Film tronies IN HET HOL VAN DE LEEUW telefoon: 02526-75877 en 06-52822427 fax: 02526-89810 DOLBY BGW PERMASEL TASCAM STRONG ELECTRO-VOICE CINEMECCANICA Victoria 5 - 35mm filmprojectoren Victoria 8 - 35/70mm filmprojectoren CNR 2-3-4 en 5 plaats non rewinds DGB 4000 en 5000 meter spoelentoorns Vector 2000 cabine computer automatisering hand en electrische filmomspoelers Voor meer informatie neem contact op met: ABACUS LÜCASFILM-THX PERMASEL JBL ELECTRO-VOICE GOTHAM DOLBY door Hans Beerekamp Wat een ontzettend handzaam en leerzaam boekje vond ik van daag tussen de post. Het heet European Cinema Minibook 1992' en is uitgegeven door Carat, een internationale mediaspecialist, die marketing gegevens verzamelt, bijvoorbeeld voor bioscoop adverteerders. Van alle Westeuropese landen zijn er in detail (en van de Oosteuropese globaal) gegevens over het bioscoopbezoek sinds 1980 in te vinden. Veel wisten we daar al over, niet in de laatste plaats door de onvermoeibare statistici van de NBB. Het was be kend dat Nederland met 1,0 jaarlijks bioscoopbezoek per hoofd van de bevolking het laagst van heel Europa scoort. Dat de terug loop van het bioscoopbezoek een internationale trend vormt, is ook geen nieuws: in Europa daalde het bezoek 74% sinds 1960 en 44% vanaf 1980. Wat ik niet wist, is dat de terugloop in Nederland de laatste tien jaar (volgens de gegevens van Summoscanner) groter was dan gemiddeld in Europa, namelijk 50%. Daarentegen is het aantal bioscoopzalen redelijk stabiel gebleven, van 495 in 1950 naar 465 in 1991. Terwijl de bruto recettes in Europa wel stijgen (van 2,4 miljard dollar in 1980 naar 3,1 miljard dollar in 1990), liepen die in Nederland ook terug: 113 miljoen dollar in 1980 en 88 miljoen in 1990. Het enige andere Europese land waar de inkomsten daalden is Oostenrijk, met slechts vijf procent. Je moet de dingen altijd in een beetje breder perspectief zien, vind ik. We kunnen nu wel jammeren over een daling van het bezoek van 31 procent in de eerste maanden van 1992, maar diezelfde trend was al waarneembaar in de laatste maanden van 1991, en dat zijn toch (weliswaar onverwacht heftige) schommelbewegin gen die nauwelijks structureel kunnen zijn. Somberheid is bes mettelijk, en de daling van bezoek en inkomsten gedurende de laatste tien jaar lijkt me een veel groter probleem. Wat me vooral opviel in de reacties op het meest actuele nood- klokgelui, zijn twee aspecten, die misschien iets met elkaar te ma ken hebben. Punt één: de recente depressie zou veroorzaakt wor den door een gebrek aan topfilms. Punt twee: de stijgende recla me-inkomsten vormen een lichtpuntje in de duisternis, althans voor de bioscoopexploitanten. De inmiddels in bredere kring bekendheid genietende Cannon-di- recteur Wim van Wouw benadrukte de goede wil van adverteer ders ook nog eens in de GPD-bladen. Volgens Van Wouw is de omzet in de bioscoopreclame in 1991 gestegen naar 17 miljoen gulden tegenover 13,5 miljoen in het jaar daarvoor, terwijl de toe name in de eerste drie maanden van 1992 wederom 25 procent bedroeg. Mijn leuke Carat-boekje bevestigt die trend al sinds 1988. De distributeurs en producenten hebben daar weinig aan. Integendeel, je kunt uit die hoek klachten horen over een lo gischerwijs afnemende bereidheid van exploitanten om trailers te vertonen. Zouden er nu werkelijk het afgelopen halfjaar minder publieksvriendelijke films uitgekomen zijn dan in de afgelopen ja ren? Of weet het publiek ze niet meer te vinden, onder andere om dat de meest directe vorm van reclame voor afzonderlijke titels, de trailer, het moet afleggen tegen Caballero en Grolsch? Je kunt het bioscoopexploitanten nauwelijks kwalijk nemen dat ze in deze tijd van alle-hens-aan-dek de tabaks- en alcoholindustrie lekker veel laten adverteren. Maar dan wil ik ook nooit meer horen dat de distributeurs geen 'topfilms' meer in de aanbieding heb ben. Wat was ook al weer de Nederlandse vertaling van 'penny wise, pound foolish'? Ik geloof dat het iets met vestzak-broekzak te maken heeft. CINEMECCANICA

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1992 | | pagina 6