Een outsider zal denken dat er nu helemaal niemand meer komt.
Maar toch zal dit keer de hand in eigen boezem gestoken moeten
worden. De vorige uitgave van FILM begon met het melden van de
bezoekdaling en werd ondersteund door een grafiek. Op deze wij
ze roep je één en ander wel over je af.
Natuurlijk FILM is er primair voor de leden, maar iedereen weet
toch dat FILM ook wordt verspreid in de media, de reklamewereld
en de overheid?
De leden kennen de cijfers wel, in de eerste plaats hun eigen cij
fers en via de interne publikaties ook de landelijke cijfers. Is het
dan echt nodig ook alles in FILM te publiceren?
Welke bedrijfstak publiceert zijn cijfers iedere maand?
Een Top 25 zonder bezoekcijfers is toch voldoende?
Als voorbeeld kan dienen de Top 40 van best verkochte singles die
al vele jaren wordt uitgegeven. Nimmer wordt vermeld hoeveel
singles er worden verkocht, noch per week, noch per maand,
slechts één maal per jaar komt de branche met een overzicht zo
dat één en ander dan ook slechts één keer door de pers wordt op
gepakt, ondanks de dramatische daling van het aantal verkochte
singles. De platenindustrie, die voor een belangrijk deel dezelfde
doelgroep heeft als de bioscoopbranche, heeft naast de normale
produkt (titel) kampagnes ook kollektieve kampagnes opgezet, zo
als voor de zieltogende muziekcassettes. De videoverhuurbranche
overigens ook en dit is momenteel ook een dalende markt.
Naar mijn mening zou dit ook in onze branche moeten gebeuren,
er moet aktie komen.
Aktie die erop is gericht de niet-bezoekers te overtuigen dat de
bioscoop een prima uitje. Bijvoorbeeld speciaal op 30-plussers
gerichte aktiviteiten.
Natuurlijk moeten ook de huidige bezoekers niet worden vergeten,
zij moeten vaker komen, ledere grote film moet je toch gezien
hebben?
Ook zal er veel aandacht gegeven moeten worden aan hele jonge
konsumenten, een uiterst belangrijke groep voor morgen. Zorg er
voor dat deze jongeren frekwent bioscoopbezoek heel normaal
vinden. Zie hiervoor bijvoorbeeld hoe Sony dit oppakt met de
suksesvolle "My First Sony" produktielijn.
Dit alles kan echter alleen gebeuren via dure massa-media en dus
is hier een groot budget voor nodig. Stel dat ernaar wordt ge
streefd het bezoek jaarlijks met 10% te vermeerderen (hoe moei
lijk meetbaar ook) genereert dit zo'n 15 miljoen gulden aan addi
tionele inkomsten.
Iedereen zal begrijpen dat er om dit te bereiken jaarlijks een fors
bedrag moet worden uitgegeven, maar wat wil men dan; niets
doen en afwachten?
En dan: de bioscoopbon.
Zorg ervoor dat deze bij V.V.V.'s, sigarenzaken en desnoods su
permarkten te koop is; een "Unique Selling Point": de enige ge
schenkbon die van 9.00 uur tot 24.00 uur te koop is. Het additio
nele bezoek en de non-retouren zullen de distributie- en verkoop
kosten zeker goedmaken.
Is er hoop op een meer doordacht PR- en effektief promotiebe
leid? Natuurlijk wel!
De Federatie in de nieuwe vorm zal aanzetten moeten geven voor
aktie en deze aktie op een professionele wijze moeten (laten) uit
voeren.
Het lijkt erop dat deze aanzetten nu gegeven gaan worden en dat
is heel positief.
Aktie zal het speerpunt van een nieuw beleid moeten worden.
Piet J. Davelaar
(op persoonlijke titel)
FILM staat open voor een veelvoud van meningen, ook al stro
ken die niet altijd met die van anderen. Uit dien hoofde past
FILM geen inhoudelijke of tekstuele censuur toe. Zij prijst zich
gelukkig indien artikelen c.q. ingezonden brieven aanleiding
geven tot positieve discussie.
Het was zeer verhelderend om als leek, de juridische uiteenzetting
te volgen van Mr L.H.A.J.M. Quant in de vorige uitgave van Film.
