INGEZONDEN BRIEVEN Ach en Wee? Welnee, Aktie! om het zacht uit te drukken matig en de hoofdrolspelers Johanna Matz en Rudolf Prack haalden het niet bij hun excellente voorgan gers. Ook de regie van Frans Athol was niet sterk. Het enige voor deel boven haar roemruchte voorganger was dat zij in Technicolor was opgenomen. Het sukses was matig. Een tweede voorbeeld dateert uit 1959. In 1938 had de, daarna na Amerika uitgeweken regisseur Richard Eichberg, in Duitsland een tweedelige avonturenfilm gemaakt: deel I 'Der Tiger von Eschnapur' en deel II 'Das Indische Grabmal'. Hoofdrollen speel den La Jana, die later nog bekender zou worden door haar rol in 'Menschen vom Variété', en de Nederlandse akteur Frits van Dongen. De films waren suksesvol. In 1958 was de van oorsprong Duitse regisseur Fritz Lang, naar Duitsland teruggekeerd na een 24-jarig verblijf in Amerika. Hij waagde zich aan een re-make van deze tweedelige film. Hoofdrollen speelden ditmaal Debra Paget en Paul Hubschmidt. De films konden het sukses van hun voorganger op geen stukken na halen, zelfs niet benaderen. Het bleven flauwe aftreksels van de oorspronkelijke kasmagneten. De volgende misser dateert uit 1961. In de oorlogsjaren was in heel bezet Europa een van de suksesvolste Duitse films: Der Weisse Traum'. Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van een ijsrevue. Goede muziek, prachtige ijsshows, kortom een uitgesproken publieksfilm. In 1960 waagde de, verder toch zeer suksevolle Berlijnse produ cent Berolina-Film zich aan een re-make. Als titel werd gekozen één van de liedjes uit de film: 'Kauf dir einen bunten Luftballon'. De grote fout die de producent maakte, was - naar algemene op vatting - het aantrekken voor de hoofdrol van de toenmalige Duitse kampioene op de schaats, Ina Bauer. Dit meisje was - hoe goed ze ook kon schaatsen - volkomen ongeschikt voor een film rol. De toch zeer bekwame regisseur Geza von Cziffra en de overi ge cast met beroemde namen als Paul Hörbiger, Oskar Sima, Toni Sailer, konden daar niets aan veranderen. Het werd een kompleet fiasco! Het gerucht ging, dat Berolina de film alleen maar had ge maakt omdat papa Bauer, een schatrijke fabrikant, deze voor prak tisch 100% gefinancierd had. Deze verklaring kan best wel klop pen. Kurt Ulrich en Kurt Schulz, de beide firmanten van Berolina, waren niet bepaald figuren, die zich aan onverantwoorde experi menten waagden. Vooral de rolbezetting van hun films werd altijd tot in de details verzorgd. De film werd een flop van jewelste! Misschien heeft de film in Duitsland haar produktiekosten nog ingespeeld, maar daar houdt het dan ook beslist mee op. Het laatste voorbeeld is uit 1962. In 1931 had Fritz Lang in Duitsland een film gemaakt met als titel één letter: 'M' en als on dertitel: 'Een stad zoekt zijn moordenaar', zeker een van de beste films in Duitsland ooit gemaakt. De hoofdrol was in handen van Peter Lorre en deze, wat onooglijke akteur, gaf een weergaloze vertolking van de kindermoordenaar. Ook commercieel was de film een topper! In 1951 werd er in Engeland een re-make gemaakt onder regie van Joseph Losey en met David Wayne in de hoofdrol. De film was van zodanige kwaliteit, dat ze de Nederlandse markt welis waar bereikte, maar verder onopvallend is gebleven. In 1956 werd er in de Verenigde Staten nog een nieuwe versie gemaakt, die Nederland nooit bereikt heeft. Toen werd in 1960 in Argentinië een film gemaakt naar hetzelfde gegeven. Een onbekende regisseur, onbekende artiesten, in zwart wit, maar niettemin een film van aanmerkelijk betere kwaliteit dan haar Engelse en Amerikaanse voorgangers. Maar ook deze