(Vervolg van pagina 5)
toekomst van het bioscoopwezen in Duitsland belichamen. Nu
blijkt dat zij weliswaar grote aantallen bezoekers trekken en daarbij
vermoedelijk ook aanmerkelijk additioneel bezoek genereren, doch
dat hun investeringen desondanks te hoog zijn geweest. Aangezien
de beslissingen over deze investeringen pas omstreeks 1989 zijn
genomen, dus in een periode waarin de filmhuur in Duitsland niet
wezenlijk lager was dan nu, lijkt hier te kunnen worden gesproken
van niet verantwoorde investeringen. Een op verlaging van de ge
middelde filmhuur neerkomend voorstel kan uiteraard zijn merites
hebben; het dient echter niet te zijn gegrond op onverantwoorde
investeringsbeslissingen van bioscoopexploitanten.
Leveringsdwang?
Een ander opmerkelijke mededeling was eveneens uit Duitsland
afkomstig. In dat land bestaat een groot aantal zg. Programm-
kinos. Dit zijn bioscopen die per week een groot aantal verschil
lende films vertonen. Begrijpelijkerwijs behoorden daartoe nooit
premières van in commercieel opzicht belangrijke films.
Recentelijk is er echter door exploitanten van dergelijke bioscopen
een proces tegen filmverhuurders aangespannen, waarbij het om
het afdwingen van levering ging. De eis daarbij luidde dat een ver
huurder een film desgevraagd aan een 'Programmkino' dient te
leveren, ook als die film tegelijk in één of meer normale bioscopen
in de zelfde stad in première wordt vertoond, en als de verhuurder
daarvoor een extra kopie zou moeten bestellen. Tot vrijwel ieders
verbazing is dit proces door de Programmkinos al in twee in
stanties gewonnen. Thans zal deze kwestie opnieuw in hoger be
roep worden behandeld, en de filmwereld in Duitsland houdt in af
wachting van het vonnis de adem in. De betekenis van dit proces
voor de jurisprudentie wordt slechts enigszins verminderd door
de omstandigheid dat het niet om levering van films aan normale
bioscopen gaat. Ongeacht deze omstandigheid gaat het hier im
mers om een zeer principiële aangelegenheid, namelijk de vrijheid
van de filmverhuurder om over zijn film te beschikken. Conclusies
zullen er pas kunnen worden getrokken als het uiteindelijke vonnis
kan worden bestudeerd, met name als bekend is, in hoeverre EG-
rechtelijke overwegingen daarbij een belangrijke rol hebben ge
speeld. Er bestaat zeker alle reden, deze ontwikkelingen ook in
andere landen van de EG op de voet te volgen!
Muziekauteursrechten
Door het bureau van de Britse bioscoopbond is onlangs een over
zicht samengesteld van het tarief en de verrekeningswijze van de
muziekauteursrechten voor bioscopen in diverse landen. Daaruit
blijkt dat er op dit gebied verschillen bestaan, waarvoor op het
eerste gezicht geen bevredigende verklaring te geven is. Dit zou
op zich voor de UNIC al een reden vormen om hieraan aandacht te
besteden. Dat daarvoor inderdaad alle reden bestaat, bleek voorts
uit de ter vergadering in Cannes door de voorzitter van de Britse
bioscoopbond gedane mededelingen. Deze hielden in dat er on
derhandelingen gaande zijn tussen de Britse organisatie voor
muziekauteursrechten en vertegenwoordigers van gebruikers van
die rechten (discotheken, bioscopen, café's, etc), die vermoede
lijk een substantiële verhoging van de tarieven tot gevolg zullen
hebben. Dit heeft onder meer geleid tot de oprichting van een
Europese belangenorganisatie van gebruikers van muziekauteurs
rechten, die het voeren van centrale onderhandelingen daarover
tot taak heeft. Aanbevolen werd, dat zowel de UNIC als de nationa
le bioscoopbonden zich bij de nieuwe organisatie aansluiten,
hetgeen, gezien de lage contributie van 150 ECU per jaar, weinig
risico met zich brengt. Door de UNIC en inmiddels ook door de
NBB4 is hiertoe dan ook besloten. Wellicht zal er aan dit on
derwerp in 'Film' nadere aandacht moeten worden besteed.
Window-problemen
Een nieuw aspect van de window-problematiek wordt gevormd
door de videodiscs. Deze zullen meertalig zijn. Gezien de vrije ver
handeling er van, waartegen de Franse organisaties zich overigens
verzetten, zal er meer reden zijn dan voorheen, films (ongeveer) op
de zelfde tijd in Europa te laten starten. Besloten werd, hiervoor
een bespreking te hebben met de MPEAA. Door de Zwitserse dele
gatie werd naar voren gebracht dat een streven naar beperking van
een volledig vrije handel in videodiscs meer kans op succes biedt
dan een streven naar gelijke windows in alle Europese landen.
