorstellen bestonden. De
vertegenwoordigers van de andere landen leken het daarmee wel
iswaar niet eens te zijn, doch zij lieten de Italianen begaan. Zo
ging er in Cannes een goede gelegenheid verloren.
De General Assembly te Brussel
Gezien de ongelukkige voorgeschiedenis, was mijn vertrouwen in
een goede afloop van de eerste algemene vergadering op 12 no
vember al niet groot. Dit wantrouwen is niet beschaamd: zelden
heb ik zo'n slechte wijze van besluitvorming meegemaakt.
Mijn eerste ergernis ontstond door de wijze waarop de voorzitter
van de Italiaanse bioscoopbond, overigens wel een innemend
man, maar nu tevens voorzitter van 'Media Salles', de vergadering
meende te kunnen leiden. Hoewel hij behoorlijk Frans en ook
enigszins redelijk Engels kan spreken, en hij zich in alle vooraf
gaande vergaderingen steeds ook in één van die talen had uitge
drukt, meende hij zich als voorzitter, ondanks het ontbreken van
simultaanvertaling te kunnen veroorloven, uitsluitend Italiaans te
spreken, en dat nog in lange monologen. Dat deze gang van zaken
niet tot een algemene opstandigheid leidde, is m.i. te verklaren uit
het feit dat de vertegenwoordigers van Frankrijk, Groot-Brittannië
en Duitsland zich uitsluitend in hun eigen taal kunnen uitdrukken,
en daardoor te bescheiden zijn om op dit gebied eisen aan ande
ren te stellen. Engels en Frans zijn echter talen die een andere po
sitie innemen dan Italiaans, dat op een dergelijke bijeenkomst niet
door meer mensen wordt verstaan dan Nederlands.