re make werd een fiasco. De film werd uitsluitend in de nachtvoor stelling vertoond en is nooit verder gekomen dan kostendekkend. Samenvattend kan men dus met bijna vaststaande zekerheid stel len, dat re-makes, hoe goed soms ook, vrijwel nooit kunnen tip pen aan de oorspronkelijke suksesvolle versies. F.P.van den Berg In reactie op "In het hol van de leeuw" door Hans Beerekamp (FILM, mei 1992, no.3,pag.6) ontving de redaktie onderstaande brief van Wim Verstappen. Beerekamp zegt, dat ik laatst erg boos op hem werd en geeft als reactie in FILM een lijst van 500 filmmakers. Mijn god, kan Beerekamp tot 500 tellen? En is dit zo'n doorbraak in zijn ontwik keling dat er redactieruimte in FILM aan wordt gegeven? Dan heb ik slecht nieuws: Beerekamp kan niet tot 500 tellen, dat heeft zijn wordprocessor voor hem gedaan. Inderdaad, ik heb eens in een bepaalde kontekst gezegd, dat er in Nederland zo'n 100 filmregisseurs rondlopen. Beerekamp schrijft nu hierover "Die uitspraak valt wel te falsifiëren" en komt, kunst stuk, met een lijst van 500 "actieve filmmakers", wat heel iets an ders is. Tot mijn verbazing sta ik er zelf nog op. Dat hij Ivens niet noemt (hoewel die de laatste tien jaar wel wat gedaan heeft en dan volgens Beerekamp's definitie "actief" is), soit. Maar dat Houwer ontbreekt... De lijst doet er overigens niet toe. Beerekamp kwam met de stel ling (nu zegt hij: hypothese), dat er in Nederland geen gebrek aan geld voor filmproduktie was, maar dat er teveel werkeloze filmma kers rondliepen. Hij voegt er nu aan toe dat deze hypothese niet te bewijzen valt, "evenmin als het tegendeel". Mijn eerste vraag is natuurlijk: als de hypothese niet te bewijzen valt, waarom komt Beerekamp er dan mee? Zo heb ik een hypo these, dat Beerekamp in de gouden jaren van het communisme door Moskou gefinancierd werd. Daarnaast heb ik nog een hypo these, dat Beerekamp, typisch voor de ex-marxist, in de grond van de zaak een onbehouwen en smakeloze machtswellusteling is, een gevaar voor de maatschappij. Daar het tegendeel niet valt te bewijzen, mag Beerekamp zich hier niet kwaad over maken. Nu de kern van de zaak, de bewering van Beerekamp, op niveau Story en Actueel, dat er in Nederland teveel filmmakers zijn. Ik kon, toen ik het hem destijds hoorde zeggen, zo op het eerste ge zicht al een redenering uit de mouw schudden, waaruit bleek dat er geen aanleiding was veel te verwachten van Beerekamp's hypo these. Mijn redenering was: het Genootschap van Nederlandse Speelfilmmakers heeft zo'n honderd leden en als je dat cijfer ver gelijkt met de ledenaantallen van soortgelijke buitenlandse vereni gingen, dan kom je zo uit het blote hoofd er al op uit, dat in Nederland per hoofd van de bevolking minder filmmakers zijn dan in de rest van Europa, of in de USA en zelfs minder dan in Beerekamp's verloren paradijs, de GOS/USSR. Mijn berekeningetje is beslist niet waterdicht, ik weet goed waar de gaten zitten, het suggereert alleen dat er geen aanleiding is zwaarte tillen aan Beerekamp's onbewijsbare hypothese. Dat Beerekamp over "werkeloze regisseurs" zeurt en dan, heel be ledigend, een lijst publiceert waarop het gros beslist niet werke loos is, daaruit spreekt ook weer de marxistische redeneertrant. Communisten hebben altijd gelijk. Feiten doen er niet toe, macht telt. Ach en wee-geroep. De pers bericht alweer over lege bioscoop zalen. "Why's everybody always pickin' on me?" vraagt de bio scoopwereld zich af. Vervelend, inderdaad, na alle negatieve berichten vorig jaar, waar van een aantal ten onrechte, nu wederom. 26

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1992 | | pagina 26