N NIEUWKOMER
IN
CANNES
Wanneer je als nieuwkomer in Cannes bent, dan vergelijk je toch
alles automatisch wat je ziet met datgene wat je erover gehoord
hebt. En natuurlijk was daar de overvolle boulevard vol met dag-
jestouristen die een glimp van bekende sterren -zoals Tom Cruise,
Nicole Kidman, Sharon Stone, Dolph Lundgren, Diane Lane,
Johnny Depp, JC van Damme, Kyle MacLachan, Tim Robbins-
probeerden op te vangen. Of juist van nog niet bekende 'sterren1
die in verregaande staat van ontkleding probeerden op te vallen.
Voorzover niets nieuws.
Helaas bleek het door de totaal verstopte straten van Cannes niet
mogelijk om je met enig luxe automobiel -al dan niet gehuurd-
voort te bewegen. Verder bleken alle terrassen dusdanig vol dat
van enige vorm van monopolisatie jammer genoeg geen sprake
(meer) kon zijn. Dus spoedde ik me maar te voet van hotelkamer
naar hotelkamer waar ik volgestopt werd met scripts en allerlei
andere informatie over diverse fantastische projecten.
Verbazingwekkend was het om te zien dat sommige agenten
verwachten dat je op basis van minieme informatie,of soms nog
niet eens een cast of een regisseur, enorme bedragen neerlegde.
Het is duidelijk dat je hiertoe in principe alleen genegen bent wan
neer je intuïtief gelooft in het projekt. Toch word* dit in sterke
mate beïnvloed door de mate van concurrentie.
De Benelux staat de laatste tijd bekend als een van de vijf meest
concurrerende markten op de wereld. Hetgeen zeer prijsop
drijvend werkt. Wanneer dit nu veroorzaakt zou worden doordat
de opbrengsten in de Benelux extreem hoog zouden zijn, dan zou
het nog acceptabel kunnen zijn. Zoals iedereen echter inmiddels
gevoegelijk weet is dat in ieder geval niet het geval wat Nederland
betreft.
CONCURREREN MET OVERHEIDSGELD
Zeer opmerkelijk voor een nieuweling op deze markt is dat er aan
de onderkant van de markt (cq art-kant) geconcurreerd wordt met
direct en indirect overheidsgeld. Wat betreft direct overheidsgeld
gaat het hier om de subsidiëring van Cinemien/The Film
Company. Meteor alleen al is in drie gevallen geconfronteerd met
een bod van deze maatschappij, terwijl in 1 geval de film zelfs nog
niet eens te zien was. Is er een reden aan te geven waarom deze
films met subsidiegeld gekocht zouden moeten worden? Zouden
deze films anders Nederland niet bereikt hebben? Nee, want er
was wel degelijk interesse van normale distributeurs. Het enige
gevolg is dat je een door overheidsgeld gedwongen keuze moet
maken tussen de film te laten gaan, of om mee te gaan in de
prijsopdrijving.
Laat ik voorop stellen dat subsidiëring van 'de betere' film zeer
goed is maar deze dan wel moet openstaan voor alle producenten,
distributeurs en exploitanten.
De concurrentie met indirect overheidsgeld heeft betrekking op 2
omroepen die op 'onze' markt kwaliteitsfilms proberen aan te ko
pen maar dan wel de restrictie opleggen dat ze niet in de bioscoop
mogen komen. Zodat bijvoorbeeld een zich kwaliteitsomroep noe
mende VPRO bioscoopfilms monopoliseert voor het kleine beeld.
