EUROPESE RICHTLIJN OVER HUREN EN LENEN. EEN LABYRINT? Dezer dagen publiceerde de Europese Commissie haar definitieve voorstel van een Richtlijn over huren, lenen en nog enkele met het auteursrecht verbonden zaken. Vooral de videoverhuur zal er mee te maken krijgen. Met de tekst die er nu ligt, gaat een meerderheid van de lidstaten akkoord. Sommige landen maken nog wat bedenkingen tegen en kele artikelen, met name Engeland verzet zich tegen de hele richt lijn. Het ontwerp moet nog door het Europees Parlement waar geen grote problemen verwacht worden daar vrijwel alle amendementen, die dat Parlement in een vorige versie aanbracht, zijn overgeno men. Na het Parlement moet de Raad van Ministers, de hoogste auto riteit van de Europese Gemeenschap, de tekst goedkeuren. De Commissie in Brussel probeert haar voorstel nog in juni door dit circus te loodsen, want op 1 juli wordt Engeland voorzitter van de EG. Hetgeen dat land kansen zou geven de stemming over de Richtlijn alsnog te traineren. De Richtlijn is destijds voorgesteld op verzoek van producenten. Elk Europees land heeft nu nog voor videoverhuur eigen wetten en re gelingen. Nederland heeft er helemaal geen. Je kan hier een vi deoverhuurbedrijf beginnen, zonder enige overeenkomst met de filmproducent aan te gaan, als je maar de hand weet te leggen op legaal voorbespeelde banden, uit bijv. Engeland of Spanje. PRODUCENTENPROTEST Zeker als er een gemeenschappelijke markt komt kan dat natuurlijk niet en daarom stonden de producenten op Europese wetgeving. Het is ironisch dat, nu de Richtlijn vrijwel rond is, uitgerekend een groep producenten fel protesteert. Kennelijk hebben ze al die jaren nooit naar de tekst gekeken, want dan zouden ze veel eerder ge protesteerd moeten hebben. Ook hebben ze zo te zien gedacht dat, als er een Richtlijn kwam, daar niets anders in zou staan dan een zo sterk mogelijk videover- huurrecht voor de producent. Maar zo gaat het niet. In de politiek krijg je niks voor niks. Naast producenten zijn er ook andere lieden die een verhuurrecht nodig hebben. Schrijvers en uitgevers van boeken. Amsterdam hangt nu toevallig vol met affiches waarin de bibliotheken reclame maken dat bij hen gratis alle dagbladen, weekbladen en opiniebla den te lezen zijn. Je hoort dan de uitgevers knarsetanden, samen met de roman-schrijvers die royalties mislopen als hun boek niet gekocht maar geleend wordt. Cd-fabrikanten en componisten hebben last van niet-geautoriseerde maar, door het ontbreken van wetten, toch legale verhuur van cd's. Natuurlijk wilde de Europese Commissie, toen ze aan het verhuur recht wat deed, in één adem al die probleem ook regelen. Zo kregen al in het eerste concept van de Richtlijn auteurs eenzelfde verhuur recht als producenten. Die vonden dat niet leuk, maar wat kun je er aan doen? Daar komt nog bij dat in veel Europese landen (ook in Nederland) de re gisseurs en scenaristen in juridische zin de auteurs van een film zijn. De producent verwerft van hen het auteursrecht. In de wet- systematiek van deze landen past het niet als de producent bij ver huur ineens een recht zou krijgen en de auteur niet. Verder hebben de film-auteurs in Brussel een kleine maar zeer ster ke lobby. Ze lopen daar al zo lang mee dat ze niet meer als lobby gezien worden: ze zijn daar kind aan huis. Hun organisaties (FERA en AIDAA) gelden als Europees. Dit in tegenstelling tot de produ centen-verenigingen, die in EG-burelen als vertegenwoordigers van het Amerikaanse belang worden beschouwd. ACTEURS ALS RECHTENHEBBENDEN Nu is er nog een derde groep die ook aanspraak maakt op verhuur rechten: de acteurs. Copyright ontstond zodra tekst van schrijvers mechanisch kon worden gereproduceerd. Het ligt voor de hand dat nu de prestaties van acteurs kunnen worden vastgelegd, deze da mes en heren een soortgelijk recht verlangen. Ook zij bedreven flink lobby. Met het eigenaardig gevolg dat de au teurs automatisch meer rechten kregen. Men kon nu eenmaal niet aan een filmacteur een recht geven en dat aan de filmauteur ont zeggen. Naar verluidt had men bij de EG aanvankelijk wel oren naar het idee de acteur het recht te geven videoverhuur van zijn films te verbie den. In het auteursrecht moet men altijd van de auteur toestemming hebben iets met zijn werk te doen, maar dat is zon mond vol en daarom heeft men het meestal kortweg over het 'verbodsrecht' van de auteur, een recht wat hij besluit niet te executeren als hem daarvoor een douceurtje wordt aangeboden. De EG wilde zo'n verbodsrecht bij de videoverhuur geven aan de acteurs in die film. Het verhaal gaat dat men zo hoopte de exploita tie van Amerikaanse films geheel te dereguleren en bij gevolg die van Europese films te promoten. Als Amerikaanse acteurs in Europa het recht kregen de videoverhuur te verbieden zouden ze het zeker niet nalaten dat recht uit te oefenen, want het zijn harde onderhandelaars in Amerika. De stemming in Brussel zou zijn omgeslagen toen bleek dat SAG (de Screen Actors Guild of America) er niet over dacht de verhuur van video in Europa te molesteren en zo zichzelf de das om te doen; terwijl daarentegen de Franse acteursbonden wel grote bereidheid toonden tot dit soort suïcidale acties. Daarmee was het verbods recht voor acteurs van de baan, al stond het nog steeds wel in de officiële versie van het voorstel voor de Richtlijn. Kan men het pro ducenten kwalijk nemen dat ze die achtergrond niet kenden? Een beetje wel, moet ik zeggen. Heel Brussel weet immers dat er al snel een geheim gentlemen's agreement bestond tussen de Commissie en de Amerikanen: acteurs zouden geen verbodsrecht krijgen. Dat verbodsrecht verdween bij de behandeling in het Europarlement ook uit het voorstel voor de Richtlijn toen een met de Commissie bevriend Parlementslid een betreffend amendement indiende. Af en toe schreef een parlementariër of een ambtenaar onder druk van de acteurs-lobby daarna het verbodsrecht voor uitvoerende kunstenaars weer in het concept van de Richtlijn en dan haalde de Commissie die zin er weer uit. Een verbodsrecht kregen ze dus niet. Maar dat de acteur helemaal geen recht zou krijgen op de verhuur van zijn films is ondenkbaar. De acteur en de auteur krijgen evenals de producent een recht op vergoeding bij verhuur waar zij geen afstand van kunnen doen. Wel kunnen ze de incasso aan auteursrechtenburo's overdragen. PANIEK Lang verhaal kort gemaakt: het was van de producenten wat naïef te verwachten dat alleen zij een recht op verhuur zou krijgen. Heel merkwaardig blijft dat de producenten pas in paniek raakten toen het Europees Parlement in de Richtlijn als amendement schreef dat regisseurs auteurs van hun films zijn. 13

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1992 | | pagina 13