LEZERSONDERZOEK (II)
'Meer kleur in het blad geeft
meer kleur aan het blad.'
'Probeer wat regelmatiger bioscopen
te belichten.'
'Het medium film is een dynamisch medium. Een
vakblad voor een niet onbelangrijke tak van de en-
tertainmentbranche als de bioscoopbranche zou dan
ook best een dynamische uitstraling (lees: lay-out)
mogen hebben.'
'FILM houdt mij (redelijk) op de hoogte
van ontwikkelingen c.q. stand van
zaken in Bioscoop-land.'
'Wat FILM m.i. mist is een journalistieke invul
ling. Ik heb sterk de indruk dat het tijdschrift door
medewerkers van de Federatie 'erbij gedaan'
wordt. Met alle respect overigens, maar het ma
ken van eenserieus vakblad kost tijd en is gewoon
een dagtaak.'
'De glamour van film mag best een
beetje meer afstralen op een blad dat
over films gaat!'
aantal minder geslaagde delen van zijn analyse, de door Hoehn ge
trokken conclusies voor het overgrote deel juist zijn.
Deze conclusies zijn:
- Met de vermoedelijke uitzondering van Groot-Brittannië is er geen
algemeen tekort aan bioscoopzalen in de landen van de EG te onder
kennen.
- De overheersende marktpositie van de major companies, gekoppeld
met de omstandigheid dat deze i.h.a. alleen belangstelling hebben
voor zeer populaire Europese films, vormt een belemmering voor de
vertoning van Europese films.
Deze belemmeringen zijn echter voor main stream- producten niet
groot, zolang er voldoende bioscoopzalen zijn (wat volgens Hoehn
i.h.a. het geval is), en voorzover er concurrentie tussen bioscoopex
ploitanten is. De mogelijkheden voor deze films zouden evenwel
worden vergroot als er een verhuurmaatschappij van Europese di
mensie zou komen.
- Overheidssteun, zowel aan arthouses als op het gebied van de ver
huur, is inderdaad nodig voor de Europese films die (thans nog)
slechts geschikt zijn voor kleine delen van het publiek.
Met bovengenoemde conclusies is Hoehns uitspraak dat "distribution
is key in the film industry" (blz. 50) niet helemaal in overeenstem
ming. Beter zou hier m.i. zijn: marketing is key in the film industry.
Van harte ben ik het tenslotte eens met zijn m.i. belangrijkste conclu
sie: "Er zijn verscheidene zaken die de Europese filmproductie in orde
moet krijgen, alvorens zich met het probleem bezig te houden, hoe de
toegankelijkheid van haar producten tot de bioscopen te verbeteren
is" (blz. 52).
Indien deze conclusies als juist worden beoordeeld, zou dat conse
quenties moeten hebben voor het door de EG ('Media 95) en door
nationale overheden te voeren beleid. Het zou namelijk bete
kenen dat het doel van 'Media 95', de stimulering van de filmproductie in
Europa, vooral nagestreefd dient te worden door de totstandbrenging van een
op de productie van main stream-films gerichte filmindustrie van Europese
dimensie. Als die er komt, zal een Europese filmverhuur met de daarbij beho
rende professionele marketing er ook wel komen. Tot het zo ver is, zullen
Media-programma's als EFDO en Media Salles de leemte enigszins moeten
opvullen.
drs. J.Ph. Wolff
Noten
1 Voor een iets uitvoeriger, tot de zelfde conclusie leidend betoog zie: J.Ph. Wolff,
"Economie en film- (Economisch Statistische Berichten, 17/24-12-86), blz. 1248.
2 Zie bijv. J. Faasse en H. Ganzeboom, "Film en publiek. Een onderzoek naar omvang
en samenstelling van het publiek van vier kanalen van filmdistributie aan de hand
van secundair geanalyseerde gegevens" (Ministerie van WVC, Rijswijk 1986), blz.
51; en S. Kamminga, "35+ in de bioscoop. Een onderzoek naar het bestaande en
potentiële, middelbare en oudere bioscooppubliek in Nederland" (KUN, 1992).
blz. 34.
3. Mededeling van de Franse bioscoopbond (FNC).
4. Zie "Vormen de talen een belemmering voor de filmproductie in Europa?"
in het vorige nummer van dit blad.
5 G J Stigler, "A Note on Block Booking" in The Suprème Court Review (1963), her
drukt in "The Organization of Industry" (1968). (Hierop is ook gewezen in: P.H.
Admiraal en S.R. Maltha, "Economisch beeld van de bioscoop".
6 .Zie ook Admiraal, t.a.p. blz. 86.
7. Zie bijv. Hoehn, t.a.p. Appendix B:13.
8. Evenzo: Admiraal, t.a.p. blz. 87.
9. Zie bijv.: Walter Canning, "Economische macht. Een bijdrage tot de theorievorming
over economische macht" (diss. U.v.A., 1991), blz. 60.
10. Mededeling van de directeur van de Duitse bioscoopbond (HDF), W.D. von
Verschuer, tijdens een vergadering van het Research Comité van Media Salles.
waarin de studie van Hoehn is besproken. (Ook de voorzitter van de Deense bio
scoopbond, J. Rykaer, deelde bij die gelegenheid mede dat blokboeking in
Denemarken geen grote rol speelt.)
De redactie is druk in de weer met de toekomst van FILM. Hierbij
speelt onder andere het lezersonderzoek in FILM, augustus 1992
een rol. Dit onderzoek heeft veel aanwijzingen gegeven die het
blad meer in overeenstemming kunnen brengen met de wens van
de lezer.
Na de sluitingsdatum vielen er nog een aantal reacties op het le
zersonderzoek in de redactionele brievenbus. Hoewel deze niet
meegenomen zijn bij de verwerking van de resultaten, is het zinvol
een korte schets te geven aan de hand van enige opmerkingen en
suggesties die gedaan werden. De algemene tendens komt overi
gens overeen met de resultaten die in FILM, september 1992 ge
publiceerd zijn.
10