Natuurlijk heeft de heer Quant volkomen gelijk wanneer hij stelt
dat -in alle onschuld overigens- de begrippen schade, boete en
dwangsom zijn verward. Het toont echter ook gelijk aan waar de
schoen 'm wringt. Juridisch mag de hele prodecure wellicht juist
zijn, wat echter wordt gemist is de gezonde invloed van kennis en
ervaring uit de branche. Indien interne arbritage niet per definitie
goedkoper is en alleen wellicht sneller dan blijft alleen deze brood
nodige kennis en ervaring over als reden om als branche organi
satie arbitrage te verkiezen boven de 'normale' rechtsgang.
Zoals iedereen weet die in de branche werkt, worden toezeggingen
vaak mondeling gedaan zodat de bewijsvoering vaak ingewikkeld
is. Vandaar dat het in het algemeen gesproken moeilijk bewijsbaar
is dat iemand volkomen 'te kwader trouw' een film dubbel afsluit.
Een dwangsom dient inderdaad tot nakoming van het vonnis.
Wanneer dit echter in de praktijk betekent dat er contractbreuk met
de andere partij gepleegd moet worden, kan afgevraagd worden of
het in zo'n geval dan wel noodzakelijk is om een dwangsom op te
leggen. Een schadevergoeding zou dan m.i. veel wenselijker zijn.
Dit zou de interne verhoudingen binnen de branche ook niet zo
verstoren, hetgeen nu overduidelijk wel gebeurd is.
Daarnaast is het duidelijk dat de laatste arbitrage gevallen allemaal
handelden om geschillen in de zogenaamde 'concurrentieplaat-
sen', afgevraagd kan dan ook worden of er niet -over de hoofden
van de verhuurders heen- geschillen worden uitgevochten tussen
de ene en de andere concurrerende exploitant. Natuurlijk zal ook in
die gevallen een uitspraak moeten vallen, maar het pleit in ieder
geval voor enige consideratie en begrip.
Wanneer een dwangsom alleen dient ter nakoming van het von
nis, waarom zou dan niet de eis van f. 25.000,- per dag gevolgd
zijn. Of waarom daarnaast geen schadevergoeding: "om de zaak fi
nancieel niet al te erg uit de hand te laten lopen", aldus de heer
Quant. Volgens mij vindt hier toch op z'n minst al een lichte ver
menging van de begrippen dwangsom, boete en schade plaats.
Duidelijk is dat -dwangsom, boete of schade- f. 75.000 een veel te
hoog bedrag is en totaal niet realistisch voor een theater, waarvan
de stad over het hele jaar iets meer dan f. 4.000.000 bruto omzet
genereert.
Daarbij is -of het nu gaat om de gewone rechtsgang of via interne
arbritage- het duidelijk is dat uitspraken in z'n algemeenheid moe
ten corresponderen met het rechtsgevoel'. Wanneer dit immers
te vaak niet het geval is dan zal dit het acceptatieniveau van de uit
spraken verlagen. Hetgeen betekent dat steeds meer mensen zich
zullen (proberen) te onttrekken aan de rechtsgang. Bovendien
zou het 'n onwenselijke trend in onze branche in kunnen zetten
waarbij contacten steeds formeler zullen worden en boekingen
veel meer via schriftelijke weg gesloten worden. Angst voor de fi
nanciële konsekwenties van geschillen zou verder kunnen leiden
tot het volledig uitsluiten van enig kontakt met potentiële geschil
makers.
Het reglement schreef inderdaad niet voor dat leden-adviseurs
moesten worden benoemd, net zomin als dat er een hoger be-
roepsmogelijkheid bestond. Iets wat we met z'n allen -en zeer te
recht- meteen hebben veranderd. De noodzakelijkheid van leden
adviseurs hangt overigens niet af van eventuele uitspraken over
schade, maar juist van de wens van iedereen in de branche om de
arbiter te voorzien van de essentiële achtergrondinformatie. Zodat
een uitspraak genomen kan worden die past binnen de kaders van
onze branche. Anders zou immers -zoals al eerder gememoreerd-
de noodzaak voor interne arbritage verdwijnen.
M.i. had veel van de onvrede die nu heerst over de uitspraak ver
meden kunnen worden door leden-adviseurs toe te voegen.
San Fu Maltha
27