Deze verwachting berust op de omstandigheid dat ook de produ
centen tegen een volledig vrije verhandeling zijn. Volgens de
Deense afgevaardigde zal een window alleen vrijwillig worden ge
accepteerd op basis van per land op te stellen calculaties.
President Labé wees op de noodzaak, over deze problematiek ook
contact op te nemen met het directoraat-generaal III van de EG (in
terne markt incl. auteursrecht)5. In Duitsland, waar er alleen een
wettelijke window is voor met subsidie geproduceerde films, maar
waar de Amerikanen zich steeds vrijwillig aan de termijnen hebben
gehouden, is dit nu voor het eerst niet gebeurd, en wel bij
"Terminator 2", die vier maanden na de bioscooppremière op video
is uitgebracht. Dit komt dus overeen met het recentelijk door
Disney in Nederland gevoerde beleid. De algemene opvatting was,
dat er voor de UNIC op dit gebied een duidelijke taak is weggelegd.
Gezien de grote verschillen in window-termijnen tussen de landen
van West-Europa, zal het scheppen van volledige eenheid naar
verwachting op korte termijn niet mogelijk zijn. Wèl zou de UNIC
een belangrijke gesprekspartner van de MPEAA kunnen zijn.
Duidelijk is in elk geval dat de nationale organisaties in de landen
zonder wettelijke regeling in het belang van alle betrokkenen zo
snel mogelijk dienen te steven naar bindende regelingen.
Media Salles
Media Salles is te beschouwen als een kind van de UNIC. Mede op
aandringen van de UNIC is op het internationale symposium te
München de eerste steen gelegd voor deze toevoeging aan het
EG-mediaprogramma 'Media 95'6, en het is het UNIC-bestuur
geweest, dat tot aan de officiële oprichting van Media Salles in
oktober jl. met de leiding van 'Media 95' over de doelstellingen
van dit nieuwe onderdeel heeft onderhandeld.7 Begrijpelijk is dan
ook dat de UNIC zich de tot nu toe weinig succesvolle gang van
zaken aantrekt. (Zie het artikel daarover in dit nummer.) Op de
vergadering in Cannes is daarom besloten, dat het bestuur van
UNIC stappen zal ondernemen bij de leiding van 'Media 95', resp.
bij de leiding van het directoraat-generaal culturele zaken van de
EG, indien het uitvoerend comité van Media Salles bij die in
stanties onvoldoende gehoor blijkt te vinden.
Evaluatie
Gezien de belangrijkheid van de besproken onderwerpen was de
algemene ledenvergadering in Cannes de interessantste sinds vele
jaren. Dit is voor een deel ook te danken aan de goede leiding die
de nieuwe president aan de vergadering gaf. Gebleken is dat in
een land bestaande problemen steeds nauwer met die in andere
Europese landen samenhangen. Een feit is ook dat het beleid van
een zeer belangrijk deel van de verhuurders grotendeels centraal
wordt gedirigeerd. Dit zo zijnde, ligt het voor de hand om ook het
beleid aan de exploitantenzijde tenminste te coördineren. Tot nu
toe denk ik dan ook dat de aan UNIC bestede tijd ondanks alles
nuttig besteed is, terwijl dat bij Media Salles nog moet blijken.
drs. J.Ph Wolff
Noten:
1. Over een dergelijke regeling is in het midden van de jaren '80 langdurig onder
handeld tussen de Zwitserse bioscoopbond en de major companies, echter zon
der dat dit tot overeenstemming heeft geleid. (De in de NEHEM-Begeleidings-
commissie daarop gevestigde hoop bleek dan ook ijdel te zijn geweest.)
2. Dit is inmiddels ook bekend gemaakt in Filmecho/Filmwoche van 8 mei '92
("Neue Bedingungen mussen her", waarin ook een uittreksel van de brief van UCI
aan de filmverhuurders).
3. Zie mijn artikel in het vorige nummer van 'Film'.
4. In de vergadering van het Bondsbestuur d.d. 21 mei.
5. Zie'Film', maart 1991 blz. 7.
6. "EG-geld voor bioscopen? Het symposium te München over de toekomst van de
bioscopen in Europa" ('Film' aug. 1990).
7. Hierover is verslag gedaan in 'Film' nrs. okt. '90, dec. '90, maart '91 en dec. '91.