Wederom voor een nieuwkomer is het onthutsend om te zien dat
deze regelrechte aanslag op de bioscoopcultuur min of meer al
geaccepteerd wordt. De televisiemarkt voor de Nederlandse distri
buteurs van 'de betere' film is sowieso niet zo groot, zeker in ver
houding tot de Belgische markt. Wanneer dan ook nog omroepen
bedragen gaan bieden die opmerkelijk veel hoger liggen dan wan
neer ze deze zelfde films via een filmdistributeur zouden aanko
pen, dan wordt de situatie behoorlijk penibel. Ook nu weer de
keuze of je laat de film gaan, of je gaat mee waarbij het niet zeker
dat deze omroepen de film überhaupt later nog wil hebben.
DE TAAL VAN GELD
Aan de bovenkant van de markt (cq de mainstream-kant) zijn,
naar ik begrepen heb, altijd verwoede pogingen gedaan om de
concurrentie enigszins te beperken. Enerzijds door vaste
kontakten via outputdeals op te zetten, anderzijds om afspraken
met elkaar te maken. De outputdeals worden echter steeds risi
covoller; wanneer je tegenwoordig verlies lijdt op 9 van de 10
titels is het de vraag of je met de overgebleven titel genoeg geld
verdient om alleen al de geleden verliezen te dekken. Daarnaast,
zo er al ooit vaste relaties en 'hechte' vriendschap hebben bestaan
tussen verkopers en distributeurs, heb ik gemerkt dat het aller
eerst de taal van geld is die tegenwoordig spreekt. Ben je
bankwaardig, ben je bereid de vraagprijs te betalen en heb je in
het verleden bij grote successen ook later nog betaald nadat je je
minimumgarantie hebt terugverdiend.
Afspraken zijn natuurlijk alleen te maken wanneer er wederzijds
vertrouwen is en -nog belangrijker- wanneer je elkaar een succes
gunt. Dat laatste is met name het probleem, merk ik. Een aantal
van onze collega's kan bijvoorbeeld niet nalaten om Dances with
Wolves als een toevalstreffer te betitelen. Een rare gewaarwording
is het dan ook om te zien dat deze zelfde collega's nu met argus
ogen kijken waar de nieuwe interesse van Meteor naar toegaat:
een nieuwe toevalstreffer wellicht? Nog veel vreemder is het om
te zien dat zo'n zelfde collega die thuisgekomen pas beseft dat hij
de boot gemist heeft, alsnog via veel verbaal kabaal en overbieden
met veel geld gesloten contracten tracht te verbreken. Verder is in
het verleden gebleken dat er nooit afspraken te maken zijn met
'nieuwkomers' die marktaandeel proberen te kopen. Vandaar dat
ik alleen opgemerkt heb dat elkaar in principe niet concurrerende
partijen afspraken met elkaar (willen) maken; filmdistributeurs
met videomaatschappijen en filmdistributeurs met 'n al dan niet
commerciële omroep.
Daarbij worden afspraken met Belgische distributeurs steeds be
langrijker. Dit heeft te maken met de video en tv rechten die
steeds meer per taalgebied geëxploiteerd worden. Toch heeft de
Belgische markt ongewild ook een extra concurrerend en prijsop
drijvend effect. Doordat de Belgische markt veel gezonder is -veel
hogere opbrengsten gemiddelde filmhuren zijn hoger, gemiddel
de tv opbrengsten zijn hoger) gekoppeld aan veel lagere kosten
(minder prints en lagere reklame kosten)- terwijl de oude verde
ling 50/50 tussen Nederland en België plus Luxemburg vaak ge
handhaafd blijft betekent dit soms hogere aankoopbedragen voor
de Benelux, en hoe dan ook (relatief) hogere aankoopbedragen
voor Nederland.
THE TALK OF THE TOWN
Maar wat was er nog meer nieuw voor mij? Het urenlang in de rij
staan voor een film, die je hetzij al gekocht had hetzij geacht werd
aan te schaffen. Nee, niet echt. Ook de aanwezigheid van de halve
filmindustrie uit Nederland -zowel producenten, exploitanten, dis
tributeurs, journalisten en NBB-ers- was niet opmerkelijk. De
(Vervolg op pagina 11)